Waar bent u naar op zoek?

blog

Zonden in gemeente belemmeren de werking van de Geest

PINKSTEREN

19-05-2015

Wanneer begint Pinksteren? Grote kans dat iemand zegt: in Handelingen 2 natuurlijk. Inderdaad meldt Lukas ons daar het geweldige gebeuren van de uitstorting van de Geest. Maar de Heilige Geest was er eerder. Veel eerder.

De Heilige Geest heeft nooit stilgezeten. De Bijbel stelt van meet af aan vast dat de Geest van God boven het water zweefde of broedde (Gen.1:2). Bij de schepping was de Heilige Geest al volop werkzaam. De Hebreeënbrief zegt dat Christus Zichzelf smetteloos aan God geofferd heeft door de eeuwige (!) Geest (Hebr.9:14). De Geest dateert dus van eeuwigheid.

Zo geloven en belijden wij het ook. De Vader is eeuwig, de Zoon is eeuwig en de Heilige Geest is eeuwig (Geloofsbelijdenis van Athanasius). Daarom wordt de Geest, tezamen met de Vader en de Zoon aangebeden en verheerlijkt (Geloofsbelijdenis van Nicea). Het is al pinksterfeest vanaf het allereerste begin.

Soms een stormwind

Om het verschil tussen het Oude en Nieuwe Testament aan te geven voor wat het werk van de Heilige Geest betreft, wordt vaak gewezen op het feit dat de werkzaamheid van de Heilige Geest vóór Pinksteren een meer incidenteel en (soms ook) beperkt karakter droeg.

In zekere zin is deze vaststelling juist. We zien inderdaad dat God op beslissende momenten Zijn Geest op en in mensen geeft, met het oog op een bepaalde taak. De richters van Israël vormen een mooi voorbeeld. Meestal lezen we dat de Geest óver iemand kwam, zoals bijvoorbeeld bij Jeftha (Richt.11:29). Er zit iets kalms in die uitdrukking. Het ging ook weleens anders. Bijzonder is de wijze waarop Gideon tot zijn taak geroepen wordt. De Schrift gebruikt hiervoor een krachtige uitdrukking: de Geest des HEEREN bekleedde Gideon (Richt.6:34). Zoals iemand een jas of mantel aantrekt, zo ingrijpend maakt de Geest van Gideon gebruik.

Eenzelfde uitdrukking komen we tegen bij Amasaï (1 Kron.12:18). Bij de profeet Ezechiël maakt de Heilige Geest Zich met veel geweld bekend; Hij valt over de profeet (Ez.11:5). De richter Simson wordt door de Geest aangegrepen en aangedreven (Richt.13:25).

Het is boeiend en verrassend om de plaatsen in het Oude Testament na te gaan waar, maar vooral ook hoe de Geest op mensenlevens ingreep. Toen al was de Geest soms een stormwind.

Gewone man

Ondertussen waren het niet alleen de richters en later de koningen Saul en David (1 Sam.10:6; 16:13) of profeten, die deelden in de gave van de Geest. We lezen ook over de gewone man of vrouw die bezield en vervuld kon zijn met de Geest van God. De farao van Egypte stelt verwonderd vast dat de Geest van God in Jozef woont (Gen.41:38). Datzelfde kon ook over Daniël worden gezegd (Dan. 4:8). God zegt tegen Mozes dat Hij Besaleël vervuld heeft met de Geest met het oog op zijn werkzaamheden voor de tabernakel (Ex.31:3). In de bijzondere geschiedenis over koning Saul, die door de Geest overmand wordt, lezen we dat de Geest ook over zijn boden komt (1 Sam.19:20-24). De Geest is meer werkzaam en aanwezig dan we dikwijls vermoeden.

Vol

Wanneer de Heere Jezus wordt gedoopt in de Jordaan komt de Geest van God in de gestalte van een duif op Hem (Luk.3:22). Je kunt wel zeggen dat alle beloften en voorafschaduwingen over en van de Heilige Geest in Hem geconcentreerd samenkomen. Zoals een brandglas de zonnestralen vangt en tot een intense straal samenbalt.

