Waar bent u naar op zoek?

blog

Bij de wisseling van het hoofdredacteurschap: ‘Bevestig het werk van onze handen over ons’

Jouw talent vermenigvuldigen

P.J. Vergunst
Door: P.J. Vergunst
23-09-2024

Welke gevoelens overheersen, als je na járen afscheid neemt van een taak die je meer dan lief is, als vandaag mijn laatste bijdrage als redactielid van 'De Waarheidsvriend' verschijnt? Dan zegt Prediker dat er onder de hemel voor alles een vastgestelde tijd is, dan zegt Paulus dat het Gods wil is om Hem in alles te danken.

Het ongrijpbare van de tijd leren we uit de woorden van Prediker, de zoon van David die ooit koning was in Jeruzalem. Het is de menselijke ervaring van ieder die terugkijkt op jaren die voorbijvlogen, die Mozes bijvalt als hij in zijn gebed (Ps.90) belijdt dat wij onze jaren doorbrengen als een gedachte. Dat is geen gesomber van mensen die de laatste fase van hun leven naderen, maar dat is het realisme waarmee het Woord van God ons bepaalt bij ernst en eeuwigheid, én bij het heil dat nooit vergaat.

Citeren van Paulus

Ik haal me de vergadering van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond nog gemakkelijk voor de geest, die eerste nadat ik op onze jaarvergadering in mei 1995 tot dit bestuur toegetreden was, die vergadering waarin ik als opvolger van dr. A. van Brummelen ook toetrad tot de redactie van ons blad. Aan het einde van 1999 volgde de benoeming tot algemeen secretaris van onze vereniging, in combinatie met het hoofdredacteurschap. Omstandigheden maakten dat die laatste taak pas per 1 januari 2002 realiteit werd.

Veel predikanten citeren in hun afscheidspreek een woord van Paulus, zonder dat ze zich durven te identificeren met de apostel van de heidenen. Ik denk er vandaag aan dat mijn dienst voor De Waarheidsvriend ongeveer zovele jaren duurde als er zaten tussen Saulus’ bekering in het jaar 34 of 35 en zijn gevangenschap in Rome, waarschijnlijk rond het jaar 62. Elke verdere vergelijking gaat mank, als we lezen dat Paulus gestenigd is, met de roede gegeseld en zweepslagen ontving. Hoewel ik wel weer iets herkend heb van zijn ‘zorg voor alle gemeenten’, die hem dagelijks overvalt. (2 Kor.11:28) Die betrokkenheid bij wat er leefde en gebeurde in álle gemeenten, was beslist een motor bij de wekelijkse vulling van De Waarheidsvriend, bij de duiding van wat er gaande is in ons midden, bij het verlangen om de gemeenten te mogen bewaren bij de dingen die onder ons volkomen zekerheid hebben.

Opvolger of navolger

Hoe kijken we in de kerk naar de opvolging in een bepaalde taak? Bij mijn benoeming een kwarteeuw geleden hield ik mezelf voor dat ik meer dan opvolger van een mens met zijn specifieke gaven en talenten navolger wilde zijn van Christus. Hij heeft als vrucht van Zijn hemelvaart gaven genomen om onder de mensen uit te delen, Hij roept ons tot gehoorzaamheid aan Hem, én Hij sprak Zelf nooit iemand naar de mond en keek nooit iemand naar de ogen. Ontspanning geeft dat.

Tegelijk leert het ons iets af waarin we in de kerk soms goed zijn, maar wat we beter niet kunnen doen, namelijk vergelijken. De ene predikant kan een ander talent hebben dan de ander, de ene gemeente kan in een andere context geroepen zijn dan een andere. Het gaat erom dat we het ontvangen talent voor het Koninkrijk van God vermenigvuldigd hebben, in plaats van ons ene talent te begraven omdat we denken dat ‘onze heer een streng man is’ (Matt.25:24). Dan zijn we onnutte dienaars geweest, die hun heer naar een duistere toekomst verwijst.

Vrijblijvend is de invulling van onze roeping daarom niet. De catechismus leerde ons dat ook de beste werken in dit leven onvolkomen zijn en met zonden bevlekt, werken die roepen om het reinigende bloed van Christus.

