Waar bent u naar op zoek?

Studentenvereniging blijkt leerzaam, proefpreken werden tot op het bot gekraakt

Voetius viert 25e lustrum

Redactie
Door: Redactie
23-09-2024

Het is 4 oktober 1899. Een groepje studenten richt in Utrecht ‘een vereniging van studenten van gereformeerde beginselen’ op. Het klimaat aan de universiteit vraagt erom. Voetius is een feit.

Vroomheid en vrienden

In september 1968 ging ik theologie studeren in Utrecht. Alles was nieuw. Aan het eind van mijn gymnasiumtijd in Middelburg had zich een omkeer in mij plaatsgegrepen. Thijs Geuze – ook uit Middelburg en ook uit de Gereformeerde Gemeenten – had me gespot en naar Utrecht uitgenodigd. Ik kon ook zijn kamer (!) overnemen, omdat hij zelf naar het buitenland vertrok. Hij zei: meld je aan voor Voetius. Terwijl in Praag een opstand tegen Moskou aan de gang was, spoedde ik me op een avond naar de Voetiusstraat. Daar werd je opgewacht door belangrijke leden van Voetius.

Ik was van meet af aan een heel actief lid, sloeg vrijwel nooit iets over. Ik had in theologische kennis ook een grote achterstand. Ik was nog bezig met Wilhelmus à Brakel en William Huntingtons God de Kassier der armen uit de boekenkast van mijn vroeg overleden vader, terwijl de meeste andere studenten Calvijn al uit hadden en een gezicht en outfit om snel beroepbaar te worden.

Voor een baantje in het bestuur moest je ook een wat ander type zijn. In een jacket op elke diesviering en een knappe verloofde en veel Cantemus Voetiani… excelsius, excelsius (het verenigingslied; red.). Mijn passie en vreugde zijn de sectievergaderingen geweest op dinsdagavond. Deze wekelijke exercities – met de voorbereiding was ik heel de dag bezig – hebben me gevormd tot een theoloog die heel zorgvuldig leerde lezen, uitleggen en vrijmoedig verkondigen. Afkomstig uit de Gereformeerde Gemeenten had ik weinig met de vele GB-achtige sjibbolets. Maar de vele inhoudelijke discussies en gesprekken over verbond en verkiezing, Woelderink en Kohlbrugge, Barth en Van Ruler, openden voor mij de ‘poort des hemels’. Je werd gevormd in een stuk vroomheid nog zonder gitaren. Er ontstonden vriendschappen voor het leven. Voor Voetius ben ik dankbaar.

Ds. P.L. de Jong, Rotterdam
lid van 1968 tot 1974

‘Gehakketak over niks’

Met de woorden ‘gehakketak over niks’ prees prof. dr. H.W. de Knijff begin jaren negentig de betekenis van een studentenvereniging als Voetius. Hij kwam voor een lezing naar de Utrechtse Wittevrouwensingel, maar belandde in een uitgelopen huishoudelijke vergadering.

Dit artikel gratis verder lezen?
Schrijf u in voor onze nieuwsbrief en lees de volledige tekst van dit artikel.

"*" geeft vereiste velden aan

Redactie
Redactie