Op de vrouwenvereniging
Elk jaar stoppen er wel enkele vrouwenverenigingen. Voor mevrouw M.M. Jonker-Hakkert, voorzitter van de Bond van Hervormde Vrouwenverenigingen, is dat echter geen reden om te somberen, schrijft M.van den Wind.
In de Christelijke Gereformeerde Kerken staat het er iets minder goed voor. Voor het nieuwe jaar bedankten er zes plaatselijke verenigingen. Dat is eigenlijk ieder jaar het geval, volgens mevrouw H. den Hertog-van ’t Spijker, voorzitter van de Bond van Christelijke Gereformeerde Vrouwenverenigingen.
Er zijn nu 114 verenigingen aangesloten bij de bond, die sinds 14 januari CGK-vrouw heet. ‘Veertig jaar geleden kwamen er 2000 leden op de jaarlijkse bondsdag. Nu schommelt het totale ledenaantal rond dat getal. Het probleem is dat er momenteel overwegend oudere dames lid zijn.’
Aanwas
Bij de hervormde bond zijn 259 plaatselijke verenigingen aangesloten, die samen ongeveer 9.000 leden hebben. Jonker: ‘Na de kerkscheuring in 2004 hebben we een behoorlijke klap gehad wat het ledenaantal betreft. Dat heeft nog een tijd nagedruppeld, maar inmiddels is dit uitgefilterd. We hebben nu met natuurlijk verloop te maken. Oudere leden overlijden of ze moeten bedanken vanwege hun leeftijd.’
Twee of drie verenigingen zeggen er per jaar op, omdat er bijvoorbeeld geen bestuurslid meer is dat kan voorzitten. ‘Mensen blijven dan wel <i>De Hervormde Vrouw<p> lezen, maar ze komen niet meer bij elkaar.’
Dat het minder goed zou gaan met vrouwenverenigingen, is volgens haar vooral een indruk. ‘We zien vaak dat zich in een gemeente een nieuwe vereniging met jongere vrouwen gevormd heeft en dat daar wel nieuwe leden bijkomen. Dat kan met de invulling te maken hebben. Jongere vrouwen en vrouwen van middelbare leeftijd komen bewust voor de bijbelstudie. Ouderen lezen soms ook nog notulen of een verhaal, al komt dat niet zo vaak meer voor.’
Mevrouw Den Hertog begrijpt eigenlijk niet zo goed waarom het niet goed lukt om de aanwas op peil te houden. ‘Als ik hoor wat jongere vrouwen op een vrouwenochtend doen, dan verschilt dat niet zoveel van wat wij doen. Toch spreekt het minder aan,’ stelt ze met spijt vast.
Geen concurrentie
De hervormde vrouwenbond heeft een PR-commissie die met plaatselijke verenigingen meedenkt over het vitaal houden van de vereniging. Het imago van een vereniging kan mensen ervan weerhouden zich aan te sluiten, leert de ervaring. ‘Als er enkele jaren geen leden bijkomen, vragen we of het mogelijk is een nieuwe vereniging ernaast op te richten. Daaraan kunnen andere vrouwen dan op hun eigen manier invulling geven. Sommige dingen zoals een kerstavond kun je samendoen.’
Het kan gevoelig liggen als er een vereniging naast komt, beseft Jonker. ‘We proberen als landelijk bestuur die gedachte altijd om te buigen: als vrouwen van de gemeente elkaar maar ontmoeten rond een open Bijbel. Dan gaat de concurrentie eruit.’
Meta van den Wind
Lees de volledige tekst van het artikel in De Waarheidsvriend van 29 januari 2016.