
Het profetenboek Nahum stamt uit de zevende eeuw voor Christus en zoomt vrijwel volledig in op Ninevé, de hoofdstad van het toen oppermachtige Assyrische Rijk. Het staat daarmee historisch en geografisch gezien uitermate ver van ons af. Qua taal is dat niet minder: er klinkt oordeelszuchtige en wraakzuchtige taal van begin tot eind. Toch belijden we dat ook dit deel van de Schrift door God is ingegeven en dat we ons daarom ook door Nahum moeten laten onderwijzen, weerleggen, verbeteren en opvoeden (2 Tim. 3:16). Laten we dat dus doen.
In het eerste artikel hebben we op hoofdlijnen gekeken naar de inhoud en de strekking van het profetenboek dat de naam draagt van ene Nahum uit Elkos. We zagen dat de strekking kort en kernachtig verscholen ligt in deze persoonsnaam en plaatsnaam: God is streng (Elkos) en dat is troostrijk (Nahum). In het tweede artikel hebben we ingezoomd op het godsbeeld van Nahum: Nahums God is een Wreker (voor vijanden) én een Vesting (voor vrienden). Niet ondanks dat Hij de HEERE is, maar juist omdat Hij de HEERE is, de God van het verbond. In dit laatste artikel trekken we lijnen naar het Nieuwe Testament, de actualiteit en de prediking.
Wereldmacht
In het Nieuwe Testament staan geen rechtstreekse verwijzingen naar het Bijbelboek Nahum. Tegelijk is er volgens mij zeker wel sprake van indirecte lijnen naar het Nieuwe Testament. Te denken valt dan met name aan de Openbaring aan Johannes. Meerdere beelden en gedachten die we in Nahum tegenkomen, keren terug in Openbaringen. In zowel Nahum als Openbaringen gaat het bijvoorbeeld over een wereldmacht die vijandig staat tegen God. Een wereldmacht die in beide boeken wordt gekarakteriseerd als een hoer en een stad. Vergelijk, voor wat betreft de karakterisering als hoer, Openbaringen 17:1-5 maar eens met Nahum 3:4.
"*" geeft vereiste velden aan