blog
Geloof op straat
Nederlanders willen geen religie in de publieke ruimte
Wie een christelijke school wil, moet die zelf maar betalen. Een (overigens onzinnige) stelling van lijsttrekker Jan Roos van de partij VoorNederland, die aantoont dat discussie over de plaats van het christelijk geloof in het openbare leven volop gaande is.
Als tegenwicht een andere stem, afkomstig van een vrouw met een mbo-opleiding: ‘Omdat er geen rekening wordt gehouden met God en de geboden uit de Bijbel neemt de decadentie toe, en worden er steeds minder waarden en normen gehandhaafd. Daardoor verloedert de maatschappij en is er steeds minder onderling respect.’ Deze (overigens zinnige) stem lees ik in het onlangs verschenen rapport ‘Burgerperspectieven 3’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), in het hoofdstuk dat gewijd is aan kerkelijkheid en godsdienst.
Bron van conflicten
Om moed te vatten kun je in plaats van een SCP-rapport beter de Bijbel lezen of lessen uit de kerkgeschiedenis tot je nemen, zodat we zien dat de Heere trouw is, dat een christelijke gemeente in de marge haar roeping soms beter leert verstaan, dat onze verlegenheid soms een voedingsbodem voor intensief gebed kan zijn. Maar om onze tijd te kennen, te weten hoe onze overbuurman denkt, te beseffen hoe de mensen leven met wie ik in een treincoupé zit, is een SCP-rapport dienstig. Om het evangelie te delen, moet je weten hoe de ander denkt én bij je zelf soms blokkades opruimen.
Dat laatste mag je ons eerste huiswerk noemen. Immers, wat is mijn weerwoord als medeburgers zich blijkens dit onderzoek naar kerkelijkheid kritisch uiten over ‘de kerken als bron van conflicten’? Wanneer de Joodse gemeenschap in Romeinen 2 op diverse terreinen de zonde koestert, schrijft Paulus: ‘Want de naam van God wordt, zoals geschreven is, door uw toedoen gelasterd onder de heidenen.’ Nooit zondigen we goedkoop, nooit blijft ruzie of verdeeldheid zonder gevolgen.
Verder uit beeld
Al kun je het mooi vinden dat de meerderheid van onze landgenoten de kerken een plaats wil geven bij rampen of herdenkingen, dat mensen godsdienst van betekenis vinden om ons voor te houden hoe er goed samengeleefd kan worden – het neemt niet weg dat dit SCP-rapport tot confronterende koppen in de krant leidde: ‘Kerken verder uit beeld’ en ‘Nederlander wil geen religie in de publieke ruimte’.
Deze realiteit nestelt zich almeer in onze ziel en stempelt de positie van de christenheid. Ook dit rapport verwoordt dat de afbrokkeling van de kerken ‘het toneel vrijgemaakt heeft voor niet alleen atheïsten en agnosten, ook voor een brede waaier aan spirituele stromingen’. Opnieuw staat zwart op wit dat Nederland geen christelijke natie meer is, dat voor grote groepen mensen de kerk steeds meer achter de horizon verdwijnt.
Bijzonder onderwijs
Vanwege de opkomst van de islam heeft de opvatting dat godsdienst niet meer dan een privézaak moet zijn, een grote impuls gehad. Twee op de drie landgenoten vindt dat religie zich tot het persoonlijke leven van mensen beperken moet, een nog groter aantal denkt dat godsdienst en politiek los van elkaar horen te staan.
Dit denken wordt gevoed door invloedrijke journalisten, opinieleiders en politici. Jan Roos is er een voorbeeld van. ‘Geloof is niet voor school’, meent de lijsttrekker van de nieuwe politieke partij VNL. Hij sluit hiermee aan bij een recente column in het blad Elsevier, waarin Gerry van der List onder de kop ‘De verwerpelijkheid van gesubsidieerd bijzonder onderwijs’ betoogt dat het niet de bedoeling is om religieuze stromingen met gemeenschapsgeld de mogelijkheid te geven hun eigen mens- en maatschappijbeschouwing aan de jeugd op te dringen. Op zulke momenten besef je sterk de betekenis van christelijke kranten en (kerk)bladen, waarin een weerwoord geboden wordt aan deze vorm van intolerantie die haaks staat op het karakter van Nederland als natie.
Koning Stefanus
Dan de Raadgevingen van de Hongaarse koning Stefanus, zowel eeuwenoud als actueel. Deze koning vertelde duizend jaar geleden aan zijn zoon hoe een koninkrijk tot bloei kan komen: ‘Als gasten uit verschillende regio’s en provincies komen, brengen ze verscheidene talen en manieren, deugden en wapens mee, waardoor ze het land verrijken en de grandeur van het hof vergroten. Een land met één taal en één cultuur is zwak en neigt naar de ondergang.’ Deze koning waakte ervoor dat minderheden hun identiteit verliezen zouden, ook religieuze minderheden.
