Steeds minder Rooms
Frankrijk, oudste dochter van de Kerk, ben je trouw aan de beloften van je doop?' Deze vraag stelde paus Johannes Paulus II als een vermaning tijdens zijn eerste bezoek aan Frankrijk, op 1 juni 1980. Waarom deze uitdaging, vraagt ds. Markusse.
Daar was in 1980 alle reden voor. Heel vroeg in de geschiedenis heeft het Evangelie Frankrijk bereikt. In de loop der eeuwen zijn de Franse koningen meermalen de paus te hulp gesneld om ‘het domein van Sint Petrus’ van de ondergang te redden. De laatste keer zelfs door keizer Napoleon III in 1864.
Toen na hem Frankrijk weer een republiek werd, was het ook afgelopen met de steun aan Rome. Het politieke klimaat werd sterk anticlericaal en in 1905 aanvaardde het parlement de wet op de scheiding van kerk en staat. In feite was deze wet nog een gunstig compromis, gezien de vijandige sfeer die er toen heerste.
Hoewel Frankrijk nog steeds een rooms-katholiek land genoemd kan worden, heeft de invloed van de kerk steeds meer aan betekenis ingeboet. Door de scheiding van 1905 is het ook moeilijker geworden nauwkeurige gegevens te verzamelen wat betreft de religie in Frankrijk. De laatste officiële telling was in 1872. Sindsdien werken de godsdienstsociologen met opiniepeilingen. Directe informatie bij kerken en verenigingen geeft ook geen vergelijkbaar resultaat, omdat de normen voor het lidmaatschap bij de verschillende godsdiensten lang niet dezelfde zijn.
Ondanks enig voorbehoud wat betreft de precieze cijfers is de tendens duidelijk en zijn de percentages vrij betrouwbaar. Steeds minder Fransen noemen zich rooms-katholiek. In 1905 maakten zij 90 procent van de bevolking uit, in 1986 81 procent, in 2012 56 procent. Tussen 1986 en 2012 steeg het aantal mensen zonder godsdienst van 15,5 naar 32 procent.
Dat mensen zich katholiek voelen, betekent echter niet dat ze ook een echte band met de kerk hebben. In 2012 ging 12 procent van de rooms-katholieken op z’n minst één keer per maand naar de mis. Hoogstens 5 procent doet dat iedere zondag. En 72 procent bezoekt de mis alleen op feestdagen of bij een familiegebeuren, 16 procent komt nooit in de kerk.
Daar komt bij dat bijna de helft van de kerkgangers ouder is dan 65 jaar. Minder dan een kwart is beneden de 35 jaar. De vermaning van paus Johannes Paulus II in 1980 was dus te begrijpen, maar heeft geen effect gehad op het Franse volk als zodanig.