Rampen en de hemel
Op grond van de Bijbel geloven we dat God alle dingen die gebeuren bestuurt. Kan dat troosten, vraagt ds. P.J. Teeuw zich af, ook als je denkt aan de meisjes die vorige maand in Huizen omkwamen?
Met de Bijbel in de hand belijden we dat niets toevallig gebeurt, maar dat God alle dingen stuurt en alles regeert. Dus ook het ongeval dat twee, eigenlijk drie meisjes in Huizen overkwam. Dat is moeilijk te geloven. Is God dan toch verantwoordelijk voor het kwaad? Nee. ‘Toch is God niet de bewerker van de zonde die gedaan wordt’, lezen we in artikel 13 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, ‘en Hij draagt er evenmin de schuld van.’ Hoe kan dat?
In het gewone leven kan dit niet. Maar dit geloofartikel over de voorzienigheid van God wijst op twee eigenschappen van God, waardoor God toch niet aansprakelijk is voor de zonde. Namelijk op Zijn macht en goedheid. Door Zijn macht kan Hij de zonde – die Hij haat – toelaten en er zelfs Zijn hand in hebben. Maar door Zijn goedheid draagt Hij er niet de minste schuld van. God is zo machtig dat Hij het kwade beschikt en Hij is zo goed dat Hij er geen schuld aan heeft.