blog
Het streven naar een volmaakte, technische wereld is voor velen een sterke behoefte
Onze beheersingsdrift
Het vreemdelingschap van een christen is in vijf kenmerken te beschrijven. In de eerste plaats zijn wij geboren vreemdelingen, in de tweede plaats zijn we treurende vreemdelingen. Ook zijn we verantwoordelijke vreemdelingen, lovende vreemdelingen en hopende vreemdelingen.
We hebben de neiging om pas ons vreemdelingschap te beleven wanneer we merken dat de weerstand tegen het christelijk geloof in onze samenleving toeneemt. Dat is wel begrijpelijk, maar tegelijk geldt dat ons vreemdelingschap niet afhangt van de houding van onze omgeving. We zijn namelijk al als vreemdelingen geboren.
Gebroken werkelijkheid
De wereld waarin we geboren worden, is van meet af aan niet de plaats waar we thuishoren. We horen in het paradijs, in de volmaakte gemeenschap met onze Schepper. Maar we zijn door eigen schuld uit dat thuis verdreven. Nu leven we in een wereld waarvoor we niet geschapen zijn, een wereld van zonde, kwaad en dood.
Het is alleen omdat de zonde ons zo goed ‘bevalt’ dat we ons in die wereld best thuis voelen. Het is ook alleen door het werk van de Heilige Geest in ons dat we gaan beseffen dat wij bedoeld waren om, in een wereld van volmaakte harmonie, onze Schepper groot te maken. Omdat we hier in een gebroken werkelijkheid leven, zijn we vreemdelingen, niet vanwege de vijandschap van onze medemensen. Al zou de hele samenleving uit christenen bestaan, dan nog zijn we vreemdelingen.
Verlangen
Ondertussen beleven wij ons vreemdelingschap meer naarmate onze samenleving steeds verder verwijderd raakt van het ideaal dat de Heere voor ogen stond toen Hij ons schiep. Hoe groter het contrast tussen de oorspronkelijke goede schepping en de wereld waarin wij leven, hoe meer we beseffen dat dit ons thuis niet kan zijn.
Het besef van vreemdelingschap hebben wij niet van nature. Alleen door wedergeboorte ontdekken we dat we leven in een werkelijkheid waarin we vanuit onze oorsprong gezien niet thuishoren. Onze natuurlijke geboorte brengt ons in het land van vreemdelingschap, maar zonder dat we dat nog beseffen. Pas onze wedergeboorte brengt ons tot de wetenschap dat wij vreemdelingen zijn.
Dan wordt in ons het verlangen naar het vaderland geboren en zal de Geest ons leven veranderen, zodat het ook de nu volgende kenmerken van vreemdelingschap gaat dragen.
Technische vooruitgang
Een belangrijke reden dat wij vaak ons vreemdelingschap niet zo beleven, is dat wij de gebrokenheid van dit leven ‘gewoon’ zijn gaan vinden. Zo is het nu eenmaal. We zijn nu eenmaal zondaren. Dat is wel niet goed, maar het is niet anders.
We zijn er ook goed in om met allerlei hulpmiddelen de gebrokenheid te verzachten. De techniek heeft ons geweldig veel mogelijkheden gegeven om de gevolgen van de zonde te bestrijden. De medische technologie heeft een enorme vooruitgang geboekt. De ambities gaan steeds verder. Er is zelfs al sprake van dat we door individuele atomen te manipuleren in staat zouden zijn om weefsel te repareren. Als we dat met hersenweefsel zouden doen, zouden we het sterfproces (wat we tegenwoordig niet meer zien als het sterven van het hart, maar van de hersenen) naar believen voor ons uit kunnen schuiven. Op die manier zouden we zelfs het ultieme gevolg van de zonde, namelijk de dood, eigenhandig teniet kunnen doen.
