blog
Het oordeel begint bij het huis van God
Niets is meer heilig
Het lijkt er steeds meer op dat niets in onze samenleving meer heilig is, een bijzondere betekenis heeft, ons respect verdient. Dat is een gevolg van het feit dat de God van de Bijbel niet meer van betekenis mag zijn in het openbare leven. En in de kerk?
Leviticus 19 leert ons dat de identiteit van de Schepper gevolgen heeft voor Zijn schepselen: ‘Heilig moet u zijn, want Ik, de HEERE, uw God, ben heilig.’ Israël mag zich niet tot de afgoden wenden, dient te eren die over haar gesteld is, heeft zich te houden aan Gods bepalingen. Dat geldt niet minder voor Zijn gemeente nu. ‘Jaag de vrede na met allen, en de heiliging, zonder welke niemand de HEERE zal zien,’ klinkt de oproep tot de Hebreeën.
Alle bewoners
De oproep om geheiligd te worden – een daad van God in het leven van de mens – betekent dat het Gods bedoeling is dat Zijn wereld heilig wordt, Zijn beeltenis vertoont in haar gedrag. De mens is Zijn eigendom, de overheid is Zijn dienares. ‘Vanuit Zijn verheven woonplaats aanschouwt Hij alle bewoners van de aarde. Hij vormt hun aller hart; Hij let op al hun daden’ (Ps.33). Alles moet Hem immers eren.
Heilig is in onze cultuur wat het leven betekenis geeft, omdat het afgeleid is van God, van Zijn wil. Daarom sprak de hervormde kerkorde terecht over het huwelijk, dat heilig gehouden moest worden. Daarom is voor de Heere Zijn Naam heilig (dat vooral!), maar ook Zijn dag, Zijn volk. In het huwelijk en in de rustdag gaat het om twee zaken die God ons na de zondeval gelaten heeft.
Ontheiligen
Ontheiligen is een activiteit die het heilige schendt, zijn gewijde betekenis ontneemt, waarmee een mens of een samenleving verderaf komt te staan van Gods bedoeling en waardoor Gods zegen niet ingewacht kan worden. Dat ontheiligen lezen we voortdurend in het oordeel van de profeten over Israël, dat de sabbat ontheiligt, Gods Naam ontheiligt, het huis van de Heere ontheiligt. Het wekt vanwege de verbondsrelatie de toorn van de Heere op. Ontheiligen is daarom een groot kwaad.
***
De gedachte dat in Nederland niets meer heilig lijkt, is onontkoombaar na het lezen van het bericht dat onze minister van onderwijs – in dit verband aangeduid als minister van homo-emancipatie – vorige maand op zaterdag tijdens de Gay Pride meevoer op een boot en op zondag tijdens de afsluitende ‘roze kerkdienst’ in de Amsterdamse Keizersgrachtkerk de Schriftlezing verzorgde. Voor de zestiende keer was onze hoofdstad op de eerste zaterdag van augustus de plaats waar de jaarlijkse homoparade door de grachten gehouden werd.
Nederlandse identiteit
De Gay Pride begon als evenement waar homoseksuele Nederlanders publiekelijk voor hun geaardheid uitkomen, maar is inmiddels een event waar het anders-zijn (‘homo, lesbo, bi, travo’) wordt gepromoot in een feest van vrijheid voor iedereen. Een commentator in het blad Volzin merkte trefzeker op dat de ‘roze waterprocessie een plaatsje veroverd heeft op de lijst van seculiere feest- en gedenkdagen waarmee de Nederlandse natie – of althans het toonaangevende en spraakmakende deel – uiting geeft aan de vaderlandse identiteit’. Seculiere omroepen komen in de dagen voor de Gay Pride met speciale uitzendingen uit de hoofdstad en de Amsterdamse burgemeester Van der Laan ziet zijn stad graag als ‘Gay Capital’ van Europa. Laten we de realiteit onder ogen zien, velen in Nederland zouden niet geschokt zijn als zelfs onze vorstin op een van de boten meevoer.
Want de tolerantie is zo’n enorm leeg begrip geworden dat het zicht verduisterd is op hoe we vanouds in dit land met elkaar omgingen. Dat onderwijsminister Van Bijsterveldt op een van de boten meevoer, was de hoofdredacteur van de Gay Krant en de voorzitter van het COC nog volstrekt onvoldoende. De minister houdt namelijk haar rug recht als het gaat om het opnemen van voorlichting over (homo)seksualiteit in de kerndoelen van het onderwijs en als het gaat om het negeren van een motie van de Kamer die beoogt alle ambtenaren van de Burgerlijke Stand te ontheffen als ze weigeren een homohuwelijk te sluiten. Hoe sterk de homolobby in Nederland is, blijkt uit het feit dat het COC de minister in gesprek liet gaan met ‘twee vrouwen uit Gorinchem die door een huwelijksambtenaar geweigerd zijn’. Wie kan dit tendentieuzer formuleren?
