Waar bent u naar op zoek?

Op bezoek namens de kerk

Geertje Bikker
Door: Geertje Bikker
29-06-2023

Tijdens een huisbezoek een stukje uit de Bijbel lezen kan zomaar een automatisme worden. Ds. M.J. Tekelenburg pleit in zijn boekje De Bijbel open in het pastoraat voor aandacht en rust. ‘Je moet je als bezoeker bewust zijn van degene die je voor je hebt.’

Ds. Tekelenburg heeft niet de indruk dat in de gemeenten die hij sinds 1997 diende en dient (Linschoten, Sprang, IJsselstein, Reeuwijk en Monster) in het pastoraat de Bijbel minder vaak opengaat. ‘Al heb ik wel het gevoel dat mensen bij de opening van een vergadering nu soms eerder voor het voorlezen van een lied of een gedicht kiezen in plaats van een bijbelgedeelte. Op zich heb ik niets tegen liederen of gedichten, maar ik wil er toch wel graag aan vasthouden dat de Bijbel van een ander, hoger niveau is.’

Waar hij zich zorgen over maakt, is hoe bewust de Bijbel tijdens pastorale bezoeken wordt gebruikt. ‘Een stukje uit de Bijbel lezen hoort erbij en dus doen we het. Het kan zomaar een automatisme worden, een vorm die we overeind houden, maar de vraag is of het ook inhoudelijk leeft. In hoeverre leeft een ouderling zelf met de Bijbel? Ik ben bang dat dit oppervlakkiger is geworden, onder andere doordat er in het leven zoveel onrust is. Ik denk dat het essentieel is dat mensen die namens de kerk pastorale bezoeken afleggen, laten blijken dat de Bijbel voor hen heel belangrijk is. Dat is dus een aansporing om zelf trouw te zijn in het lezen van de Bijbel. Degene bij wie je namens de kerk op bezoek komt, moet merken dat de Bijbel voor jou persoonlijk belangrijk is. Zo maak je als ouderling of bezoekbroeder of -zuster op een bepaalde manier reclame voor het lezen van en leven met de Bijbel.’

Niet afraffelen

Wat ds. Tekelenburg betreft zou degene die een pastoraal bezoek aflegt, zichzelf bij het lezen van een bijbelgedeelte moeten afvragen of de ander het wel mee kan maken. ‘Je moet je als bezoeker bewust zijn van degene die je voor je hebt. Rustig en aandachtig lezen is belangrijk, raffel het niet af. Lees het gedeelte dat je hebt uitgekozen, thuis zelf alvast een paar keer door. Vraag jezelf af: is het niet te ingewikkeld, geef ik voldoende uitleg? Dat laatste is ook een valkuil. Laat vooral de tekst zelf spreken. Je moet niet denken dat wat je zelf over een bijbelgedeelte wilt zeggen het belangrijkste is. Het gaat erom wat de Bijbel zegt. En God spreekt niet alleen door degene die op bezoek komt, Hij kan ook spreken door degene die bezocht wordt.’

Dat gaat soms wel aarzelend. Ds. Tekelenburg: ‘Mensen hebben niet altijd de woorden om te benoemen wat er in hun hart leeft. Ze hebben dat nooit geleerd of ze zijn bij het ouder worden steeds beschroomder geworden. Als je als ouderling een pastoraal bezoek aflegt, mag je hen soms helpen daar woorden aan te geven.’

De diepte in

Het is goed, meent de predikant uit Monster, om je, bijvoorbeeld als kerkenraad, te bezinnen op de plaats die de Bijbel binnen het pastoraat heeft. ‘Tijdens een pastoraal bezoek ontmoet je elkaar als leden van dezelfde gemeente. De Bijbel en het gebed is wat je bindt. Dus is het heel natuurlijk om tijdens zo’n gesprek de Bijbel te openen.’

Op welk moment dat gebeurt, kan per situatie verschillen. Het is gebruikelijk om een bezoek met bijbellezing en gebed af te sluiten, maar dat hoeft niet. ‘Als een gesprek niet soepel loopt, zou ik er niet te lang mee wachten. Soms kan het lezen van een bijbelgedeelte ertoe leiden dat een gesprek alsnog de diepte in gaat.’

