Waar bent u naar op zoek?

‘God’s gevangene’ van Wilma heeft na honderd jaar nog steeds iets te zeggen

Roman over homoseksualiteit

Dr. J. Werkman
Door: Dr. J. Werkman
06-06-2023

‘Dit boek is een vergissing’, schreef een eeuw geleden de bekende dominee J.J. Knap Czn. in zijn tijdschrift Oude Paden. Uitgeverij ‘Holland’ had hem van de roman God’s gevangene van Wilma (Vermaat) een exemplaar gestuurd om te recenseren. Ds. Knap deed het niet.

Hij vond het een gevaarlijk boek. Hij schreef alleen: ‘Wilma’s gedachten behooren niet in deze regionen rond te dwalen.’ Een paar weken eerder had De Standaard, hét gereformeerde dagblad uit die tijd, al geschreven: ‘Een boek van Wilma wordt voor een christelijk boek aangezien. Maar dit boek is een soort goedpraterij van een zondige neiging, die we niet zullen aanduiden.’

Lijdende schepping

Wilma Vermaat (1873-1967) heeft inderdaad een reeks romans op haar naam staan over mensen die lijden of vrijwillig het lijden op zich nemen en daarbij hulp nodig hebben van God en mensen. Wilma was volop een naaste, als schrijfster en als mens. In haar kleine huis met rieten dak dicht bij Beekbergen ontving ze mensen met moeilijkheden, van getraumatiseerden tot onderduikers in de oorlog. De hele lijdende schepping van Romeinen 8:22, mens, dier en plant, kreeg gestalte in haar romans. Ze wist persoonlijk waarover ze schreef. Als jonge vrouw dreigde ze psychisch in een afgrond te storten, maar toen stak haar neef, de latere hofpredikant dr. J.H. Gerretsen, haar de helpende hand toe.

Zo’n helper werd zij daarna zelf, ook voor mensen met een homoseksuele geaardheid. Een van hen, de arts Anton Kraak, woonde tijdelijk bij haar en haar zusters in. ‘Op zijn huid’ schreef ze God’s gevangene, over Barto, een jonge homoseksueel geaarde man. Met hem en met anderen sprak ze openhartig, zonder hen om hun geaardheid te veroordelen. Integendeel, ze had er oog voor dat juist homo’s vaak gevoelige mensen zijn, kunstzinnig, pedagogisch begaafd. Ze merkte ‘dat in hen de vader en de moeder elkaar ontmoeten, de man en de vrouw’. Vooral herkende ze dit in de dichter Willem de Mérode. Ze vertelde me dit toen ik haar in 1964 in haar rieten-dak-huis interviewde voor mijn biografie over De Mérode.

Niet over praten

In heel haar roman komt het woord ‘homoseksualiteit’ niet voor. Dat deed ze om zichzelf en haar homo-gesprekskring te beschermen, want, schreef ze in haar autobiografie Het heilig wonder van mijn leven (1953): ‘de naam die dit anders-zijn karakteriseerde, werd in beschaafd gezelschap niet genoemd.’ Maar het was duidelijk waar ze het over had. En dat verdroeg de christelijke wereld om haar heen niet. De gezaghebbende gereformeerde dominee dr. J.C. de Moor was een literair gevoelige man, maar hij vond dat je over homoseksualiteit niet moest praten en dat het dus ook geen romanonderwerp mocht zijn. Hij beriep zich daarbij op Efeze 5:11 en 12: Men mag geen gemeenschap hebben met ‘de onvruchtbare werken der duisternis’, ‘want hetgeen heimelijk van hen geschiedt, is schandelijk ook te zeggen.’

Foto: De eerste druk uit 1923.

Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van donderdag 8 juni 2023. Neem een jaarabonnement (€ 52,50). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!

Dr. J. Werkman
Dr. J. Werkman

uit Amersfoort is neerlandicus, schrijver en bestuurslid van stichting Willem de Mérode.