Rouwrituelen helpen
In onze tijd staat een uiterst persoonlijke benadering van omgaan met rouw centraal. Wat kunnen we leren van rouwgebruiken in de Bijbel en uit eerdere tijden?
Wie op een website van een van de grotere uitvaartondernemingen kijkt, krijgt een duidelijk beeld van de verschuivingen in de rituelen sinds 1950. Op zo’n site kun je ‘inspiratie opdoen’ om een uitvaart naar eigen wens vorm te geven. Zo is er de mogelijkheid om de begrafenis ’s avonds te laten plaatsvinden, omdat de overledene een avondmens was. Na afloop van de plechtigheid is er voor de gasten witte wijn en tapas, precies zoals de overledene het wilde.
Rituelen rondom de dood blijven. Maar de gedachte die steeds meer terrein wint, is die van ‘de dood hoort bij het leven’. De dood wordt ontdaan van het ernstige besef dat zij de laatste vijand is. Het besef te moeten verschijnen voor de Rechter van hemel en aarde verdwijnt in hoog tempo. Het kan toch niet zo zijn dat dit sluipenderwijs ook in de christelijke gemeente het geval is?
Onze tijd vraagt om een persoonlijke en pastorale benadering van nabestaanden. Voor een christelijke gemeente biedt dat kansen om rouwdragenden te ondersteunen. We zien een positieve ontwikkeling in de betekenis die de kerk tijdens het rouwen inneemt voor christenen.
In de jaren ’50 kwam de dominee op de dag van begraven een kort moment aan huis en bracht men op zondag rouw in de kerk. Dat waren rouwgebruiken waarbij het persoonlijke dikwijls helemaal op de achtergrond bleef.
Tegenwoordig kent een rouwdienst vaak een op de overledene toegesneden toon, is er ruimte voor het uitspreken van een In memoriam en zijn er diverse mogelijkheden die als troostvol worden ervaren door nabestaanden. Tegelijk is er op die momenten ruimte voor een hoopvol getuigenis dat klinken mag richting alle aanwezigen, zeker als de overledene mocht sterven in Christus.
Lees de volledige tekst in De Waarheidsvriend van 24 juli 2015.