De predikant pleit ervoor om te proberen in een pastoraal gesprek het alledaagse en het geestelijke zoveel mogelijk met elkaar te verbinden. ‘Als je vraagt hoe het met iemand gaat, hoop je dat degene bij wie je op bezoek bent zelf al iets over zijn geestelijke welzijn zegt. Maar als dat niet gebeurt, kun je dat als ouderling of bezoekzuster ook zelf op een natuurlijke manier doen. Als iemand vertelt over een hoogtepunt in zijn leven, zou je bijvoorbeeld iets kunnen zeggen als: “Wat een reden tot dankbaarheid” of “Wat een onverdiende zegen”. Binnen de christelijke gemeente zouden we dat sowieso wel wat meer mogen doen: zeggen dat de dingen die God ons in het leven van alledag geeft, van Hem komen.’

Doorgeven

In zijn boekje, dat in de Artios-reeks van de Gereformeerde Bond verscheen, beschrijft ds. Tekelenburg verschillende manieren waarop tijdens pastorale gesprekken de Bijbel kan worden gebruikt. De ene vorm vergt meer voorbereiding en kennis dan de andere. De eenvoudigste manier is aansluiten bij het bijbelgedeelte waar op zondag over gepreekt is. ‘Ik doe dat zelf regelmatig. Het is mooi om zo de zondag met de week die volgt, te verbinden.’ De predikant denkt dat deze methode goed zou kunnen werken voor ambtsdragers en bezoekbroeders of -zusters die bijvoorbeeld onzeker zijn over hun eigen bijbelkennis. ‘De voorbereiding kost minder tijd. Je hebt er niet zoveel achtergrondkennis voor nodig.’ Aansluiten bij een gedeelte dat op zondag bepreekt is, leidt er automatisch toe dat er variatie ontstaat in wat er tijdens een huisbezoek gelezen wordt. ‘Het maakt het ook mogelijk om eens een moeilijker gedeelte te kiezen, omdat in de preek daarbij al de nodige uitleg is gegeven.’ In het gesprek kun je bovendien aanhaken bij concrete thema’s die de predikant in de preek heeft benoemd, geeft hij aan. ‘Wat je zelf hebt ontvangen, kun je doorgeven. Zo neem je de zondagse eredienst mee de week in.’

En als degene bij wie je op bezoek gaat, op zondag niet in de kerk was en de preek niet heeft gehoord?

‘Ja, dat kan gebeuren. Ook in zo’n geval kun je elementen uit de preek die je hebben geraakt, aanhalen. Zo laat je zien dat de zondagse eredienst ook voor het dagelijkse leven relevant is. Dat kan een appèl zijn: misschien is het voor degene bij wie je op bezoek bent, een reden om de kerkgang weer op te pakken. Maar ik zou hier wel voorzichtig mee zijn.’

Lijstje

Ds. Tekelenburg heeft daarnaast ook een lijstje met bijbelgedeelten die hij regelmatig tijdens een bezoek leest. ‘Dat zijn, zeg maar, gedeelten die op mijn hart liggen. Het komt overigens ook regelmatig voor dat ik tijdens een bezoek een ander gedeelte kies dan ik in gedachten had. Ik wil openstaan voor wat zich tijdens een gesprek voordoet. Daar probeer ik dan bij aan te sluiten door ter plekke een passend stukje op te zoeken. Ik ervaar daarin zelf iets van de aanwezigheid van God tijdens zo’n gesprek. Dat benoem ik dan vaak ook wel: dat ik er dankbaar voor ben dat God me een woord geeft. Het is overigens wel zo dat goed luisteren en tegelijk nadenken over een passend bijbelgedeelte om een zekere ontspannenheid vraagt. Ik kan me goed voorstellen dat niet iedere bezoekbroeder of ouderling die zal ervaren, en dat hoeft ook niet.’

Geertje Bikker
Geertje Bikker