Heeft het zin om de Reformatie te blijven herdenken? Niet als je alleen maar een stukje cultureel erfgoed wilt bewaren, maar wel als je je openstelt voor de 'Entdeckungsfreude' (ontdekkingsvreugde) van gelovigen uit de zestiende eeuw. Er zijn gouden vondsten gedaan. De Bijbel ging nieuw open.
Luther (1483-1546) werd verrast door Gods genade. Lange tijd was hij vroom en bang. Vroom naar buiten toe, een serieuze monnik zelfs. Maar ergens, diep verscholen, bleef er angst voor God. Is mijn leven goed genoeg? Is mijn navolging van Jezus voldoende? Wat vindt God van mij? Deze vragen zijn herkenbaar: als ik een cijfer mag geven aan mijn eigen geloofsleven, wordt het vast geen 10. Misschien een 8? Wie durft dat te zeggen? Maar welke beoordeling dan wel? Je loopt erin vast. Het is nooit goed genoeg.
Tastend zoeken
Ergens is er een verlangend zoeken naar God, tegelijk komt het niet verder dan een tastend zoeken langs een blinde wand. Dat kun je trouwens ook van Augustinus (354-430) zeggen. Een fijnbesnaarde jongeman, oprecht op zoek naar God. Later zegt hij: ‘Dat ik U toch zo laat herkende! Ik zocht U wel, maar vond U niet. Dat ik zo verblind was! Terwijl U mij riep en mij zocht. U kwam, grote Christus, eeuwig Licht. U hebt mijn hart zó omgewend dat ik U herkende. U hebt mijn dwaasheid genezen. Ik heb U lief, mijn Bruidegom!’ Deze vreugde is ook gekomen in het leven van Luther.
Stofje
De gerechtigheid van God is een geschenk. Het is genade. Je krijgt het, je hoeft het niet te verwerven. Dat kún je ook helemaal niet. Toen Luther dat ontdekte, werd hij bevrijd uit het klooster. Bevrijd van zichzelf, van zijn berekeningen om het goed te doen voor God. Er kwam vreugde. Nu nog, wanneer je eeuwen later Luther leest, spat de vreugde van de bladzijden af.
Ik denk aan Blaise Pascal (1623-1662). In de zoom van zijn jas stak een briefje, waarop hij hortend en stotend woorden schreef voor iets waarvoor geen woorden bestaan: ‘Zekerheid, zekerheid, gevoel, vreugde, vrede.’ Ik ben gevonden: een verdwaalde, een goddeloze, ik, die opgesloten zit in mijzelf. Nu mag ik van Christus zijn. Hij neemt mij voor Zijn rekening, onder Zijn hoede, in Zijn dienst. Ook al ben ik een stofje in een oneindig heelal, nu weet ik met welke bedoeling ik op aarde ben.
Belangrijkste thema
In de Reformatie is deze vreugde (door God gevonden te zijn) op noemer gebracht door de uitdrukking ‘rechtvaardiging van de goddeloze’. Er is in de eerste tijd van de Reformatie een brede verscheidenheid, maar niet op dit punt. Calvijn mag in zijn stijl wat bedachtzamer overkomen dan Luther, maar bij hem merk je eveneens dat hij gegrepen is door de bevrijdende kracht van het Evangelie.
De leer van de rechtvaardiging van de goddeloze kleurt heel zijn omgang met de Schrift en bepaalt de structuur van zijn theologie. Calvijn zegt onomwonden: ‘De rechtvaardiging is het belangrijkste thema van het dienen van God.’ Wie hier de plank misslaat, verdwaalt in de gedachten van zijn eigen hart. Dat kunnen hoogdravende, edele, en zeer godsdienstige gedachten zijn, maar ze leiden tot niets. Het geloof vindt alleen rust in Gods gedachten. Ons enige houvast: ik ben gekend, ik ben aanvaard, aangenomen als een kind van God. Gerechtvaardigd zijn betekent: ik sta onder Gods oordeel en Hij spreekt mij vrij. Ik kan dat niet zelf, want God is heilig, zuiver, rechtvaardig; en ik ben dat niet. Ja, je kunt er wel ver in komen door jezelf op te poetsen. De mensen komen onder de indruk. Maar God prikt erdoorheen. Hij ontmaskert en ontmantelt elke vorm van hoogmoed. Toch stuurt Hij mij niet weg. Hij ziet mij aan in Christus. Ik ben niet rechtvaardig, maar God verklaart mij rechtvaardig. Ik sta niet recht voor God, maar Christus wel. In Christus ben ik rechtvaardig, alsof ik nooit enige zonde had gedaan. Het is waarachtig een vrolijke ruil!