Vertrouwen

Het valt overigens op dat Petrus of Paulus aan hun opvolging geen woorden besteedden. Veelzeggend is het dat Paulus bij zijn afscheid van de ouderlingen in Efeze hen slechts opdraagt aan God en aan het woord van Zijn genade, om hen tegelijk te wijzen op Zijn macht. De gemeente mag steeds opnieuw vertrouwen dat de Heere voorzien zal, mag bidden om nieuwe werkers in Zijn wijngaard.

De kerk en haar ambtsdragers stellen zich altijd weer onder het Woord van God en zijn gericht op de uitbreiding, doorwerking en komst van Zijn Koninkrijk, dat eeuwig is en onwankelbaar. Daarbij mogen we oog hebben voor de gaven die Hij aan anderen in de gemeente geschonken heeft.

Context van de kerk

Het is hier niet de plaats om de ontwikkeling van De Waarheidsvriend sinds 1995 te duiden. Die evaluatie is voor degenen die er meer afstand toe hebben. Wel stellen we als feit vast dat ons blad van een ‘papieren krantje’ ontwikkeld is tot een kleurrijker magazine, dat de ruimte voor beeld toegenomen is. Met name echter is de context van de kerk in deze decennia sterk gewijzigd, onder meer doordat de Nederlandse Hervormde Kerk opgegaan is in de Protestantse Kerk in Nederland.

We ontkennen niet dat het jaren geweest zijn van neergang in de kerk, een aangrijpende neergang die zich kan uiten in het opheffen of kleiner worden van predikantsplaatsen, in het afstoten van kerkgebouwen. Vooral zien we dat het een afscheid van kerk en geloof is van ménsen, mensen die zichzelf het goede gunnen en toch het beste vaarwel zeggen, de dienst aan God. Neergang kan ook sluipend gaan, vooralsnog onder de oppervlakte blijven. Ook deze processen worden op een bepaald moment zichtbaar.

Kleine dingen

Wie ligt hier van tijd tot tijd niet wakker van, ook al belijden we met de Nederlandse Geloofsbelijdenis dat God Zijn kerk bewaart tegen het woeden van de hele wereld, al weten we dat ze bij tijden ‘als tot niet gekomen schijnt in de ogen van mensen’? Die belijdenis is geen garantie voor de gestalte van de kerk in ons land. Om die reden noopt de neergang tot volharding in het gebed, om te blijven in de liefde tot de kerk en de gemeente, ook om trouw te zijn in het kleine.

Dat laatste is belangrijk in onze tijd. De profeet Zacharia (4:10) stelt ook aan ons de vraag: ‘Want wie veracht de dag van de kleine dingen?’ De Heere is bij machte om het kleine net zo goed tot zegen te laten zijn, zoals de kleinere tempel dat was in vergelijking met Salomo’s bouwwerk. Om die reden kun je ondanks een groot tekort aan werkers in de kerk blij zijn met elke toegewijde proponent die beroepbaar is en die verlangt de gemeente met het Woord te dienen. Om die reden is het veel meer dan het reguliere als De Waarheidsvriend elke donderdag of vrijdag op de mat valt. Eén goed woord over Hem kan hier of daar voor mensen tot zegen zijn, voor nu of later.

Aan elkaar gegeven

Al is ons blad formeel de wekelijkse uiting van het hoofdbestuur van de Gereformeerd Bond, in de praktijk heb ik de hervormd-gereformeerde beweging als eigenaar beschouwd. We zijn aan elkaar gegeven om de kerk als geheel te dienen, om uit liefde tot de hele Protestantse Kerk de rijke inhoud van de gereformeerde belijdenis met overtuiging in te brengen, opdat ze leven zal bij en uit het werk van de Vader, de Zoon en de Geest.

Niet minder zijn we vandaag aan elkaar gegeven om onszelf te bewaren bij de geboden en beloften van God. Misschien is het kenmerkende verschil met eerdere decennia uit onze geschiedenis wel dat alles waartoe we de kerk oproepen, als eerste aan onszelf en de gemeenten die wij dienen, geadresseerd is. Opdat we de kerk dienen door zelf in een bijbelse vroomheid te leven. Daarnaast is onze seculiere tijd te kwetsbaar voor een onvruchtbare antithese naar de synode wanneer die als geheel niet onze ligging is, al doet de liefde tegelijk scherp zien en staan de vermaningen in het Nieuwe Testament er niet zomaar.

