Missen en verlangen
Puriteinen verwoorden verschillende geloofservaringen om het geestelijk leven te bewaren voor intellectualisme en zakelijkheid. Hun doel is juist om verwondering, verlangen en blijdschap te stimuleren als de grondtonen van de omgang met God.
Een van de belangrijkste puriteinen is Richard Sibbes. In verschillende geschriften heeft hij uitvoerig aandacht besteed aan uiteenlopende geloofservaringen. Via hem ontdekken we welke plaats de geestelijke beleving inneemt in het puritanisme. Vijf aandachtspunten.
Puritanisme
Het puritanisme is een Engelse hervormingsbeweging in de zestiende en zeventiende eeuw. Ze probeert eerst de structuren van de Engelse kerk te veranderen, maar als dat niet lukt, zoekt ze een reformatie van hart en leven via prediking, onderwijs en geschriften. Kenmerkend voor puriteinse schrijvers is hun pastorale gerichtheid. De geloofsleer komt dus niet los aan de orde, maar steeds in nauwe betrokkenheid op de mens en de gelovige. Een gevolg daarvan is dat er meer aandacht komt voor de geestelijke beleving. Deze nadruk is kenmerkend voor de tijd na de Reformatie, als in Europa de geloofservaring sterker in beeld komt.
Richard Sibbes
Richard Sibbes wordt geboren in 1577 en overlijdt in 1635 op 58-jarige leeftijd. Hij werd in zijn tijd al veel gelezen en heeft aanzienlijke invloed gehad. Zijn geschriften, die in de vorige eeuw zijn herdrukt door de Schotse uitgeverij The Banner of Truth, gaan bijna altijd terug op preken. Er bestaan enkele Nederlandse vertalingen.
Sibbes staat in de lijn van William Perkins, de grondlegger van het puritanisme, en andere vroege puriteinen. Tegelijk is er ook verschil. Sibbes richt zich namelijk minder op de concrete levenspraktijk van gelovigen, maar sterker op hun hart en beleving. We zien bij hem een verinnerlijking optreden, een mystieke tendens. Sibbes’ verbinding tussen Christus en het hart wordt door latere puriteinse auteurs als John Owen en Thomas Goodwin overgenomen en staat in de lijn van de klassiek-westerse geloofsbeleving van Augustinus en Bernardus van Clairvaux.
Aandacht voor het hart
Sibbes legt nadruk op het hart en geestelijke ervaringen als berouw, liefde en verlangen. Volgens hem is het geloof namelijk niet alleen een zaak van het verstand. Het hart is de plaats waar de geestelijke beslissingen vallen. Een gelovig hart is een teer of zacht hart, wat valt te herkennen aan de reactie op het Woord van God. Het neemt zowel Zijn oordelen als Zijn beloften uiterst serieus.
Een bijbels voorbeeld is de vrome koning Josia, die in een van Sibbes’ geschriften, Josiah’s Reformation (De reformatie van Josia), centraal staat. Als hij hoort voorlezen uit de verloren wetsrol, verootmoedigt hij zich voor God. Hij neemt deze woorden van God zo serieus dat hij berouw krijgt en vervolgens een reformatie ter hand neemt. Maar de geestelijke verandering begint in zijn hart.
Nederigheid voor God
Sibbes verbindt een teer hart met berouw en nederigheid voor God, zoals het voorbeeld van koning Josia laat zien. Als hij ingaat op de kwestie hoe we tot geestelijke inkeer komen, noemt Sibbes drie manieren die de Heilige Geest hanteert. Berouw ontstaat door de concentratie op God en Christus. Het is belangrijk om jezelf in Gods tegenwoordigheid te plaatsen, want voor Zijn heilig aangezicht komen je zonden aan het licht. Berouw wordt echter ook gestimuleerd door de nederigheid van Christus en door Gods beloften van genade voor allen die geestelijke nederigheid hebben geleerd. Volgens Sibbes confronteert de Heilige Geest ons dus eerst met onze verloren toestand om vervolgens zicht te geven op Christus. Een geestelijke ervaring als berouw staat dus niet op zichzelf. Ze wordt door de Heilige Geest gewerkt via de concentratie op God, Christus en de belofte.
