Scholen staan onder druk
Christelijke en reformatorische scholen staan onder druk. Daarbij is het gevaar voor verval van binnenuit wellicht groter dan de bedreigingen uit de seculiere maatschappij. Scholen hebben gebed nodig vanuit de kerken en door de ouders.
De Bijbel laat ons op tal van plaatsen het wonderlijke verband zien tussen het gebed van mensen en het handelen van God, zoals bijvoorbeeld in Handelingen 12:5. Petrus zit in de gevangenis, ‘maar door de gemeente werd voortdurend voor hem tot God gebeden’. En dan volgt in vers 7 hemels ingrijpen, een vurige muur van bescherming, op het gebed van nietige mensen.
Die roep tot God om bescherming is zeer gewenst voor ons onderwijs, want christelijke en reformatorische scholen staan onder druk. Het is van groot belang dat ons onderwijs mag weten dat er voldoende voor hen wordt gebeden.
Spanning
Dat de verbinding tussen school, gezin en kerk hecht is, kan niet genoeg worden onderstreept. Juist daar, op die verbindingen, staat vandaag de dag spanning. In kerken is er niet altijd het bewustzijn van het belang van betrokkenheid rondom het christelijk on-derwijs, huisgodsdienst staat onder druk, de gezagscrisis gaat ‘onze’ scholen niet voorbij. Ook zij worden soms geconfronteerd met ouders die desnoods hun eisen voor zoon of dochter met verbale of zelfs juridische eisen kracht bijzetten. Gebed in en voor die driehoek school-gezin-kerk is daarom belangrijk. En dankzegging, want wat is er ook veel om voor te danken als het gaat om het christelijk en reformatorisch onderwijs.
In het gezin
Allereerst gebed en dankzegging in het gezin, want daar ligt toch de basis. De vorming van onze jeugd vindt bovenal daar plaats. Klinkt regelmatig het gebed voor school in onze huizen? Danken we voor het dagelijks opengaan van het Woord op de scholen, voor de goede zorg vanuit school toen even wat extra steun nodig was. Bidden we om de werking van de Heilige Geest voor die leerkracht die door de les heen christelijke normen en waarden verlangt door te geven, voor die docent die moeite heeft met orde houden, voor die mentor die een steekje heeft laten vallen? Bidden we voor de vervulling van vacatures, voor de leiding van de werkweek naar het buitenland die aanstaande is, om wijsheid bij de studie?
Wat is het kostbaar vormend voor onze jongeren als ze merken dat hun ouders niet alleen benieuwd zijn naar hun cijfers, maar op hartsniveau verbonden zijn met hun school. De taak van de doopbelofte van ‘laten onderwijzen’ kan immers wel worden gedelegeerd, maar de verantwoordelijkheid niet. Is deze betrokkenheid op school – zowel met het oog op het tijdelijke alsook op het eeuwige welzijn van onze jongeren – juist niet het cruciale onderscheid met seculier onderwijs?
Schoolkeuze
Dat maakt schoolkeuze op zich al tot een belangrijk proces. Het is niet om het even op welke school je onderwijs ontvangt, omdat onderwijs altijd uitgaat van een bepaalde wereldvisie, overtuigingen en uitgangspunten. Voor onze christelijke en reformatorische scholen is dat het Woord van God. De betrokkenheid van ouders op die schoolkeuze maakt groot verschil. Bestaat die uitsluitend uit de vraag: ‘welke school lijkt je leuk?’ of wordt er samen met zoon of dochter biddend gezocht naar de juiste school en richting?
Gebedskring
Op een van onze locaties meldde zich recent een groep ouders die als gebedskring regelmatig bij elkaar wil komen om te bidden voor ons onderwijs. Zo’n kring beseft het vitale belang van het gebed voor een school, waar niet alleen bekwaamd wordt in allerlei vakken, maar waar ook dagelijks het Woord opengaat en zaken van eeuwigheidswaarde in de klas besproken worden. Mag er zo ook gebed voor het onderwijs zijn aan de keukentafel in de gezinnen, zodat huisgezinnen kleine gebedskringen zijn?
Op zondag
Wat is het nodig en waardevol dat jongeren ervaren dat er in de week thuis gebeden wordt voor hen en voor hun docenten en dat ze horen hoe op zondag in de kerk de gemeente dat gebed overneemt en meebidt. Het bemoedigt de leerlingen dat hun schoolwerk wordt opgedragen aan God. Het bemoedigt ook de vele onderwijzers als hun werk tot voor Gods troon wordt gebracht en Gods zegen erover gevraagd wordt. Opvallend is dat in de Heidelbergse Catechismus juist het vierde gebod om de rustdag te eren verbonden is met ‘het onderhouden van de scholen’. Het is op zondag in de eredienst daarom gepast en nodig om voor het onderwijs ‘God openlijk aan te roepen’ (HC 38.103).
Nee, het welzijn van onze leerlingen en scholen hangt niet af van onze ‘gebedsdekking’, het is in Gods hand. Toch spoort Hij ons met rijke beloften aan het van Hem te verwachten: ‘Laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging, bekend worden bij God.’ (Filip.4:6) En wees daarbij niet bezorgd omdat ‘Uw Vader weet wat U nodig hebt, voordat U tot Hem bidt’ (Matt.6:8). Bidden we als gemeentelid, ouder of predikant mee voor onze scholen?