Voltooid leven
Het gewaad van onze samenleving zal veranderen naarmate afscheid genomen wordt van wat in Gods oog heilig is. Het is een ontwikkeling die zich onder onze ogen voltrekt. Jezus spreekt in dit verband (Matth.12:45) over een verdorven geslacht, waarvan het einde erger zal zijn dan het begin.
De zondag en het huwelijk, de invulling ervan wordt niet meer door het Evangelie gedragen. Ze zijn ontheiligd. En de Naam van God wordt in de media, op sportvelden, in het bedrijfsleven en op scholen – ook op christelijke en reformatorische – gelasterd.
Niets is meer heilig. Tot een andere conclusie kun je niet komen als je ziet hoe er gelobbyd wordt om hulp bij zelfdoding toe te staan aan ouderen die levensmoe zijn. Bekende Nederlanders als Frits Bolkestein, Hedy d’Ancona en Jan Terlouw bepleiten dat die hulp er moet zijn voor bejaarden die van mening zijn een ‘voltooid leven’ te hebben en een ‘authentieke, consistente en invoelbare’ doodswens kennen. De initiatiefgroep Uit Vrije Wil heeft de Kamer al zover dat ze zich gaat beraden op het legaliseren van hulp bij zelfdoding aan burgers van zeventig jaar en ouder.
Volharding
Een tendens in de maatschappij keren we als discipelen van Christus niet zomaar. Maar Zijn gemeente dient zich wel onbesmet te bewaren van de wereld. Paulus was gedreven om de gemeente ‘als een reine maagd aan Christus voor te stellen.’ (2 Kor.11:2) Ontheiliging binnen de gemeente weegt de Heere zoveel zwaarder. In Thyatira laat men Izebel onderwijzen, een profetes ‘die Gods dienstknechten misleidt, zodat zij hoererij bedrijven en afgodenoffers eten’. In de gemeente van Pergamus was het niet anders in de vermenging van kerk en wereld. Het zijn juist deze brieven aan de kerk van Klein-Azië waarin Christus oproept tot volharding, zelfs spreekt over ‘het bewaren van het woord van Mijn volharding’.
Het is bemoedigend dat in onze godloze cultuur er in de gemeenten zoveel jongeren zijn die verlangen naar een heilig leven. In de kerk mogen we hen daarin inwijden, hen leren dat een heilig leven voor God een geschenk is dat wij niet realiseren maar dat we ontvángen als de Heere Zich aan ons bekendmaakt.
Huis van God
Teken van Gods heiligheid is de wet. Toen Hij Zijn geboden op de Sinaï aan Israël gaf, klonk het tegelijk: ‘U dan, u zult voor Mij een koninkrijk van priesters en een heilig volk zijn.’ God bepaalt blijkbaar op welke wijze heiligheid in ons leven vorm moet krijgen. Daarom is de ‘roze kerkdienst’ in Amsterdam, waar ‘gedanst wordt voor de vrijheid en het licht’, maar waar de goede geboden van God terzijde geschoven zijn, nog aangrijpender dan de Gay Pride zelf. Het is erg als Ezechiël moet zeggen (Ez.22:26) dat ‘de priesters Mijn wet geweld aangedaan hebben, de aan Hem geheiligde gaven ontheiligd hebben’. ‘Het oordeel begint bij het huis van God,’ zegt Petrus. ‘En wat zal dan het einde zijn van hen die het Evangelie van God ongehoorzaam zijn?’
In de prediking, de catechese, de huisbezoeken hebben ambtsdragers machtige instrumenten om te waken over de heiligheid van Gods Naam, Zijn dag, Zijn volk, Zijn inzettingen. De Heilige (!) Geest is hen beloofd, die Geest die ondanks afval en dwaling Gods spoor in deze wereld trekt.
De tijd is nabij, schrijft Johannes in het laatste bijbelhoofdstuk. ‘Wie vuil is, laat hij nog vuiler worden. En wie rechtvaardig is, laat hij nog meer gerechtvaardigd worden. En wie heilig is, laat hij nog meer geheiligd worden.’
P.J. Vergunst
Drs. P.J. Vergunst is hoofdredacteur van De Waarheidsvriend.