Euthanasie blijft een onderwerp dat ethische bezinning behoeft. De kerk heeft veel te bieden als antwoord op een zelfgekozen dood, ook in reactie op recente ontwikkelingen. Om te beginnen staan we stil bij de betekenis van de 'ars moriendi', de middeleeuwse stervenskunst, voor nu.
Dat euthanasie blijvend bezinning behoeft, ook vanuit christelijk perspectief, kwam dit voorjaar op twee manieren naar voren. Uit recente euthanasiecijfers blijkt dat inmiddels een op de twintig overlijdens door euthanasie tot stand komt. Daarnaast kondigde de minister een regeling aan voor euthanasie voor kinderen tussen 1 en 12 jaar.
Angst voor de dood
De traditie van de ars moriendi vormt een inspirerende hulpbron voor sterven nu. De kerk had vroeger in het bijzonder de opdracht om mensen te begeleiden bij (de voorbereiding op) het sterven, ook omdat medici het soms lieten afweten. Artsen wisten dat er geen kruid gewassen was tegen de zwarte dood en namen daarom soms als eersten de wijk bij het uitbreken van een epidemie. Doordat veel mensen stierven, waren er naast geestelijken ook leken nodig om stervenden te begeleiden.
In eerste instantie werden ars moriendi-boekjes voor deze leken geschreven. De boekjes zijn vooral geestelijk van aard en bestaan uit een beschrijving van het gevecht van de ziel met de duivel en de hel. Zowel Desiderius Erasmus als Martin Luther verzette zich hiertegen.
Erasmus legde in zijn boekje De praeparatione ad mortem (1533), over de voorbereiding op de dood, niet het accent op het sterfbed, maar op de manier van leven. De dood vormde zijns inziens voor goede mensen de poort naar eeuwig geluk. Erasmus geloofde dat een goede dood alleen kan volgen na een goed leven of na oprecht berouw. Toch verwacht hij dat een christen een zekere angst zal hebben voor de dood. Idealiter stierf een christen volgens Erasmus volkomen rustig en bereidwillig, doordat hij zich in het leven al had voorbereid.
Sterven in ander licht
Luther vond stervenskunst zo belangrijk dat hij er in het heetst van de Reformatie een sermoen (preek) aan wijdde (1519). Door het geloof in Christus als toegang tot God kwam ook het sterven in een ander licht te staan. De gebruikelijke beelden in de ars moriendi-geschriften van geloofstwijfel, wanhoop, ongeduld, zelfgenoegzaamheid en hebzucht maakten bij Luther plaats voor leven, genade en hemel. Luther richtte zich in zijn sermoen tot de stervende zelf en wilde zo een helpende hand bieden in de persoonlijke voorbereiding op het sterven.
Luther verlegt – en daarin stemt hij overeen met Erasmus – de focus van de laatste uren voor het sterven naar het gehele leven. Dáár moet de voorbereiding plaatsvinden. ‘In het leven, wanneer de dood nog ver weg is en de mens nog niet in het nauw drijft, moet men zich gedachten erover voor de geest roepen.’ Midden in het leven vindt de voorbereiding plaats, mogen we op Christus leren vertrouwen. Dan zullen bij het sterven zelf niet zozeer de beelden van dood, zonde en hel ons aanvliegen, maar mogen we Christus voor ogen houden.
Zelfbeschikking
Carlo Leget, hoogleraar Zorgethiek aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht, heeft vrij recent een ars moriendi-model voor deze tijd ontwikkeld.
Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van donderdag 7 december 2023. Neem een jaarabonnement (€ 53). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!