Nieuwe werkelijkheid
Als op deze manier de Bijbel voor je openvalt, komt Christus in het middelpunt. Bevinding is niet dat je over je gelóóf spreekt, maar over Hém! Alles wat van mij is, neemt Hij op zich: alle zonde, alle wantrouwen, alle eigengereidheid, zelfs de onwil van mijn hart. Hij draagt dat, een zware last. En Hij draagt het weg. Zie Hem gaan, de weg naar Golgotha. Hoor Hem uitroepen aan het kruis: ‘Het is volbracht!’
Het geloof maakt mij één met Hem. Deze vereniging met Christus is het eigen werk van de Heilige Geest. In de brieven van Paulus staat steevast de uitdrukking ‘in Christus Jezus, onze Heere’. Dat is niet een deftige en plechtige formule. Het is de kern van de zaak. Door die woorden klampt de apostel zich vast aan de heilsfeiten: Christus is gestorven, opgewekt en verheerlijkt. Eenmaal, en onomkeerbaar. Daarmee poneert Hij een nieuwe werkelijkheid, voorbij de macht van de zonde. Dat brengt ons steeds weer terug naar de essentie van het geloof: in Christus ben ik gestorven. Ik leef niet meer, Christus leeft in mij. In Christus ben ik rechtvaardig en heilig en volmaakt. Wat de duivel er ook van mag zeggen en hoe mensen er ook commentaar op hebben. Het geloof houdt het daarvoor, rekent zo: ik ben dood voor de zonde, maar levend voor God. Want Christus, mijn Heere, is eenmaal gestorven, en sterft nooit meer. Hij leeft.
Totale verandering
Jezelf rekenen als dood voor de zonde, maar levend voor God. Deze woorden uit Romeinen 6 willen van het geloof geen rekensom maken, integendeel. Het is niet onze logica. Het is het wonderlijke werk van de Heilige Geest. Hij werkt een omkeer, zonder dwang, liefdevol, zeer zoet. Maar ook zeer krachtig, onweerstaanbaar. Je wordt erin meegenomen. Je wil buigt, je verstand krijgt inzicht, je gevoel komt mee.
De Heilige Geest bindt je Christus op het hart. Nu kom ik nooit meer van Hem los. De Heilige Geest: de Geest van Christus. Dat kan niet genoeg onderstreept worden. Geloven is niet een gevoel. Het is het kennen van Christus. Ingeplant worden in Hem. Totale verandering van denken, radicale omzetting van je wil. De Heilige Geest is God in actie, hier en nu. Hij staat er garant voor dat Jezus niet tevergeefs gestorven is aan het kruis. Zij komen, maar niet uit zichzelf. Door de Heilige Geest getrokken. Er vormt zich een gemeente, de bruid van Christus.
Verkiezing
Deze grote ontdekkingen hebben betekenis voor vandaag. Wij kunnen de Reformatie niet kopiëren, maar we leren wel om steeds opnieuw van God uit te denken, te preken, te theologiseren. Als je probeert vanuit de ervaringen en de werkelijkheid van mensen op te stijgen tot God, kom je nergens. Je verwacht dan te veel van de mens. Je hebt dan het gewicht van de zonde niet voldoende berekend.
De beweging is omgekeerd: God daalt neer, buigt Zich over naar ons. Dat is het begin. God daalt neer in Christus, is mens geworden. God zendt Zijn Geest uit over de aarde om deze Christus binnen te dragen in ons hart. Niet op ons verzoek, want wij talen niet naar Hem. Maar bewogen in Zijn eeuwige ontferming.
De Reformatie heeft willen articuleren wat genade is. Dan kom je ten slotte uit bij God. God is liefde. Hij is de verkiezende God. De leer van de uitverkiezing zit vol haken en ogen. Maar onopgeefbaar is de zekerheid dat God de Eerste is. Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. De Bijbel maakt van Gods verkiezend handelen nergens een probleem. We zouden pas echt een probleem hebben als God níét in verkiezende liefde naar ons had omgezien. We moeten van Zijn verkiezing geen probleem maken, maar een lied, een loflied.
Missionair
De Reformatie leert ons van God uit te theologiseren. Hoe de tijden ook kantelen, het ongeloof zich breed maakt, de zonden zich opstapelen: God is bij machte om in te grijpen. Hij doet wat Hij zegt. Zo ontstaat gezagvolle prediking, verkondiging van genade alleen. Je hoeft je niet goed voor te sorteren bij God, daar moeten we mee ophouden. Klem je vast aan Christus. In Hem is er vaste zekerheid. Hij geeft innerlijke vrijheid en vreugde. God rechtvaardigt goddelozen. Wie dat weet, wordt missionair. Je kunt nooit meer neerkijken op een ander, want je bent zelf even goddeloos. Je zult ook nooit meer hopeloos zijn. God zal immers doen wat Hem behaagt. Hij voltooit Zijn eigen werk. Hij zal alle eer ontvangen van mensen die als goddelozen in zichzelf heilig zijn voor Hem.
Geïnteresseerd in meer lezenswaardige artikelen? Neem een jaarabonnement (€ 52,50). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!