Waar bent u naar op zoek?

Burgerlijk huwelijk of geregistreerd partnerschap - bijbelse noties (1)

Trouwen is serieuzer

Ds. B.J.W. Ouwehand
Door: Ds. B.J.W. Ouwehand
Huwelijk
02-04-2024

Eerst was het geregistreerd partnerschap alleen iets voor homoseksuele stellen. Nu zien steeds meer stellen het geregistreerd partnerschap echter als een ideale manier om hun relatie juridisch goed te regelen, zonder dat daar direct een bruiloft aan vastzit. Deze ontwikkeling roept vragen op.

Hoe moeten we het geregistreerd partnerschap bijbels-theologisch waarderen? Hoe gaan we er praktisch mee om als mensen voor deze relatievorm kiezen? Alleen wanneer we helder hebben wat Gods bedoeling is met het huwelijk, kunnen we het geregistreerd partnerschap op de juiste manier waarderen.

Bevestiging

Binnen de christelijke gemeente heeft altijd de overtuiging bestaan dat het huwelijk een goddelijke ordening is (vgl. Gen.2:18). Een ordening die het karakter heeft van een verbond (vgl. Spr.2:16-17). God verbindt man en vrouw aan elkaar, waardoor er een veilige ruimte ontstaat om als man en vrouw samen te leven tot Gods eer en tot zegen te zijn voor hun omgeving. Niet alleen voor de kinderen wanneer zij die mogen ontvangen, maar ook voor de bredere samenleving en de schepping die zij mogen dienen.

In zijn boek Waarom trouwen? De publieke bevestiging van een relatie toont Douwe Steensma aan dat dit verbond in de Bijbel een publiekelijk karakter heeft. De belofte die de echtgenoten aan elkaar geven, geven zij ook aan God en de bredere samenleving waarvan zij deel uitmaken. Tegelijk klinkt in die publieke bevestiging ook een ‘ja’ van God en van de gemeenschap door richting het bruidspaar. Deze publieke bevestiging van de wederzijdse belofte van het bruidspaar is daarom constitutief voor het huwelijk. Zonder deze publieke bevestiging is er geen sprake van een huwelijk in bijbelse zin.

Onverbrekelijk

Een tweede uitgangspunt dat de kerk met betrekking tot het huwelijk in de Bijbel ontdekte, is dat het huwelijk een weerspiegeling is van Gods verbond met Zijn volk Israël, en van de relatie tussen Christus en Zijn bruidsgemeente.

Hiermee komen we bij de inhoudelijke vormgeving van het bijbelse huwelijksverbond. Daarbij moeten we in ieder geval aan de volgende aspecten denken: man en vrouw vormen een werkelijke eenheid (Gen.2:24); man en vrouw zijn binnen dit verbond volledig op elkaars geluk gericht, zoals ook Christus Zich helemaal gegeven heeft tot zaligheid van Zijn gemeente (Ef.5:27-33); dit huwelijksverbond is onverbrekelijk (Matt.19:6), zoals ook Gods verbond met Zijn volk Israël onverbrekelijk is (vgl. Richt.2:1).

Zonder deze noties is er misschien wel sprake van een huwelijk in juridische zin, maar daarmee voldoet dit huwelijk nog niet aan Gods bedoeling met het huwelijk.

Partnerschap

Wanneer we met behulp van deze uitgangspunten naar het burgerlijk huwelijk en het geregistreerd partnerschap kijken, dan ontstaat het volgende beeld: zowel het burgerlijk huwelijk als het geregistreerd partnerschap hebben een publiekelijk karakter. In beide ceremonies geven man en vrouw elkaar de belofte dat ze voor elkaar zullen zorgen en elkaar trouw zullen blijven. Bij een geregistreerd partnerschap hoeft deze belofte niet hardop te worden uitgesproken, maar dat kan wel.

Bij beide vormen zijn getuigen aanwezig, die aan de ceremonie een publiekelijk karakter geven. Over het publieke karakter van het burgerlijk huwelijk en het geregistreerd partnerschap bestaat dan ook geen discussie. Zeker niet wanneer de belofte bij een geregistreerd partnerschap ook mondeling wordt gegeven.

Wanneer we echter naar het tweede uitgangspunt kijken, blijkt de situatie ingewikkelder te liggen. Zowel bij het burgerlijk huwelijk als bij het geregistreerd partnerschap ontbreekt tegenwoordig een belofte van trouw die onverbrekelijk is. Kenmerkend aan de formulering is juist dat zij trouw eist zolang als de relatie duurt. Er wordt bewust ruimte gelaten voor de mogelijkheid dat het huwelijk of het partnerschap wordt ontbonden.

Uit de term ‘geregistreerd partnerschap’ blijkt dat het in deze relatievorm gaat om een partnerschap. Hier zit de gedachte achter dat beide personen niet werkelijk een nieuwe eenheid vormen, maar voor onbepaalde tijd een partnerschap aangaan. De bijbelse notie van het verbond en de eenheid tussen man en vrouw zijn hierbij ver te zoeken. De eerlijkheid gebiedt echter wel te zeggen dat dat in de inhoudelijke vormgeving van het burgerlijk huwelijk tegenwoordig niet anders is.

