blog
Joden vrezen dat verbod op besnijdenis wacht
Teken van nieuw klimaat
Hoeveel christenen maken zich er echt druk om dat Nederland in een antichristelijk klimaat terechtkomt? Het lijkt erop dat in maar weinig kerken voor de zomer gebeden is om het verbod op ritueel slachten af te wenden. Maar het verbod is geen incident.
De nieuwste publicatie van de bekende rabbijn Lody van de Kamp heeft een veelzeggende titel: Dagboek van een verdoofd rabbijn. Binnen afzienbare tijd komt het op de markt. Het boek werd geschreven naar aanleiding van de politieke besluitvorming rond het rituele slachten, door Joden sjechita genoemd.
Eind juni stemde een ruime meerderheid van 116 kamerleden in met het wetsvoorstel van de Partij voor de Dieren om het onverdoofd ritueel slachten te verbieden. Zowel in Joodse als in islamitische kring is dit besluit als een mokerslag aangekomen. Rabbijn Van de Kamp spreekt van een politieke aardverschuiving. De vraag dient zich aan of hier sprake is van een incident dan wel van een symptoom dat wijst op een fundamenteel veranderend politiek klimaat.
Breuk
Puur feitelijk bezien moeten we vaststellen dat het hier om een ingrijpende breuk met het verleden gaat. Meer dan vier eeuwen lang was het ritueel slachten in ons land toegestaan. De enige mij bekende uitzondering was de Tweede Wereldoorlog, toen Hitler aan Joden het rituele slachten verbood. Het was een van de eerste beperkende maatregelen die de Joodse gemeenschap kreeg opgelegd. Het zou helaas lang niet de laatste blijken te zijn.
Wat is er toch gebeurd dat nu ineens zoveel politici zich druk maken om een eeuwenoude gewoonte te verbieden? Is de Joodse religie bij nader inzien werkelijk zo barbaars dat voor de gelovigen een beetje meer of minder dierenleed niet telt? Wie het jodendom een beetje kent, kan weten dat het omgekeerde het geval is. Het welzijn van al wat leeft heeft de eeuwen door hoog in het Joodse vaandel gestaan. Om die reden worden dieren geslacht volgens een speciale procedure. In de Encyclopedie van het Jodendom lezen we dat bij de sjechita de keel van een dier snel, precies en pijnloos wordt doorgesneden met een vlijmscherp en glad mes, een chalaf, en dat deze handeling wordt uitgevoerd door een sjocheet, ‘een hoog geschoold, volgens de Thora levend en godvrezend mens’. In het jodendom geldt het woord van de spreukendichter: ‘De rechtvaardige kent het leven van zijn beesten’ (Spr.12:10).
Circus
Toen mijn vrouw en ik dit jaar met een aantal vrienden in Israël waren, vertelde onze gids een opmerkelijk verhaal. Onze touringcar passeerde een circus en de gids greep dat moment aan om ons te vertellen dat in Israël geen dieren mogen optreden in het circus. Waarom niet? Omdat volgens Joodse opvatting de gebruikelijke rol van dieren bij dit volksvermaak niet verenigbaar is met het juiste omgaan met Gods schepselen. Je vraagt je af hoe de reacties in Nederland zouden zijn als een lid van de Tweede Kamer een wetsvoorstel zou indienen om een eind te maken aan het exploiteren van dieren in het circus.
Niet zachtzinnig
Er is nog een gedachte die ik maar moeilijk van me af kan zetten bij de discussie over het rituele slachten. Ik aarzel om deze aan het papier toe te vertrouwen, maar ik wil hem toch kwijt. Van diverse partijen die het wetsvoorstel van mevrouw Marianne Thieme hebben gesteund, is me nooit zo opgevallen dat ze zo bijzonder teerhartig zijn. Uitgerekend zij hebben bijvoorbeeld geen enkele moeite met het feit dat in Nederland dagelijks bijna honderd ongeboren kinderen gedood worden door de moderne moord die abortus heet. Het aantal abortussen is inmiddels gestegen tot 34.000 per jaar. De beelden die ik ooit zag over de praktijk in abortusklinieken hebben mij diep geschokt. Van zachtzinnigheid is daarbij in ieder geval geen sprake. Bij een late abortus wordt het hoofdje van de ongeboren vrucht eenvoudig gekraakt met een verlostang (forceps) terwijl het lichaampje in stukken wordt geknipt.
Nu weet ik wel dat artsen verschillend oordelen over de vraag of een foetus pijn lijdt tijdens een abortus. Niettemin bevreemdt het mij in hoge mate dat juist fervente voorstanders van abortus zo heftig in het geweer komen als het gaat om het rituele slachten van dieren.
