Waar bent u naar op zoek?

column

Naaste

18-01-2016

In het kleine keukentje zit niemand. Hij zal wel in de woonkamer zitten, denk ik. Ik doe de tussendeur open, stap naar binnen en struikel bijna over een slaapzak die opgerold op de grond ligt.

Een man staat op van de bank, komt naar me toe en geeft me verlegen een hand. ‘Youssef’, mompelt hij. Waarop ik wat aarzelend antwoord ‘Marijke’.

Dit was een paar maanden geleden, bij mijn overbuurman thuis. Ik had verwacht mijn buurman aan te treffen. In plaats daarvan ontmoette ik Youssef, een vluchteling die niet langer in het asielzoekerscentrum kon blijven. Mijn buurman was op zoek naar een veilige plek voor hem.

Een paar weken later zit Jan bij mij aan tafel. Hij is met de buurman meegekomen. Jan is al ruim dertien jaar werkzaam onder vluchtelingen. Hij pakt zijn Bijbel en zoekt Lukas 10 op. ‘Kijk, over dit gedeelte heb ik eens gepreekt.’ Hij wijst ons het gedeelte over ‘de barmhartige Samaritaan’ aan. ‘Tijdens mijn voorbereiding herkende ik mijzelf steeds meer in de vraag van de wetgeleerde ‘Wie is mijn naaste?’ Met andere woorden, voor wie moet ik er zijn en voor wie hoeft dat niet? Het viel mij toen pas op dat Jezus de vraag omkeert en ervan maakt: ‘Voor wie kan ik een naaste zijn?’ Kijk maar, hier staat het.’ Jans wijsvinger ligt bij vers 31. ‘De priester en de Leviet laten de gewonde man liggen.’ Zijn vinger glijdt naar vers 33, ‘maar de Samaritaan werd met innerlijke ontferming bewogen.’ In die tijd was het ondenkbaar dat een Samaritaan een Jood zou helpen. Jezus laat zien dat naastenliefde ook zorg en meeleven inhoudt voor mensen met wie je normaliter geen enkele relatie zou (willen) hebben.’

Bij het lezen in de krant over wat er gebeurd is in Keulen, komen allerlei gedachten boven. In zekere zin helpen zulke berichten mij om hen niet als naaste te hoeven zien. Maar Jan, of beter gezegd Jezus, laat mij iets anders zien.

De komende tijd heb ik veel om over na te denken.

Trouwens, Youssef (Jozef) heeft onderdak gekregen, net voor Kerst, in de stal van een verbouwde boerderij.

Marijke de Wit-Bakker