Twee soorten wijsheid
Als de apostel Paulus zijn oor te luisteren legt bij de gemeente van Korinthe, dan hoort hij daar roemen. Daar kan geen bezwaar tegen gemaakt worden. Maar, hoe mooi het ook lijkt, het is er in dit geval lelijk naast, verkondigt ds. L. Kievit.
Men roemt namelijk niet in de Heere, maar in mensen, gaven en krachten. Dat is de wereldgelijkvormigheid van de gemeente. Daarin noemt Paulus haar vleselijk.
Over menselijke wijsheid berispt de apostel hen. Want menselijke wijsheid kwam er niet aan te pas, toen God hen tot de kennis van de waarheid bracht. Is het Evangelie niet het tegendeel van deze wijsheid, is het geen dwaasheid?
Laten we niet roemen in de wijsheid der wereld, zij heeft afgedaan. De gemeente heeft toch de geest der wereld niet ontvangen? Over die geest van de wereld moeten wij niet gering denken. De geest der wereld doorvorst de dingen steeds verder en steeds grondiger. Wat komt de wetenschap al niet te weten, en wat speelt ze samen met de techniek in deze eeuw. Wie kan het nog overzien, de wijsheid raakt haast zoek in de vakkennis. Ontegenzeggelijk, wij weten verschrikkelijk veel. Soms halen we dat ‘veel’ lovend naar voren. Soms dempen we onze stem, en valt de klemtoon op ‘verschrikkelijk’. De geest der wereld kan verwoestend bezig zijn, terwijl wij haar nog bewonderen.
In de gemeente
Met Pinksteren roemen wij volstrekt niet in de geest der wereld en al wat ze ons leert, omdat dit in hoge mate ontoereikend is. Wij worden door de geest der wereld niet wijzer, als het over God gaat. Het is kenmerkend voor haar, dat zij God uitschakelt. Zodoende werpt ze ons op onszelf terug met al onze noden en angsten. En, wat het ergste is, wij hebben overal verstand van, maar Godskennis is er niet bij.
Wij hebben niet ontvangen de geest der wereld, maar de Geest, Die uit God is. Hier duizelt het ons: de Geest hoort thuis bij God. Pinksteren betekent: God komt tot ons over. Die Geest, Die uit God is, komt bij God vandaan. Hij komt om in Zijn gemeente te wonen en bij haar te blijven. Daarin mag die gemeente dan terecht roemen.
Wij hebben ontvangen. Dat geldt voor de gemeente als geheel. Wij kunnen geen scheiding maken tussen de Geest en de gemeente. In haar midden werd Hij uitgestort. Wel mogen wij vragen: Waar zijn de krachten, de vruchten, de gaven van die Geest? Lopen wij geen gevaar Hem uit te blussen, door Hem aanhoudend te bedroeven en te wederstaan?
Lees de volledige tekst van deze meditatie in De Waarheidsvriend van 3 juni 2016. (We hebben momenteel een mooi aanbod voor nieuwe abonnees.)