Context

We kunnen dan ook niet anders concluderen dan dat het op grond van juridische argumenten niet zo eenvoudig is om het burgerlijk huwelijk boven het geregistreerd partnerschap te verkiezen; daar zijn de verschillen te beperkt voor.

Volgens mij betekent dit echter beslist niet dat de christelijke gemeente daardoor helemaal niets meer over deze thematiek te zeggen heeft en een geregistreerd partnerschap dus maar moet accepteren. De christelijke gemeente is immers geroepen om belijdend in de wereld te staan. Enerzijds door de overheid op te roepen om in de vormgeving van de relatie man-vrouw gehoor te geven aan de Bedenker van het huwelijk en Zijn richtlijnen volstrekt serieus te nemen. Anderzijds door haar eigen leden op te roepen om hun relatie naar bijbelse maatstaven vorm te geven. Niet alleen qua vorm, maar zeker ook qua inhoud.

Juist dat vraagt volgens mij in de huidige context dan ook om een principiële keuze voor het burgerlijk huwelijk. Niet omdat deze vorm juridisch beter is, maar omdat deze vorm in onze maatschappij nog steeds gezien wordt als een hogere en vastere relatievorm dan een geregistreerd partnerschap.

Want ondanks alle juridische en inhoudelijke overeenkomsten tussen het burgerlijk huwelijk en het geregistreerd partnerschap is dat toch wel het gevoel dat bij de meeste mensen blijft hangen. Het huwelijk is toch net wat serieuzer dan een partnerschap. Ook in onze seculiere samenleving hangt er rond het huwelijk nog steeds een bepaalde mystiek. Een diepgeworteld besef dat het huwelijk op de een of andere manier bijzonder is en hoge eisen stelt.

Een christelijke gemeente die de bijbelse huwelijksnoties serieus neemt, kan dan ook niet anders dan haar voorkeur uitspreken voor de in onze samenleving hoogst gewaardeerde relatievorm.

Daarnaast is het huwelijk in tegenstelling tot het geregistreerd partnerschap ook een relatievorm die wereldwijd wordt aanvaard. Iets dat voor een christen, die deel uitmaakt van een gemeenschap die alle landgrenzen overstijgt, zeker mee mag wegen.

Opleuking

Met de keuze voor het burgerlijk huwelijk is echter niet alles gezegd. Ook op het burgerlijk huwelijk valt immers best wel wat aan te merken. Zeker, er is sprake van een publieke bevestiging van het huwelijk, maar inhoudelijk staat het burgerlijk huwelijk inmiddels ver van de door God bedoelde huwelijkspraktijk af.

Dit vraagt van de christelijke gemeente dat zij in de prediking en de catechese bijbels onderwijs geeft over het huwelijk. Het is belangrijk om daarbij ook de tijdgeest te duiden. Veel christenen zijn zich niet of onvoldoende bewust van de waarden of juist het gebrek aan waarden achter de maatschappelijke ontwikkelingen op dit gebied.

Verder is het volgens mij ook van belang nadrukkelijk aandacht te besteden aan de kerkelijke bevestiging van het burgerlijk huwelijk. Enerzijds omdat hier de belofte van trouw voor heel het leven hardop mag klinken, anderzijds omdat deze dienst een prachtige gelegenheid biedt om nadrukkelijk stil te staan bij de bijbelse noties van het huwelijk.

Als predikanten mogen we er zeker voor waken dat de dienst niet vooral dient als ‘opleuking’ van de huwelijksdag.

Standpunt

Tot zover de theorie, maar nu de praktijk. Hoe gaan we om met gemeenteleden die ondanks dit alles toch andere keuzes maken? Wat betekenen hun keuzes voor hun deelname aan het heilig avondmaal? En wat betekent het voor de doop van hun eventuele kinderen? Of voor de toegang tot het ambt?

Deze vragen zijn spannender dan je denkt. De gereformeerde traditie heeft immers altijd achter het standpunt gestaan dat de overheid over de ordening van het natuurlijke leven gaat en dus verantwoordelijk is voor de vormgeving van het huwelijk. Vandaar dat het burgerlijk huwelijk ook altijd in de kerk als voldoende werd beschouwd en er dus van niemand een kerkelijk huwelijk werd geëist.

Als het burgerlijk huwelijk en het geregistreerd partnerschap juridisch niet van elkaar verschillen en de overheid de kerk de ruimte biedt om ook een geregistreerd partnerschap in te zegenen, waarom zouden we mensen die een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan dan van de doop, het avondmaal of het ambt weren?

Geïnteresseerd in meer lezenswaardige artikelen? Neem een jaarabonnement (€ 53). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!

Ds. B.J.W. Ouwehand
Ds. B.J.W. Ouwehand

is predikant van de hervormde gemeente te Scherpenzeel.