Moet GB eigen basis loslaten?
Het sociologisch-theologisch onderzoek van dr. T. van de Lagemaat naar de ontwikkelingen op landelijk niveau en op het niveau van de gemeenten en gemeenteleden, houdt de Gereformeerde Bond een spiegel voor, schrijft ir. L. van der Waal.
Het blijkt dat de koers van het hoofdbestuur in een aantal opzichten de aansluiting mist op wat onder gemeenteleden leeft. Geconfronteerd met deze feiten rijst de vraag: Herkent de bond zich in dit beeld of geeft het een schrikreactie.
Met een gevoel voor vereenvoudiging lijkt het verschil tussen de niveaus niet zo schokkend te zijn. Concreet zou deze teruggebracht kunnen worden tot twee thema’s, de openstelling van het kerkelijk ambt voor de vrouw en het invoeren van het Liedboek. Zaken die het bestuur weliswaar niet voorstaat, maar die ook niet onbekend zijn binnen de bond. In verscheidene gemeenten zijn deze zaken op beperkte schaal al lang praktijk.
In Ede blijkt dat ook het geval, zij het dat alleen het Liedboek is ingevoerd en dat uitsluitend binnen de wijk van de ‘open bonders’. De andere wijk staat in de hoofdstroom van de bond en beweegt zich niet of nauwelijks afwijkend ten opzichte van de landelijke koers. Zo bezien brengt het onderzoek weinig verrassends.
Maar tot deze zaken zijn de onderzoeksresultaten uiteraard niet terug te brengen. De studie laat zien dat de individualisering onder gemeenteleden op meer terreinen doorwerkt dan in de twee genoemde thema’s. Met name waar het gaat om het (Schrift)gezag en de binding aan de gemeente.
In aansluiting hierop en in het kader van de aanbevolen koers van ‘Bewust vernieuwen op onderdelen’ doet Van de Lagemaat een aantal beleidsaanbevelingen, die meer of minder in het verlengde liggen van de onderzoeksresultaten.
Daarbij noemt hij een aantal aspecten.
-Het Schriftgezag in verhouding tot de traditie en de belijdenis vraagt verheldering. Niet ieder in de achterban accepteert bepaalde opvattingen uitsluitend op gezag. Zij willen ze zelf vanuit de Schrift kunnen onderbouwen. De rol van de belijdenis is minder een onderscheidend kenmerk in de geloofsbeleving.