Godsdienstvrijheid
Van Joodse zijde is de laatste maanden herhaaldelijk gewezen op de grote gevolgen die het verbod op de sjechita heeft voor hun geloofsbeleving. Het kosjer eten is één van de pijlers van het Joodse religieuze leven. Naast het houden van de sabbat als rustdag waren de Joden altijd en overal herkenbaar aan het feit dat ze zich hielden aan de kasjroet, waarvan ook het rituele slachten deel uitmaakt. Wanneer de sjechita in Nederland onmogelijk zal zijn in de toekomst, worden Joden gedwongen om hun vlees te importeren uit het buitenland, waar de rituele slacht nog wel is toegestaan. Sommige Joodse gezinnen overwegen serieus om die reden ons land te verlaten en te emigreren naar Israël of Amerika.
Het verbod op de sjechita wordt door hen nadrukkelijk ervaren als een inperking van de godsdienstvrijheid. De eeuwen door was er in ons land voor Joden een grote mate van tolerantie. Meer dan in andere landen was er ruimte om hun godsdienstige riten en symbolen in praktijk te brengen. Al in de zeventiende eeuw mochten zij een synagoge bouwen, konden zij hun doden begaven op een eigen begraafplaats en participeerden zij in de Nederlandse samenleving, zij het dat de tolerantie ook toen grenzen kende. Joden werden soms geweerd uit bepaalde gilden en niet alle publieke functies stonden voor hen open. Kosjere slagers waren er echter in tal van dorpen en steden. Zij stonden dikwijls zo hoog aangeschreven dat ook niet-Joodse inwoners hun vlees bij de Joodse slager haalden. In dit licht hoeft het niet te verbazen dat de nieuwe wetgeving door de Joodse gemeenschap wordt gezien als een ernstige bedreiging van hun religieuze identiteit.
Blijft het hierbij?
Blijft het bij het verbod op ritueel slachten? In Joodse kring bestaat over die vraag niet veel twijfel. Velen vrezen dat de volgende beperkende maatregel een verbod op de besnijdenis – in het Hebreeuws Beriet Mila of ook wel Beriet Avraham – zal zijn. Als dat gebeurt, worden onze Joodse volksgenoten in het hart getroffen. De besnijdenis is immers het teken van het behoren bij het Joodse volk, het opgenomen zijn in het verbond dat God met Abraham en zijn nageslacht heeft gesloten (Gen.17:10,11).
Sommigen beweren dat die vrees onlogisch en ongegrond is. Maar gelet op het politieke en culturele klimaat in ons land hoeven we dat niet te denken. Een aantal politici lijkt eropuit te zijn om de Joods-christelijke sporen in onze samenleving zo snel mogelijk uit te wissen. Discussies over ambtenaren die weigeren om homohuwelijken te sluiten en het rumoer rond het benoemingsbeleid op christelijke scholen spreken wat dat betreft boekdelen. We leven niet alleen in een postchristelijk tijdperk, maar dreigen ook in een antichristelijke situatie terecht te komen. De vrijheid van godsdienst komt onder druk te staan en onze Joodse volksgenoten leggen daar niet ten onrechte de vinger bij.
Wat mij betreft is het verbod op ritueel slachten dan ook geen incident, maar symptomatisch voor onze geseculariseerde maatschappij, waarin voor uitingen van godsdienstige aard steeds minder ruimte is.
Wakker worden
Intussen lijken de meeste christenen niet echt wakker te liggen van deze ontwikkeling. Ik schrok van een opmerking uit de mond van een meelevend gemeentelid: ‘Tijdens de hele discussie rond het rituele slachten heb ik in geen enkele kerkdienst voorbede voor het Joodse volk horen doen, ook miste ik het gebed of de Allerhoogste wilde ingrijpen en de antichristelijke en anti-Joodse teneur in ons land keren.’ Deze dame is zonder twijfel niet de enige kerkganger die het gebrek aan interesse in de kerk opviel.
Gelukkig heeft het moderamen van de Protestantse Kerk wel van zich doen horen. In een oproep aan de fracties van de Tweede Kamer heeft het gepleit voor het respecteren van de sjechita, die voor Joden een integraal element van hun godsdienst uitmaakt.
Ruim een halve eeuw geleden luidde het verbod op ritueel slachten het aanbreken van de Holocaust in. Toen zwegen veel christenen in alle talen. Wie de geschiedenis vergeet, loopt het risico deze nog eens over te moeten doen. Ook in deze kwestie zullen christenen zich pal achter hun Joodse volksgenoten moeten stellen. Dat behoort eenvoudig tot onze onopgeefbare verbondenheid met het Joodse volk, waartoe onze eigen kerkorde ons oproept.
M. van Campen
Dr. M. van Campen is hervormd predikant te Zwartebroek en lid van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond.