Waar bent u naar op zoek?

blog

De vrede van God opent de weg om ons leven te vullen met iets nobels en verhevens

We zoeken onrust

Dr. Henk Dijkgraaf
Door: Dr. Henk Dijkgraaf
Actualiteit
14-10-2024

Volgens Blaise Pascal komt alle onheil in de wereld voort uit ons onvermogen rustig in een kamer te verblijven. We willen namelijk niet geconfronteerd worden met onze ‘sterfelijkheid, ellende en onwetendheid’.

Waar vullen we onze gedachten mee? Deze altijd al urgente vraag dringt zich eens te meer op na de verschijning van de bestseller Generatie Angststoornis van de Amerikaanse psycholoog Jonathan Haidt (zie ook De Waarheidsvriend van 19 september). Het boek geeft een onthutsende beschrijving en analyse van de toxische combinatie van smartphones en social media. Haidt zelf spreekt van een ‘epidemie’.

Identiteit

Het menselijk brein is geen neutraal terrein en alles wat er zich aandient in de vorm van gedachten, ervaringen en zintuiglijke prikkels maakt nieuwe synapsen aan, verbindingen tussen de ene neuron en de andere, als fysieke manifestatie van onze herinneringen. Dit gaat een leven lang door zodat het brein zichzelf gedurende ons hele leven herschept.

Dit heeft gevolgen voor onze identiteit. Het brein is niet slechts een stoffelijke entiteit, het is ook drager van de menselijke geest. De optelsom van alle gedachten waarmee we ons brein vullen, maakt mede wie we zijn. Enigszins kort door de bocht geformuleerd: gedachten leiden tot gedachtevorming en gedachtevorming bepaalt onze identiteit. Dat is niet een eenmalig gebeuren maar een doorgaand proces.

Dit proces bepaalt aan welke dingen we waarde hechten en aan welke niet, bepaalt aan welke dingen we wel of geen geloof hechten, bepaalt hoe we reageren op mensen en dingen die zich aan ons voordoen, bepaalt de kwaliteit van onze emoties, kortom, bepaalt alle dingen die ertoe doen in onze relatie met God en Zijn schepping.

Surrogaat

Wie weleens een blik heeft geslagen op TikTok of Snapchat, weet dat dit geen onschuldige media zijn. Een enkele keer is de inhoud amusant, vaak nikserig, niet zelden duister, bijna altijd verslavend. Bijkomend probleem is dat wij mensen net bezige bijtjes zijn, die bij ontstentenis van honing, wanhopig op zoek gaan naar een surrogaat om onze instinctieve behoeften te bevredigen. En in de digitale wereld is surrogaat op ongeëvenaarde wijze aanwezig. Refererend aan het probleem van ‘het God-vormig gat’, een idee van de zeventiende-eeuwse Franse filosoof Blaise Pascal, stelt Haidt dat als dit gat niet wordt gevuld met ‘iets nobels en verhevens’, het zal worden opgevuld met ‘allerlei troep’.

Pascal zelf gebruikt de term ‘het God-vormig gat’ niet. In zijn Pensées, een nooit voltooide bloemlezing van gedachten die bedoeld was als een apologie van het christelijk geloof, verwoordt hij het idee als volgt: ‘Wat anders roepen deze hunkering en onmacht ons toe dan dat de mens ooit waarachtig geluk gekend heeft, waarvan hem nu niets anders is overgebleven dan de indruk, het volkomen lege spoor, dat hij vergeefs tracht te vullen met alles wat hem omringt, waarbij hij, als aanwezige dingen niet helpen, niet-aanwezige te hulp roept, die daar echter geen van alle toe geëigend zijn omdat deze oneindige kloof slechts door iets oneindigs en onveranderlijks, namelijk door God zelf, gevuld kan worden.’

Verstrooiing

Als wij gelukkig waren, zegt Pascal, zou ons geluk alleen maar toenemen als wij minder in plaats van meer afleiding hadden. Maar dat blijkt niet het geval te zijn. We zijn niet eens in staat rustig in een kamer te blijven. Nietsdoen is voor ons geen optie, omdat wij dan met onze ‘sterfelijkheid, ellende en onwetendheid’ worden geconfronteerd. Dat heeft ons op het idee gebracht gelukkig te worden door niet aan die dingen te denken. Vandaar dat wij ons overgeven aan wat Pascal ‘verstrooiing’ noemt, het spel, de jacht of een fascinerend schouwspel.

Mocht iemand nu de filosoof willen uithangen en beweren dat het volstrekt niet rationeel is ‘om de hele dag achter een haas aan te rennen’, geeft hij er blijk van de menselijke natuur niet te begrijpen. ‘Die haas zou ons er niet voor behoeden onze dood en ellende te zien, maar de jacht, die ons ervan afleidt, wel.’ Er is ons dus alles aan gelegen ‘niets zozeer te vermijden als rust.’ De onvermijdelijke conclusie is dan ook dat we er alles voor over hebben om onrust te vinden.

Uitweg

Vind maar eens een uitweg uit deze vicieuze cirkel. De enige die ik kan bedenken, is die van Paulus in Filippenzen 4: al onze verlangens, door bidden en smeken, met dankzegging bekendmaken bij God en de vrede van God zal onze harten en gedachten bewaken in Christus Jezus. (vs.6-7) Bidden, smeken en dankzeggen maken de weg vrij om rustig in een kamer te blijven, zonder amechtig op zoek te hoeven naar verstrooiing. De vrede van God bevrijdt ons van de eeuwige onrust die ons koortsachtig achter een haas aan laat rennen. Ze opent ook de weg om ons leven te vullen met ‘iets nobels en verhevens’ in plaats van met ‘allerlei troep’ (vs.8-9): ‘Verder, broeders, al wat waar is, al wat eerbaar is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat lieflijk is, al wat welluidend is, als er enige deugd is en als er iets prijzenswaardigs is, bedenk dat. Wat u ook geleerd en ontvangen en gehoord en in mij gezien hebt, doe dat; en de God van de vrede zal met u zijn.’