Liefdesrelatie
Berouw kan in het christenleven leiden tot onzekerheid over het heilsaandeel. Daarom heeft Sibbes ook veel aandacht voor aangevochten gelovigen die moeite hebben met de heilszekerheid. Ter bemoediging stelt hij de liefde van Christus centraal. In het nieuwe verbond, dat boven het oude uitgaat, richt Gods Geest de gelovige op de rijkdom van Gods genade in Christus.
Een ander geschrift dat tot Sibbes belangrijkste werken hoort, is Bowels Opened (Ingewanden geopend), zijn verklaring van Hooglied 5 en 6. Daarin tekent Sibbes de verhouding tussen Christus en de gelovi-gen als een liefdesrelatie. Hiervoor heeft Christus het menselijke vlees aangenomen, terwijl Hij Zich daarna geeft in het Woord en de sacramenten. Gelovigen zijn geroepen om Christus in liefde te aanvaarden. Volgens Sibbes geeft de beschrijving van een aardse liefdesrelatie aan waar het in het geloof om gaat: de innige verbondenheid tussen Christus en Zijn bruid, de gelovigen. Op deze manier verrijkt met name de liefde het geloofsleven, omdat ze blijdschap en zelfs verrukking meebrengt.
Verlangen
Sibbes heeft de hoofdstukken 5 en 6 uit het Hooglied ongetwijfeld uitgekozen, omdat de geestelijke liefdesrelatie met hoogten en diepten gepaard gaat, zodat gelovigen tijden van geestelijke dorheid en duisternis kunnen ervaren. Behalve door berouw kan ook door deze ervaring de gedachte ontstaan dat God op afstand staat. Sibbes’ pastorale begeleiding wil echter de zekerheid van aangevochten gelovigen bevorderen door te benadrukken dat zelfs de geringste mate van liefde het werk van Gods Geest laat zien. Bemoedigend is immers dat missende liefde zich uit in verlangen. Als de afwezigheid van haar Bruidegom tot haar doordringt, gaat de bruid ijverig naar Hem op zoek en belijdt ze daarbij ‘ziek te zijn van liefde’. Terwijl ‘donkere’ geestelijke ervaringen afdwaling kunnen signaleren, wijst de notie van verlangen juist op Gods werk.
Concentratie op Christus
Sibbes richt zich ook op het Hooglied, omdat de Bruidegom Christus daar centraal staat. Ten eerste wordt het verlangen van de bruid opgeroepen door de liefde van de Bruidegom, Die Zijn leven voor haar overgaf tot in de dood. In zijn uitleg van de uitdrukking ‘mijn Volmaakte’ stelt Sibbes dat het liefdevolle oordeel van Christus doorslaggevend is voor de geestelijke positie van de gelovigen. Hoewel ze schuldbesef en schaamte kunnen kennen, zijn ze in Hem zuiver en zonder zonde. Hier klinkt de bevrijding van de rechtvaardiging door.
Ten tweede sluit Hooglied 5 af met een uitvoerige beschrijving van de Bruidegom. In Hem gaan hoogheid en nederigheid samen op. Alleen Zijn hoogheid zou angst geven, maar Christus’ nederigheid is speciaal gericht op de bemoediging en vreugde van aangevochten gelovigen. Sibbes onderstreept dat hun zekerheid ligt in de vernederde Redder, want via deze weg heeft Hij verzoening en vrede verdiend. Daarom eindigt Sibbes met de opwekking om uit het geloof te leven en op Christus’ volbrachte werk te rusten. Hij stelt de Persoon en het werk van Christus centraal om geloofszekerheid en de daaruit opkomende geestelijke vrede te stimuleren.
Vijf aandachtspunten
We zien in Richard Sibbes dat puriteinen pastorale aandacht hebben voor gelovigen met geestelijke aanvechting. Ze verkondigen Gods genade in Christus als het unieke geneesmiddel. Tegelijk brengen ze geestelijke kenmerken naar voren, zoals liefde en verlangen. Hoewel deze soms maar in een kleine mate aanwezig kunnen zijn, dienen ze toch als bemoedigende ervaringen van Gods verborgen werk. De vijf aandachtspunten die Sibbes aanreikt (aandacht voor het hart, nederigheid voor God, liefdesrelatie, geestelijk verlangen en concentratie op Christus) zijn stuk voor stuk geestelijke noties waarmee we onze winst kunnen doen. Zowel in het persoonlijke geloofsleven als in de pastorale begeleiding van anderen.