In lijn met deze koning uit een ver verleden is de strekking van Hoop. Inspirerende verhalen voor een verdeeld land, het vorige maand verschenen boek van Gert-Jan Segers. De CU-leider noemt het een misvatting dat ‘religie alleen goed is als het radicaal achter de voordeur verdwijnt’ en pleit voor ‘blijvende ruimte voor verschillende groepen in de samenleving, ook de onderwijsvrijheid’.
Geestelijke strijd
Nu velen in ons land de inhoud en het perspectief van het christelijk geloof niet meer kennen, is de duivel met Nederland nog niet klaar. In de geestelijke strijd die er gaande is, neemt hij geen pauze. Daarom lezen en horen we via de media dat ‘iedereen het recht heeft om zijn kinderen te vertellen dat God de wereld in zeven dagen schiep en dat de evolutietheorie heiligschennis is, maar dat het niet goed is dat de staat de verspreiding van orthodox-christelijke denkbeelden bekostigt’.
***
Wat betekent deze ontwikkeling voor christenen in ons land? Doen we inderdaad de gordijnen dicht en wordt ons leven met God onzichtbaar voor onze omgeving? Het zou de slechtste dienst zijn die de kerk aan ons land bewijzen kan. Het beste getuigenis komt altijd van diegenen die geen dag zonder de Heere leven kunnen, die Hem op een natuurlijke wijze bij hun levenskeuzen betrekken, die in de omgang met hun naaste tonen dat ze ernaar verlangen het beeld van de Heere Jezus te vertonen. Je hebt mensen die nooit van het woord ‘missionair’ gehoord hebben, maar het als geen ander zijn.
Levenswandel
Juist in de toerusting van de gemeente mag ouderen en jongeren geleerd worden te communiceren wat het leven met God voor hen betekent. Velen valt dat beslist niet gemakkelijk en wie in een volstrekt seculiere omgeving werkt, heeft voortdurend de genade van Christus nodig om in zijn levenswandel Zijn Naam te belijden, desnoods met woorden.
Ook de kerk zal beseffen in welke cultuur ze in 2016 leeft. Van het moderamen van de Protestantse Kerk verwacht niemand dat het op elke column in Elsevier reageert. Dat neemt niet weg dat onze synode zich erop zou kunnen bezinnen wat het betekent dat de meerderheid van onze landgenoten het geloof als een privéaangelegenheid beschouwt. Een handreiking aan de gemeenten om over deze werkelijkheid het gesprek in de gemeenten te voeren, kan tegelijk dienstbaar zijn bij het verwoorden van onze identiteit.
Vreemdelingschap
Wie werkelijk christen geworden is, kent de vreemdelingschap, omdat hij overgegaan is naar een ander Koninkrijk. Als de Heere Jezus Zijn volgelingen pastoraal en liefdevol onderwijst, spreekt Hij ook deze woorden (Joh. 15): ‘Maar omdat u niet van de wereld bent, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren, daarom haat de wereld u.’ De voorganger die in 2016 over deze tekst preekt, kan de uitleg vanuit de grondwoorden van de Schrift laten landen in de realiteit van ieders leven.
Gelukkig zijn er ook vandaag mensen die – in de Tweede Kamer, in gemeenteraden, in de media – gaven van wijsheid en zachtmoedigheid ontvingen om een publiek antwoord te formuleren op de woorden van journalisten en politici die menen dat christelijk onderwijs geen subsidie verdient. Het zijn mensen die vanuit de Bijbel betogen dat religie niet gewelddadig hoeft te zijn. Het boek van Gert-Jan Segers is er een voorbeeld van.
Tien Woorden
Op weg naar de verkiezingen voor de Tweede Kamer op 15 maart wachten ons spannende maanden. De plek die godsdienst in de verkiezingsprogramma’s van politieke partijen krijgt, zal een barometer zijn die toont of religie inderdaad als een bedreiging voor ‘moderne verworvenheden’ gezien wordt. Dat zou zomaar kunnen bij alle stromingen die het individu in het centrum plaatsen, iets wat het christelijk geloof níet doet.
Ondertussen blijven wij opkomen voor Gods geboden, Tien Woorden die een mens beschermen tegen de aantasting van zijn leven, zijn eigendom, zijn goede naam. En tegen zichzelf.
P.J. Vergunst