Zes deugden

De zes bijvoeglijke naamwoorden die Paulus opsomt – van ‘waar’ tot en met ‘welluidend’ – zijn, verrassend genoeg, geen exclusief christelijke, eerder typisch Grieks-Romeinse deugden. Je zou ze zomaar kunnen tegenkomen in de geschriften van Stoïcijnse schrijvers als Epictetus of Seneca. Het zijn deugden waarmee de Filippenzen al bekend waren nog voordat ze zich tot het christelijk geloof bekeerden. Toch doet Paulus geen beroep op heidense religieuze idealen of zet hij aan tot het omarmen van Stoïcijnse vooronderstellingen.

Deze deugden zijn weliswaar niet exclusief christelijk, ze zijn ook niet exclusief heidens. We komen ze bijvoorbeeld tegen in de Joodse wijsheidsliteratuur. Ook in de brief van Jakobus, over het algemeen beschouwd als het meest ‘Joodse’ geschrift in het Nieuwe Testament, treffen we vergelijkbare taal aan. Jakobus noemt reinheid, vreedzaamheid, welwillendheid en ongeveinsdheid als vruchten van ‘de wijsheid die van boven is’. (Jak.3:17)

Paulus vraagt de Filippenzen het intrinsiek goede, dat ze vanuit hun eigen heidense verleden kennen en dat heilzaam is voor iedereen, in praktijk te brengen. Dat verklaart ook de onbepaalde aanvulling ‘als er enige deugd is en als er iets prijzenswaardig is’. Wat er maar aan deugdzaams en prijzenswaardigs te vinden is in de wereld om hen heen, is het waard om in overweging te nemen.

Tegeltjeswijsheden

Vers 8 mogen we intussen niet isoleren van de grote lijn die door de hele Filippenzenbrief loopt, als ware het een verzameling van tegeltjeswijsheden. In vers 7 geeft Paulus al een belangrijke aanwijzing voor de context waarin vers 8 gelezen moet worden: de identiteit van de Filippenzen is ‘in Christus Jezus’. Gordon Fee verwoordt het fraai in zijn commentaar op de Filippenzenbrief: ‘Het ‘in Christus zijn’ heiligt al het andere dat men is en doet, zodat wat eervol, lieflijk en aangenaam is, zolang het lofwaardig is, ook omarmd wordt door het leven in Christus.’

Vers 9 roept ertoe op het voorbeeld te volgen van Paulus, zoals ze hem hebben leren kennen. In 1:12-26 vertelt Paulus dat zijn gevangenschap dienstbaar is geweest aan de verspreiding van het Evangelie en dat, hoewel hij begeert te sterven en bij Christus te zijn, het voor de bevordering en blijdschap van het geloof van de gemeenten beter is dat hij in leven blijft. In 1:27 drukt hij de Filippenzen op het hart waardig het Evangelie te wandelen en in eensgezindheid voor het Evangelie te strijden. In 2:6-11 houdt hij hun de gezindheid van Christus Jezus voor, Die de gestalte van een slaaf aannam en Zichzelf vernederde tot de marteldood aan het kruis.

In 3:4-14 verhaalt Paulus hoe hij de vermeende verdienstelijkheden van zijn godsdienstig ijveren kwijtraakte en zelfs als ‘vuiligheid’ (‘drek’, SV; ‘waardeloze troep’, NBV21) leerde beschouwen in het licht van de voortreffelijkheid van Christus. Sindsdien staat heel zijn leven in het teken van het kennen van Hem en de kracht van Zijn opstanding, van de gemeenschap met Zijn lijden, van het gelijkvormig worden aan Zijn dood, ‘om hoe dan ook te komen tot de opstanding van de doden.’

Kortom, als Paulus de Filippenzen aanspoort het goede te omhelzen, waar ze het ook maar vinden, staat dat geheel in de context van het Evangelie van de Gekruisigde. Het deugdenregister van Filippenzen 4:8 kan slechts tegen deze achtergrond verstaan worden. ‘En de God van de vrede zal met u zijn.’ (vs.9) Vrede, de ultieme remedie tegen de onrust waar Pascal over spreekt, is het summa van al Gods beloften.

Kerk en wereld

We kunnen de oproep van Paulus negeren. Maar dan vallen we in dit tijdsgewricht onontkoombaar ten prooi aan de algoritmes van TikTok en Snapchat en de cliffhangers van Netflix en Disney+. Als er qua digitaal gedrag al een scheidslijn is tussen kerk en wereld – wat ik ernstig betwijfel – dan is die ontegenzeggelijk flinterdun. De kerk ontkomt er daarom niet aan zich meer dan ooit uit te spreken over de ondermijnende krachten die zich in onze moderne cultuur manifesteren, zonder in korzelig moralisme te vervallen. Gelukkig hebben velen voor ons zich daar al mee beziggehouden.

Geïnteresseerd in meer lezenswaardige artikelen? Neem een jaarabonnement (€ 52,50). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!

Dr. Henk Dijkgraaf
Dr. Henk Dijkgraaf

is hoofdredacteur van De Waarheidsvriend.