blog
We kiezen niet langer onze eigen weg
Jezus volgen
Ik zet mijn treden in Uw spoor, opdat mijn voet niet uit zou glijden. Wellicht klinkt op de belijdeniszondag deze Psalm uit de mond van veel jonge lidmaten die belijdenis van het geloof afleggen. De Heere Jezus volgen is een grote levensles.
Na jaren catechisatie is het moment aangebroken dat we ja zeggen tegen God. De Heere heeft in ons jonge leven Zijn hand op ons gelegd, Zijn verbond opgericht. Hij kwam als Eerste ons leven binnen. Hij heeft voortdurend geroepen en zich aan ons bekendgemaakt via Zijn Woord.
Toen kwam het moment dat wij Hem gehoor gaven en bogen onder Zijn Woord. Dat Woord riep ons weg uit ons zondaarsbestaan, uit mijn ikgerichte leven, uit het leven waarin we op onze eigen inzichten vertrouwden. Hij onderwees ons wie Hij is en wie wij zijn. Nu verlangen we Hem te belijden, omdat Hij mij liefgehad heeft en ik Hem lief gekregen heb. Hij vraagt ons te belijden wie Hij is: ‘U bent de Christus, de Zoon van de levende God.’ Belijdenis doen is echter niet alleen theorie. Het beslaat de hele mens, heel het leven.
Petrus
De Heere Jezus volgen is één grote levensles. Petrus moest dat al leren. Van nature wilde hij altijd aanpakken. Hij nam altijd het initiatief. Je deed nooit tevergeefs een beroep op hem. Maar wat genade betekende? Dat was voor Petrus een les.
Wanneer de Heere Jezus op weg naar Jeruzalem spreekt over lijden, valt Petrus Hem in de rede. Daar komt niets van in. Dat gebeurt niet! Als de Heere Jezus later zegt: ‘Allen zullen jullie je aan Mij ergeren’, dan is het Petrus weer: ‘Ik niet.’
Petrus moet leren niet voorop te gaan, maar achter Jezus aan te gaan. Als Petrus de leiding neemt gaat het verkeerd. Hij moet leren om niet op zichzelf te vertrouwen, maar te luisteren naar Jezus’ stem. Dat geldt ook voor ons. Volgen betekent: niet langer je eigen weg bepalen en kiezen, maar achter de Heere aan komen. Al is het een smalle weg en al ben je een van de weinigen in je omgeving. Hem volgen is echter wel de kruisweg.
Kruisweg
Want dat leren we met belijdenis doen. We gaan de weg van het lijden tegemoet.
Dat wil het Markusevangelie leren: De Heere Jezus verbindt de belijdenis van Hem meteen met de eerste lijdensaankondiging. Hij kondigt de kruisweg aan. In dubbele betekenis zelfs. Zijn eigen kruisweg én die van de discipelen.
Als Zijn kruisweg op onbegrip stuit bij de discipelen, leert Hij dat ook zij zullen lijden. Wie achter Hem wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Hem. Dat is het christenleven. Met belijden is sterven verbonden, sterven aan jezelf en aan de wereld.
Jezus is op weg naar het kruis. Hij heeft het hun vaak onderwezen. Hij zal worden overgeleverd in de handen van mensen en zij zullen Hem doden, en gedood zijnde zal Hij opstaan op de derde dag. Als je Mij wilt navolgen, moet je er wel goed over nadenken wat het inhoudt om een navolger van Mij te zijn. Bedenk wat het kost om Mij te volgen.
Als Jezus de doornenkroon ontvangen zal, dan wacht Zijn volgeling geen pad met rozen. Maar… Hij gaat voor.
Jezus voorop
‘En zij waren op weg, gaande op naar Jeruzalem, en Jezus ging voor hen.’ Doelbewust gaat Hij voor op de weg. Hij weet wat Hem wacht. Jezus gaat het lijden tegemoet. Toch is Hij bereid. Hij gaat door en Hij gaat voor.
Verschillende namen van Hem komen hier naar voren. Hij wordt de Herder genoemd, Die Zijn kudde leidt en voor de schapen uitgaat (Joh.10). Hij is ook een Vorst, een gebieder, een bevelhebber (Jes.55). Het beeld van iemand die het strijdtoneel overziet. En de derde naam is Jezus als Voorloper (Hebr.6): Hij Die voor ons uitgaat. Hij Die de weg baant. Een Herder, een Bevelhebber en een Voorloper.
