Waar bent u naar op zoek?

column

Moeilijke vragen

04-04-2017

‘Dat is geen leuk verhaal!’ Een beetje boos wendt ons dochtertje van vier zich van de eettafel af. Ik heb gelezen over Izaäk die geofferd moest worden. Kennelijk was de tekst helder genoeg voor een kind om te begrijpen wat er gebeurt.

Izak mag niet geofferd worden. Dat in plaats van hem een schaap geofferd wordt, maakt het bijna nog erger. Wat ik lees als plaatsvervanging, ziet mijn dochtertje als de dood van een van haar geliefde schapen op de kinderboerderij. 

De hele gang van zaken rondom het lijden en sterven van de Heere Jezus blijkt ingewikkeld voor haar. Met belangstelling volgt ze echter de schriftlezingen uit Mattheus. Het gevolg is dat ze soms midden in haar spel ‘kruisig Hem, kruisig Hem’ door het huis roept. Ik probeer bij te sturen door uit te leggen dat de Heere Jezus dat helemaal niet leuk vindt. ‘Waarom niet?’ antwoordt de kleuter uiteraard.

Ik leg uit dat het zeer doet en overdenk welke details ik wel en niet aan een kind kan meedelen. Ze begrijpt aardig dat de Heere Jezus iets zwaars moet tillen, zelfs valt. Als ze het naadje van de kous wil weten, leg ik ook uit dat de Heere Jezus met spijkers wordt vastgemaakt. Ze neemt het als vanzelfsprekend aan, maar vindt het wel slechte mannen die dat met de Heere Jezus doen. 

‘Waarom moest de Heere Jezus eigenlijk aan een kruis?’ vervolgt ze haar ondervraging. ‘De Heere Jezus kreeg de straf voor alle slechte dingen die mensen hebben gedaan.’ ‘Waarom dan?’ ‘Omdat Hij dat graag wilde.’ ‘Waarom?’ Ik vertel dat wij slechte dingen doen en we straf hebben verdiend. Als we in de Heere Jezus geloven, krijgt Hij de straf en wij niet.

‘Ik ben niet slecht,’ geeft ze parmantig terug. ‘Ik geloof in de Heere Jezus. De mannen zijn slecht. Waarom doen die mannen slechte dingen dan?’ Het wonder van de plaatsvervanging wil er niet automatisch in. Dat is ook het werk van de Geest. Van vaders wordt slechts verwacht dat ze proberen de geloofsleer zo eenvoudig mogelijk uit te leggen.

Arjan Baarssen