We lijden natuurlijk nog wel aan ziekte en dood, maar we zien de gebrokenheid eerder als uitdaging dan als oordeel van God over onze zonde. Dat is het beheersingsdenken dat onze samenleving al sinds de Verlichting kenmerkt. We belijden niet onze zonde als oorzaak van de gebrokenheid en zoeken niet het verlossingswerk van de Heere Jezus als de enige remedie. In plaats daarvan gaan we met onze technische mogelijkheden tot het uiterste om zelf die gevolgen van de zonde weg te nemen.
Communicatie
We zien deze beheersingsdrift ook op andere terreinen, zoals dat van de communicatie. Het behoort tot een onvolmaakte wereld dat er grenzen zijn aan onze mogelijkheden daartoe. Maar de reclames roepen ons toe dat we in staat zijn tot ‘onbeperkt bellen’, ‘onbeperkt internetten’, ‘onbeperkt whatsappen’ en ‘onbeperkt pingen en porren’.
Een derde terrein waar het streven naar een zelfgemaakte volmaaktheid zichtbaar is, is dat van de zogenaamde virtuele werelden. Daarin worden veel van de beperkingen van het ‘echte’ leven opgeheven: ik kan er mijn kleur ogen kiezen, mijn geslacht, mijn gewicht, ja, ik kan heel mijn uiterlijk naar wens aanpassen.
Het streven naar een volmaakte, technische wereld is voor wie geen vreemdeling is, een sterke behoefte, want voor zo iemand is er geen uitzicht op een betere wereld en moet dus deze wel ‘geoptimaliseerd’ worden.
Verleiding
Een christen hoeft uit dit leven niet alles te halen wat erin zit. Die maakt van de wereld gebruik alsof hij haar niet gebruikt, omdat hij weet dat de gedaante van deze wereld voorbijgaat (1 Kor.7:31). Die kan in feite veel onbekommerder gebruik maken van de positieve mogelijkheden van de technologische ontwikkelingen, omdat zijn geluk er niet van afhangt, maar het middelen mogen zijn om de Heere te dienen. En wat zijn er niet een mogelijkheden om via internet het Evangelie te verspreiden.
Maar het is in onze tijd een enorme verleiding, ook voor een christen, om de pijn van de gebrokenheid niet meer te ervaren in plaats van ons vreemdelingschap te aanvaarden. Anders gezegd, met de woorden van onze vorig jaar overleden broeder Holdijk (geciteerd uit het boekje Sprekend Holdijk: ‘In zekere zin is een samenleving maakbaar en in ieder geval gevoelig voor pogingen van mensen, groepen of organisaties om bepaalde veranderingen tot stand te brengen en bepaalde resultaten te bereiken. Er is alleen geen garantie dat die resultaten, en niets anders dan die gewenste resultaten, ook bereikt zullen worden. Ons mensen is niet gegeven deze aarde in een paradijs te herscheppen.’
We zien dat laatste ook wanneer de technische utopie zomaar omslaat in een ‘dystopie’, oftewel een afschuwelijke werkelijkheid. Dat uit zich in allerlei nieuwe vormen van verslavingen en verwarringen.
In de kerk
Het beheersingsdenken kan trouwens ook in de kerk doordringen, niet alleen omdat wij als christenen ons door de techniek laten betoveren, maar evenzeer in de manier waarop wij kerk zijn.
Evangelisatie en het ideaal van een missionaire gemeente kunnen doortrokken zijn van maakbaarheid en gericht zijn op het realiseren van een christelijke samenleving. We kunnen vergeten hoezeer onze arbeid hier nog maar stukwerk is. Het is wellicht een zegen dat de nuchtere beschouwing van de werkelijkheid ons hoe langer hoe meer die illusie ontneemt.
Het krampachtig vasthouden aan een zelfgemaakt kersteningsideaal heeft, zoals Stefan Paas in zijn boek Vreemdelingen en priesters laat zien, geen bijbelse grond. Het verhoudt zich moeizaam tot de vreemdelingschap waartoe wij geroepen zijn. Vreemdelingen treuren over het gruis van Sion (Ps.102:15). Ze weigeren zich, net als Rachel, te laten troosten voordat de Heere Zijn beloften van herstel vervult (Jer.31:15).
Marc J. de Vries