‘U bent Mijn vrienden…’

Vreugdevol was het om als hoofdredacteur van ons blad voortdurend te zoeken naar de gaven die God aan theologen, ambtsdragers of gemeenteleden gegeven heeft, opdat we zo elkaar bewaren bij de liefde van God (Judas, vs.21). De leer van Christus raakt dat, de geboden van Hem als richtinggevend voor ons leven. We zijn daarmee bij de veelzeggende naam van ons blad – een mooiere naam zal heel moeilijk gevonden worden, lijkt me –, omdat Hij Die de Waarheid is, gezegd heeft: ‘U bent Mijn vrienden, als u doet wat Ik u gebied.’ (Joh.15:14)

Wie zegt tot slot niet, als je een taak in de kerk neerlegt waaraan je van harte verbonden was, dat je in nog vettere letters had moeten schrijven hoe goed de dienst van de Heere is? Wie overweegt dan niet in stilte dat met meer accent verwoord moest worden dat de kerk vindplaats van vergeving is, omdat Jezus er samenwoont met zondaars? En dat dankzij de heilsfeiten er in het heden van de genade altijd hoop is?

Gelukkig echter, bij het overdenken van eigen tekort brengen de laatste twee verzen van Psalm 90, het oudejaarslied, Gods werk en het onze bij elkaar. We bidden of het volmaakte werk van Hem gezien mag worden en dat het onze bevestigd worden mag. ‘De liefelijkheid van de Heere, onze God, zij over ons; bevestig het werk van onze handen over ons, ja, het werk van onze handen, bevestig dat.’

Een tijdperk wordt afgesloten

Met ingang van 1 oktober treedt drs. P.J. Vergunst terug als hoofdredacteur van De Waarheidsvriend. Dat markeert een mijlpaal, een tijdperk wordt afgesloten. Als redactielid volgde hij in het voorjaar van 1995 dr. A. van Brummelen op. Spoedig volgde de benoeming tot hoofdredacteur in de plaats van dr. ir. J. van der Graaf. Daaruit sprak een groot vertrouwen. Vanaf 1 januari 2002 werd drs. Vergunst de eindverantwoordelijke voor de uitgave van ons blad. Opgeteld gaat het om bijna drie decennia van betrokkenheid op De Waarheidsvriend. Vrijwel alle kerkelijke bladen moesten afslanken, vele verdwenen. Zo niet De Waarheidsvriend. Dat zal toch te maken hebben met het wekelijkse hoofdartikel, waarin geestelijk leiding werd gegeven vanuit het gereformeerde belijden. Steeds merkten we dat broeder Vergunst zich van harte verbonden wist aan zijn roeping ten dienste van de kerk en de gemeenten.  Met gedrevenheid, innerlijke overtuiging en gevoel voor urgentie trok hij lijnen vanuit de Schrift naar het leven van de gemeente. Daarbij had hij een scherp oog voor de ontwikkelingen in de kerk, de wereldkerk, en ook in de samenleving. Steeds in een milde toonzetting, zoekend naar wat opbouwt. Wij zijn de Heere dankbaar voor werkkracht en inzicht die Hij gegeven heeft. In het licht van Zijn trouw willen we onze grote erkentelijkheid uitspreken aan broeder Vergunst voor de manier waarop hij invulling heeft gegeven aan zijn opdracht.

Eerder dit jaar benoemde het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond dr. H. Dijkgraaf uit Rijssen als hoofdredacteur van De Waarheidsvriend. Effectief gaat dat in per 1 oktober, na een inwerkperiode sinds 1 augustus.

Als redactie weten we ons in alles afhankelijk van de Heere. We bidden om Zijn zegen over het werk van drs. Vergunst, en nu ook van dr. Dijkgraaf. Het is ons verlangen dat De Waarheidsvriend blijvend van betekenis zal zijn voor de opbouw van de gemeenten in bijbels-gereformeerde zin.

Ten overvloede: als hoofredacteur treedt drs. Vergunst nu terug, als algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond blijft hij in dienst tot 1 oktober 2025. Zijn afscheid, waarover later meer informatie volgt, zal DV zijn op zaterdagmiddag 27 september 2025 – noteer deze datum alvast.

Ds. J.A.W. Verhoeven, voorzitter

P.J. Vergunst
P.J. Vergunst

was tot 1 oktober 2024 hoofdredacteur van De Waarheidsvriend.