Als de huwelijkse verbintenis van gelovigen is geschonden, mogen ze hopen op herstel. Toch kan er een moment aanbreken waarop de conclusie getrokken moet worden dat voortzetting van het huwelijk een groter kwaad is dan beëindiging. Wat zegt de Heere Jezus hierover?
Ontwrichting van een huwelijk is doorgaans een complex van onmacht en onwil, schuld en tragiek. Een grens is bereikt in een situatie van evidente schuld en onwil van een van de partijen om zich te bekeren, of van wederzijdse schuld en onmacht waaruit redelijkerwijs geen uitweg is.
Kritiek
Wanneer het moment van beëindiging is gekomen, is niet altijd even duidelijk. Hierin neemt de gelovige een gewetensbeslissing voor het aangezicht van God, in gehoorzaamheid aan Zijn Woord en in verbondenheid met zijn directe naasten.
Mensen kunnen om verschillende redenen een scheiding in gang zetten. Dat kan bijvoorbeeld bij huwelijksontwrichting zonder dat een van beide echtgenoten de ander beschuldigt van grove zonden. Ook onder de Joden in de tijd van het Nieuwe Testament was een dergelijke huwelijksbeëindiging mogelijk: mannen konden hun vrouw wegsturen om allerlei redenen. Voorwaarde was wel dat zij dan een scheidingsakte ontving. De Heere Jezus heeft echter scherpe kritiek gegeven op deze scheiding om elke willekeurige reden. De man die zoiets doet, heeft zijn vrouw niet lief als zichzelf (Matt.22:39) en schendt de instelling van God (Matt.19:6).
Rabbi Hillel
De mogelijkheid van een scheiding om willekeurig welke reden was in het Jodendom in die dagen ontstaan in de school van Hillel. Daarmee had deze rabbi overigens goede bedoelingen. Hij wilde kwalijke praktijken tegengaan. Tot dan toe kon een man bij een rechtbank vrij eenvoudig zijn vrouw schuldig laten verklaren vanwege ontucht of verwaarlozing van haar huwelijksbelofte, en haar dan wegsturen. Het gevolg daarvan was dat zij berooid achterbleef.
"*" geeft vereiste velden aan