Waar bent u naar op zoek?

blog

Betekenis en beleving

Synode spreekt van hart tot hart over het avondmaal

21-11-2016

Een modern woord als ‘basics’ associeer ik niet direct met het avondmaal. En toch, ‘back to basics’, terug naar de kern, ‘vraagt een nadere bezinning op de plaats van het avondmaal in het leven van de gemeente’, schrijft prof. dr. J. Muis. De synode aanvaardde zijn notitie ‘De Maaltijd van de Heer’.

Voor bij de kerk betrokken journalisten van de christelijke kranten en kerkbladen begon deze synode niet plezierig. In ‘Nieuw Hydepark’ was de zaal voor de synodevergadering zo krap dat zij elders via een scherm mee konden kijken, iets wat thuis ook kan.

Toen ik daarom een halfuur na aankomst op Hydepark terugreed naar huis, was ik niet vrolijk gestemd. Tot ik bedacht dat ter synode over het avondmaal gesproken werd en ik me herinnerde wat Dietrich Bonhoeffer in zijn Verborgen omgang schrijft: ‘Op de dag voor het gemeenschappelijk avondmaalzullen de leden van een christelijke gemeenschap bijeen zijn. Alle boosheid en onchristelijk handelen moeten zijn weggedaan, wanneer de broeders samen de genade van God geschonken wordt.’ Zou dit appèl ook op donderdag 17 november gelden, als over de betekenis van het avondmaal gesproken wordt?

Gedachtenis

In de notitie ‘De Maaltijd van de Heer’ schrijft prof. Muis, hoogleraar Dogmatiek aan de Protestantse Theologische Universiteit, dat de gebaren en bewoordingen van de voorganger, onze levenssituatie en gemoedstoestand én de wijze van vieren van invloed zijn op de beleving van het avondmaal. Tegelijk zijn er centrale aspecten: ‘Dankzegging aan de Vader, gedachtenis van Christus, aanroeping van de Heilige Geest, maaltijd van het Koninkrijk, gemeenschap van de gelovigen’.

In zijn eerste woorden als scriba van de Protestantse Kerk geeft dr. R. de Reuver aan dat de notitie over de betekenis en de beleving van het avondmaal het gesprek in de kerkenraad en de gemeente over dit sacrament dienen moet. ‘Dit onderwerp doet recht aan ‘Kerk 2025’, waarin we tot de kern van kerk-zijn komen willen.’ Hij signaleert dat spreken over het avondmaal actueel is en refereert aan bezinning in de Raad van Advies voor het Gereformeerd Belijden en aan de recente brochure van de Raad van Kerken, ‘beleving eucharistie en avondmaal’. Het feit dat Tastbaar aanwezig. Schatten uit het avondmaalsformulier van ds. C.H. Hogendoorn (uit de Artiosreeks van de Gereformeerde Bond) binnen het jaar twee keer herdrukt is, onderstreept het gelijk van zijn woorden.

‘Grond van mijn bestaan’

Prof. Muis licht toe dat hij zich concentreren wilde op het avondmaal als ‘de maaltijd van onze Heer, Jezus Christus. Dat klinkt eenvoudig, maar is het niet. Hij geeft Zich aan ons, wij geven ons aan Hem en aan elkaar.’ De hoogleraar wilde in zijn notitie in het licht van de consensus uit de Konkordie van Leuenberg confessionele verschillen relativeren.

Publiekelijk verwoordt prof. Muis zijn persoonlijke antwoord op de bijgevoegde gespreksvragen, onder andere over zijn beleving van het avondmaal. ‘Niet elke viering wordt een maaltijd van de Heer. Als dat wel gebeurt, dan ervaar ik dat Jezus de grond van mijn bestaan is, dan zie ik God en mijn tafelgenoten als nieuw, heb ik uitzicht op Gods Koninkrijk en kan ik verder. Omdat ik Jezus Christus in het leven telkens weer kwijtraak, heb ik het avondmaal nodig.’

Gezonde spanning

Ds. R.J. van Elderen (Eemdijk) vraagt of dit rapport de breedte van de kerk bereiken gaat. ‘Spreekt het de taal van gemeenten waar avondmaalsmijding is en spreekt het gemeenten uit de evangelisch-lutherse traditie aan?’

Dr. H.E. Wevers stelt als voorzitter van de Generale Raad van Advies dat in het gesprek in de gemeenten de betekenis en beleving van het avondmaal in een gezonde spanning tot elkaar moeten blijven staan. ‘Dan kan er wat gebeuren.’

Dr. G.J. Mink (Herwijnen) vraagt aandacht voor de voorbereiding op het avondmaal, voor het zelfonderzoek, ‘wil deze notitie in meer gereformeerde delen van de kerk behandeld worden’.

Ds. M. Knevel (Zeist) stelt de vraag hoe het avondmaal in verzoenende zin een rol kan spelen in de omgang tussen gelovigen en niet-gelovigen.

Dr. E. van ’t Slot legt als adviseur namens de PThU de vinger bij de urgentie. ‘Als het avondmaal van levensbelang is, moeten we ook over de frequentie spreken.’

Ouderling mw. A. Valkenburg (Veenendaal) wil meer aandacht voor de pastorale aspecten.

Voordat de synode de notitie ‘De Maaltijd van de Heer’ aanvaardt om met een handreiking naar de gemeenten te sturen, erkent dr. De Reuver dat de betekenis van het avondmaal iets meer aandacht kreeg, maar dat de gespreksvragen juist inzoomen op de beleving.

PThU

In haar presentatie van het werk aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) vertelt de rector, prof. dr. M.M. Jansen, dat aan de vestigingen in Amsterdam en Groningen momenteel 300 studenten hun opleiding volgen. Hoe de PThU studenten vormen wil? ‘We gaan voor mensen die scherp van geest zijn, diep geworteld zijn in het christelijk geloof en in de eigen traditie, die breed georiënteerd en rijk aan spiritualiteit zijn.’ Prof. Jansen beklemtoont het motto van de PThU: ‘In Uw licht zien wij het licht.’ (Ps. 36)

Vooral gaat zij in op de waarde van valorisatie, het delen van kennis. ‘De door de overheid opgelegde valorisatie gaan we naar onze eigen hand zetten. Zo kunnen we de protestantse traditie ontsluiten. In die valorisatie richten we ons onder anderen op hen die geloofs- en levensoriëntatie zoeken.’ De PThU-rector benadrukt dat er ‘in de samenleving veel onzin over God gesproken wordt. Onze kennisdeling helpt om zinnig over God te spreken, zodat mensen weer blij worden, en bevrijd.’

Op een vraag van ouderling J.W. Boorsma (Workum) antwoordt prof. Jansen dat er gedurende vijf, zes maanden diepgaande gesprekken met de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven gevoerd zijn. Het resultaat hiervan is dat studenten die in Leuven hun bachelor haalden, ‘drempelloos kunnen instromen in de master van de PThU’.

Een teken van collegiale samenwerking tussen verschillende theologische opleidingen.

P.J. Vergunst