Waar bent u naar op zoek?

Zegenen betekent het goede spreken

22-08-2016

Wie mag er zegenen? Van tijd tot tijd komt deze vraag aan de orde. In het verlengde hiervan liggen de vragen wie en wat gezegend mogen worden, analyseert ds. A.J. Sonneveld.

In 1983 schreef prof.dr. H. Jonker in de feestbundel ter gelegenheid van de 65e verjaardag van ds. L. Kievit een artikel over de ambtelijke handoplegging (met name bij de bevestiging van een proponent tot predikant).

In 2007 verscheen in de Artios-reeks een boekje over zegenen van de hand van drs. J. Westland, met als titel Een hand boven je hoofd. Eens in de zoveel jaren blijken vragen rond de zegen opnieuw actueel. In een tweetal artikelen zoeken we naar de portee van het zegenen en wat dit anno 2016 betekent.

In Gods naam

In het Oude Testament hebben zegen- en vloekwoorden een bijna magische kracht. Althans, zo beleven gelovigen en hun tijdgenoten dit. Wat hierbij opvalt, is dat de Bijbel dit magische denken relativeert.

Niet mensen beschikken over de zegen, God zegent. Hij zegent mens en dier (Gen.1:22,28; 2:3). Hij kan Zijn zegen geven, Hij kan ook Zijn zegen inhouden. De keerzijde van de zegen betekent Zijn vloek (Deut.28). Bij het uitspreken van de zegen zijn mensen enkel het middel. Ze spreken in Gods Naam de zegen uit.

Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van 26 augustus 2016. (We hebben momenteel een mooi aanbod voor nieuwe abonnees.)