Jezus’ vooropgaan wijst ook op de vervulling van de profetie van Jesaja 50. ‘Daarom heb Ik Mijn aangezicht gezet als een keisteen.’ De context van dit Schriftgedeelte verwijst naar Jezus’ lijden en sterven.
Jezus gaat voorop, vastberaden en gehoorzaam, om het verlossingsplan van Zijn Vader uit te voeren. Hij heeft Zich bereid verklaard om de weg van het kruis te gaan. Hij zal Zijn leven gaan afleggen tot verlossing van Zijn kerk. Dit was Zijn uur, om de wil van Zijn Vader te doen. Welk een Zaligmaker is Hij.
Troost
Hij maakt Zijn Naam waar. Had Hij dat niet gedaan, had Hij geaarzeld of was Hij gestopt, dan zou er geen verlossing mogelijk zijn voor ons. Nee, dit alles mag ons troosten.
Hij gaat voor, vastbesloten. Niets zal Hem weerhouden. Daarom hoeven wij niet te vrezen. Hij zal Zijn leven geven ter verzoening en tot behoud van Zijn volgelingen.
We weten niet wat voor ons ligt. Maar we mogen weten: Hij baant de weg. Hij overziet alles. Hij regeert. Hij leidt Zijn kinderen, in donkerte en moeite. Hij zal niet verlaten wat Zijn hand begon en Hij houdt vast tot het einde. Jezus gaat ons voor, terwijl Hij ons onderwijst, corrigeert en bemoedigt.
Hem zo te zien voorgaan is het geheim van het geloof; het geheim van het kruis dragen in moeilijke omstandigheden.
Volharding
De Heere Jezus roept: ‘Volg Mij.’ Mensen staan op en volgen Hem. Wanneer we door het geloof en door bekering Hem toebehoren, leidt Hij ons op de weg. Voor onze bekering leven we er op los, zijn we ikgericht. Maar tot Christus geroepen, leren we te volgen.
Ons leven krijgt richting en duiding door het Woord van God en de Heilige Geest.
Waarom volgen de discipelen? Omdat ze door Hem getrokken waren. Ze waren aan Hem verbonden geraakt door het geloof. En ze volgden Hem.
Het is genade als we in Jezus onze redding vinden en voortdurend op Hem zien. Zo leren we te volharden tot het einde. Zo zien we dat ook bij de discipelen. Zij leefden door genade een nieuw leven. Ze werden door Jezus op de weg gehouden. Hij liep een paar stappen voor ze uit. Dat gaf ze rust en vrede.
Triomf
De weg waarop Jezus voorgaat, is de weg van de overwinning. Het is wel een weg die door lijden gaat, maar de heerlijkheid wacht. Het is een moeilijke tocht, een lijdensweg vol van nederlagen – een tocht die pijnlijk is – maar toch een triomftocht. De overwinning staat vast. Niet vanwege de christen, maar wel vanwege deze Christus, de Leidsman, Herder en Voorloper.
Vol verwondering
Markus schreef zijn evangelie opdat we de vraag ‘Wie is Jezus?’ leren stellen en ook leren het antwoord te geven: ‘Jezus is de Zoon van God.’ Als we vol verwondering zijn omdat Hij onder ons kwam, leefde, aan het kruis stierf en opstond uit de dood, als ik verwonderd ben omdat Hij dit deed voor mij, dan begint het nieuwe leven van de gemeenschap met de opgestane Heere Jezus, Die nadat Hij was opgestaan, Zijn leerlingen voorging naar Galilea (Mark.16:7).
Daar is het begonnen. Daar is de plaats waar ik leerde in Zijn spoor te treden, de plaats waar Hij heel persoonlijk sprak: ‘Mijn zoon, Mijn dochter, uw zonden zijn u vergeven.’
Hij herinnert ons er steeds aan: ook al hebben jullie Mij vergeten en hebben jullie Mij allemaal verlaten, Ik heb jullie niet losgelaten. Ik zal u voorgaan. Hij leert belijders van Zijn Naam dat Hij hen vasthoudt. Hij zegt het op de belijdeniszondag: Kom achter Mij, je leven lang. Ik ga voor. Ik ben Dezelfde, gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid.
J. Muller
Ds. J. Muller is predikant van de hervormde gemeente te Zetten-Andelst en lid van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond.