Degenen van wie we hiervoor afscheidstoespraken beluisterden (Mozes, Jozua, Samuel en Paulus), waren gewone mannen. Jezus is de mens geworden Zoon van God. De afscheidswoorden die Hij uitspreekt, noemen we dan ook met recht uniek.
Jezus sterft niet zoals de andere genoemde mannen. Hij gaat van de aarde heen op de heel bijzondere manier van de kruisdood. En deze dood is het verzoeningsoffer tussen God en de wereld, die vanwege de zonde is veroordeeld. Daarna zal Hij uit de dood opstaan en ten hemel varen. Uit de laatste woorden die Hij spreekt, blijkt dat Jezus alles voor Zijn kerk heeft overgehad. Uniek.
Tijdelijke scheiding
In het Evangelie naar Johannes staat een groot aantal verslagen van gesprekken en toespraken van Jezus. Vaak hebben die in het licht gestaan van beantwoording van vragen van mensen die (nog) niet in Jezus geloven. In Johannes 14-17 richt Jezus Zich echter tot Zijn discipelen. Het paasmaal is voorbij. De avond wordt nacht. Terwijl ze spreken, gaan ze van binnen naar buiten. Ze gaan Jeruzalem uit, naar Gethsémané, waar Jezus gevangengenomen zal worden. Wie gelovig op Jezus betrokken is, mag zich bij de luisterende discipelen voegen.
Jezus begint Zelf over Zijn heengaan tot de Vader. De discipelen, die zich daar ontregeld door voelen, troost Hij door hen te vertellen dat Hij in het ontzaglijk grote huis van Zijn Vader plaats zal bereiden en dat Hij zal terugkomen om hen daar ook te brengen. Het wordt dus slechts een tijdelijke scheiding.
"*" geeft vereiste velden aan