Preek in de week
De voorbereiding van de preek vraagt meer dan enig ander ding de aandacht van een predikant. Maar hoe doet de dominee dat nu, het maken van een preek? Ds. H. Russcher licht toe.
Hoe verloopt het proces van preekvoorbereiding te midden van de vele andere taken die een predikant heeft?
Wanneer we geloven dat de preek het middel bij uitstek is waardoor de Heilige Geest mensen tot geloof brengt en opbouwt in het geloof, dan hebben we kwaliteit te leveren. Een regel van Benedictus luidt: ‘Alles wat het waard is om gedaan te worden, is het ook waard om goed gedaan te worden.’ Dat geldt zeker voor de prediking. Ik beschrijf hier hoe ik het doe (of het zou willen doen), niet zoals ieder het zou moeten doen.
Voorrecht
De prediking van Gods Woord is de core business van een predikant. Je heet niet voor niets Verbi Divini Minister, dienaar van het goddelijke Woord. Dit is een erenaam. Maar het zet je als predikant ook op je plek. Je bedient je niet van het Woord, het Woord bedient zich van jou. Het is een bijzonder voorrecht betrokken te zijn bij de grote missie van God om zondaren te redden en Zijn Koninkrijk te bouwen.
Steeds moeilijker
Preken is het mooiste werk, maar ook het moeilijkste. Mijn ervaring is dat het steeds moeilijker wordt. Toen ik pas begon, dacht ik dat het maken en houden van preken me gaandeweg gemakkelijker zou afgaan en de preekvoorbereiding minder tijd in beslag zou gaan nemen. Er zijn ook wel gemeenteleden die denken dat een dominee na verloop van tijd de preken steeds gemakkelijker uit de togamouw schudt.
Dat is echter niet zo. Althans niet wanneer je je preken niet op de automatische piloot wilt maken, wanneer je niet alleen oude maar ook nieuwe dingen uit de schat van het Woord wilt opdelven, wanneer je je gemeente wekelijks vers brood wilt voorzetten, wanneer je dicht bij het leven van je hoorders wilt komen, wanneer je hun hart wilt raken. Het kost mij steeds meer tijd, het vergt steeds meer inspanning, het vreet steeds meer energie. Theologiestudenten moet ik dus de illusie ontnemen dat preken in de loop der jaren gemakkelijker wordt en minder spanning oplevert. Laat het hun een troost zijn dat ook de zogenaamde preektijgers er hun leven lang tegen op zijn blijven zien.
Ik denk aan Maarten Luther, die steeds weer huiverde aan de voet van de kansel. En van dr. J.J. Buskes is bekend dat hij regelmatig nachtmerries had. Zo droomde hij eens dat hij door de ouderling van dienst naar de kansel werd gebracht, maar het trapje naar boven niet kon vinden. En toen hij dat trapje eindelijk had gevonden en beklommen, bleek hij tot z’n schrik op het klankbord terechtgekomen te zijn.
Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van 19 januari 2017.