Met name het Lukasevangelie vestigt onze aandacht op Christus Die vervuld is met de Geest van Zijn Vader. Dat begint al voor de geboorte (1:35). Johannes profeteert dat Hij zal dopen met de Heilige Geest (3:16). Na de doop in de Jordaan gaat Hij vol van de Geest de woestijn in (4:1), door de krácht van de Geest keert Hij terug naar Galilea (4:14). In Nazareth past Hij de profetie uit Jesaja op Zichzelf toe: de Geest van de Heere is op Mij (4:18). Zó gaat Hij Zijn weg. Hij is de Geestvervulde Koning, Profeet en Priester. Hij – en Niemand anders − is het Die met Pinksteren Zijn Geest uitstort. Hij is de Drager én de Uitdeler van de Geest (Hand.2:33).

Overvloed

Wat is nu het bijzondere van Pinksteren? Uiteraard dat de Heilige Geest uitgestort wordt. Druppels worden waterstromen, een stroompje wordt een krachtig bruisende rivier. De pinksterdag is geen dag van schaarste, maar van ruime overvloed. Opvallend zijn de beelden die Lukas gebruikt om het onweerstaanbare van het werk van Gods Geest te laten zien. De Geest is als een bulderende stormwind en als laaiend vuur.

Woning van God

Nu is er nog een belangrijk element dat onze aandacht verdient. De apostel Paulus gebruikt in de Efezebrief een wondermooie uitdrukking voor de gemeente, wanneer hij schrijft dat ze sinds Pinksteren een woning van God is, in de Geest (Ef.2:22). Concentratie op deze typering van de gemeente is waardevol.

Paulus schrijft in Efeze 2 over Pinksteren. De muur die scheiding maakte tussen Jood en heiden is afgebroken. Het water gutst met het pinksterfeest over de rand heen; er zijn geen muren meer te zien. De christelijke gemeente is nu een heilige tempel in de Heere, een woning van God, in de Geest. Het is duidelijk dat deze uitdrukking stamt uit het Oude Testament en de wijze waarop God toen onder Zijn volk wilde wonen. Kenmerk was dat de heerlijkheid van God tabernakel en tempel vervulde.

Zo is de Heilige Geest nu in Zijn gemeente. Een constatering die ons stil en verwonderd mag maken. Doet ze dat ook? De Heilige Geest is onder ons. Sterker nog: Hij woont onder ons, in de gemeente. ‘Op de dag van Pinksteren komt de Heilige Geest wonen in de gemeente; met groot geweld trekt Hij binnen om Zich vervolgens daar voorgoed te vestigen’ (dr. C. Trimp).

Een machtige realiteit, vol belofte, heil en perspectief. Ook een die beangstigen kan. ‘Geweldig is de dreiging: Zo iemand de tempel van God schendt, die zal God schenden!’ (ds. G. Boer) Staan we bij het laatste voldoende stil? Ananias en Saffira hebben het geweten, en de gemeente in Jeruzalem was er diep van onder de indruk (Hand.5:1-11).

Hoogspanning

We zijn in de kerk, bij God. Je kunt deze laatste zin niet omkeren. De heilige God nodigt zondaren. Dat is grond en basis van ons samenkomen. Zijn machtige Geest is in deze werkplaats meer dan aanwezig. Er staat een geweldige en heilige hoogspanning op de eredienst. Wanneer het Woord opengaat, gaat de wind waaien. Niemand weet waarvandaan, maar de gevolgen zijn ontegenzeggelijk. Doden worden levend. Kille harten vertederen wanneer de Geest het vuur opstookt.

Het gaat er niet om dat er méér Geest in de gemeenten komen moet, zoals sommigen suggereren. Die Geest is er – naar Zijn belofte − allang. Wel bedroeven wij Hem menigmaal (Ef.4:30). Zonden in de gemeenten staan de volle (uit)werking van de Geest geweldig in de weg. Het vuur wordt gedoofd (1 Thess.5:19).

Verlegen gemeente

Daar kon het punt weleens liggen; er is te veel vlees in de gemeenten. Ook vroom vlees is vlees. Geef de Heilige Geest de schuld niet van een toestand waar wíj debet aan zijn. Laten wij de Heere door Zijn Geest werkelijk in ons werken? (HC, antw.103)

Nodig is een verlegen gemeente, die alles van de HEERE verwacht. Gemeenten waarin de een de ander voorgaat in dienstbetoon, waar ootmoed en liefde grondpatronen zijn. Waar hartstochtelijk gebeden wordt. daar gebeuren wonderen.

Ik geloof in de Heilige Geest, Die Heere is en levend maakt.

C.H. Hogendoorn

Ds. C.H. Hogendoorn is predikant van de hervormde gemeente te Katwijk aan Zee en lid van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond.