Een pastorale ontmoeting met een gemeentelid met een psychisch probleem is topsport. Dat betekent dat je als pastor ruimte moet hebben, zowel in je hoofd als in je agenda. Ik deel een aantal praktische gedachten voor dit specifieke pastorale gesprek.
Pastorale steun en aandacht vanuit de gemeente rond fysieke ziekten gaat lang niet altijd gelijk op met steun en aandacht voor mensen die psychisch ziek zijn. De ervaring van mevrouw De Vries (zie kader) laat dit maar zien. Dat heeft verschillende oorzaken. Aan iemand die psychisch ziek is, zie je dit lang niet altijd. De klachten zijn vaak meer verborgen en worden door mensen die psychische klachten hebben, vaak wat stilgehouden, soms uit schaamte, soms om een andere reden.
Schrikken
Wie vanuit zijn pastorale verantwoordelijkheid iets wil betekenen voor gemeenteleden die psychisch lijden, kan niet om het Handboek pastoraat bij psychische problemen (red. Hanneke Schaap-Jonker) heen. Dit boek schetst helder en toegankelijk wat de meest voorkomende vormen van psychische stoornissen zijn en ook op welke manier je hier pastoraal mee dient om te gaan.
Hoe veelvuldig komen psychische stoornissen eigenlijk voor? Een kleine greep: in Nederland kampt zo’n 10 procent van de bevolking met angststoornissen, 5 procent is depressief, 3 procent is schizofreen, tussen de 5 en 10 procent worstelt met persoonlijkheidsstoornissen en 14 procent is verslaafd. In deze opsomming sla ik verschillende stoornissen over. Daarbij moet ook worden opgemerkt dat sommige mensen last hebben van meerdere aandoeningen.
Wie deze percentages loslaat op de eigen kerkelijke gemeente, zal misschien schrikken. Er is geen reden om aan te nemen dat in kerkelijke kringen deze cijfers veel lager liggen.
Perfectionisme
Het frequente voorkomen van psychische problemen mag al aanleiding zijn om hier in de gemeente aandacht voor te hebben. Maar ook inhoudelijk is het van belang dat er in de kerk wordt omgezien naar mensen die aan een psychische ziekte lijden. Tussen gelovig-zijn en psychische klachten bestaat vaak een dwarsverbinding. Daarbij kan er van twee kanten een belemmering liggen.
Psychische klachten kunnen de geloofsbeleving hinderen en bepaalde geloofsvoorstellingen willen nogal eens remmend zijn bij het psychische herstel. Je kunt je voorstellen dat iemand die kampt met een ver doorgevoerd verlangen naar perfectionisme, moeite heeft met leven van genade. En iemand die zich sterk de prediking van de menselijke zondigheid aantrekt, kan geremd worden in het opbouwen van een gezond zelfvertrouwen.
Dat alles maakt helder dat iemand met een psychisch probleem naast professionele hulpverlening ook gebaat is bij pastorale zorg. In de gemeente zijn we geroepen mee te leven met hen die worstelen in het donker, in de hoop dat God deze ontmoetingen wil gebruiken om het licht van Zijn omzien naar mensen te laten schijnen.
Onder spanning
Voordat ik iets meer zeg over de pastorale ontmoeting met mensen die te maken hebben met een psychische aandoening, vraag ik eerst aandacht voor andere wegen waarop kan worden meegeleefd. We moeten ons goed realiseren dat psychische klachten mensen (en hun omgeving) kunnen opslokken en leegzuigen. Wat is het dan heilzaam als er vanuit de kerkelijke gemeente praktisch wordt bijgesprongen: een keer in de week samen wandelen, om de zoveel tijd voor een goede maaltijd zorgen of wat helpen in het huishouden.
Terug naar het pastorale geloofsgesprek. In ieder gesprek is het belangrijk te onderkennen dat er een zender en een ontvanger is. Degene die spreekt, stuurt een boodschap. Degene die luistert, ontvangt. Dat is een ingewikkeld proces, waarbij het zenden zowel verbaal als non-verbaal plaatsvindt. Dat wat je zegt, kan versterkt maar ook verstoord worden door de houding die je aanneemt. Je hier bewust van zijn is in een pastoraal gesprek met gemeenteleden die een psychisch probleem hebben, extra nodig. Dat geldt zeker voor een gesprek met hen bij wie door een psychiater een psychische stoornis is vastgesteld. Zij kunnen niet functioneren zoals ze wellicht zouden willen, en dat zet het gesprek onder spanning. Als pastor moet je zeer alert zijn op de boodschap die je verstuurt, en hoe die boodschap wordt ontvangen.
Kwetsbaar
De praktische gedachten die ik voor dit specifieke pastorale gesprek deel, zijn ten dele ontleend aan hoofdstuk 1 van Handboek pastoraat bij psychische problemen en ten dele vanuit mijn eigen ervaring.
Te weinig tijd nemen voor het gesprek en met je gedachten alweer bezig zijn met iets anders, compliceert de ontmoeting onnodig. Voor jou als pastor is het spannend, maar dat geldt ook voor degene die je bezoekt. Vaak voelen psychisch zieke mensen zich kwetsbaar en zien ze op tegen het gesprek. Het is dan belangrijk om iemand op zijn of haar gemak te stellen: beginnen met een niet al te zwaar onderwerp waarbij je verbinding met de ander legt, kan daarbij zinvol zijn.
Als het een en ander zich dan inhoudelijk ontvouwt, is belangstellend luisteren hoofdzaak. Mensen met psychische problemen voelen zich in veel gevallen klein door hun problematiek. Wat kan het dan zinvol zijn als iemand die je namens God en Zijn gemeente ontmoet, met aandacht en zonder veroordeling naar jouw verhaal luistert. Tegelijk moet het luisteren kritisch zijn. Wat wordt er nu echt gezegd? Wat wordt er niet gezegd en waarom niet? Met open vragen kan hier voortgang geboekt worden.
Grenzen
Wie een pastoraal gesprek voert, wil graag een goed woord van de Heere spreken. Dat ligt in de pastorale ontmoetingen met mensen met een psychische aandoening nogal eens gecompliceerd. Het kan echt heel slecht gaan in levens van mensen; alles is zo zwart en dicht. Dat hebben we als pastores te dragen en niet vroom dicht te smeren. Het is een daad van geloof om stil naast een lijdend mens te zitten.
Toch zullen er in pastorale contacten met hen ook momenten geschonken worden waarin er ruimte is om iets te delen van de hoop die in ons is. Vragen naar een bijbeltekst die in het verleden heeft aangesproken of naar een geliefde psalm of een mooi lied kan hierbij helpen.
Nog even terug naar de pastor. Vaak zal er het verlangen zijn om voor het betreffende gemeentelid dingen te gaan doen en zaken uit handen te nemen. Wees hier voorzichtig mee. Het gevaar bestaat dat het je vroeg of laat bij je kerntaak gaat hinderen: het meeleven met de ander in het licht van Gods Woord. Het onderkennen van de eigen grenzen als pastor is zeker in deze contacten van het grootste belang; je bent geen psycholoog, psychiater of hulpverlener. Het doorverwijzen naar professionele hulpverlening is geen verlies, maar teken van wijsheid.
Aansporing
Tot slot. Onze samenleving wordt getekend door een grote nadruk op succes en uiterlijkheid, op genieten en opkomen voor jezelf. Wat steekt dit schril af tegen de ervaring van die vele mensen die te maken hebben met psychische aandoeningen. Ze voelen zich vervreemd en voor een deel worden hun klachten versterkt en verergerd door deze tijdgeest. Laat de woorden van Paulus in de christelijke gemeente een aansporing zijn tot aandacht voor psychisch zieken. En voor hen tot troost (2 Kor.12:9): ‘Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht.’
Geïnteresseerd in meer lezenswaardige artikelen? Neem een jaarabonnement (€ 53). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!