Waar bent u naar op zoek?

blog

Grootste erfenis is nalatenschap van je karakter

Jaar van actieve ouderen

26-11-2012

Het jaar 2012, waarvan het einde in ons zicht komt, is betiteld als jaar van de ouderen, specifieker als jaar van de actieve ouderen. Zijn ouderen gericht op wat ze allemaal nog willen of op wat ze zullen nalaten?

In de loop van een zekere tijd komt het allemaal langs: het jaar van de bij (wie verzint dit?) of het jaar van het voorlezen, de maand van de spiritualiteit, de week van de eenzaamheid, of van de smaak, de dag van de leraar, van de openbare ruimte. In feite gaat het slechts om compensatie, om georganiseerd in te halen wat we in het gewone leven te veel vergeten. Als we oog hebben voor ons eigen verleden, is er geen maand van de geschiedenis nodig. Als we hart hebben voor kwetsbare mensen, kunnen we zonder dag van de mantelzorg. Als de kerk aan Israël de plaats toekent die het Woord van God haar geeft, is een Israëlzondag overbodig.

 

Langer doorwerken

Het jaar van de ouderen, door de Europese Unie geïnitieerd, heeft in 2012 een bijzondere spits. Het gaat om actief ouder worden. Op de achtergrond hoor je de economische belangen alweer meeklinken. Ouderen moeten langer doorwerken opdat we ons voorzieningenniveau kunnen handhaven. Daarom zal het teruggedrongen moeten worden dat mensen vroeg met pensioen willen. Alleen als mensen bereid zijn om langer door te werken, zal de verhouding tussen gepensioneerden en werkenden zodanig blijven dat de kosten niet te hoog worden.

Met dat economische aspect is niet zoveel mis als het beleid ook gedragen wordt door een sociale insteek. Om ons heen zien we te veel zestigers die het tempo in bedrijven moeilijk kunnen volgen, die de veranderingen in het onderwijs niet meer meemaken. Je moet het verwerken als je jaren in het arbeidsproces eindigen met een plek in de marge.

Nu predikanten later met emeritaat gaan dan tien, twintig jaar geleden, zie je ook bij hen een verlangen om ongeschonden de eindstreep te halen. Dat vraagt om een eerlijk gesprek in de kerkenraad, waarin verwachtingen en mogelijkheden met wijsheid aan de orde gesteld worden.

 

Gemeenten

Voor de kerk is het van belang eveneens oog te hebben voor de inzet van ouderen. Gelukkig gebeurt dat op veel plaatsen, soms zodanig dat er te veel verantwoordelijkheid op hun schouders rust. Dat zal vooral in die situaties zijn waar de jongere generatie het af laat weten.

Er zijn ook gemeenten waar kerkenraden voor een groot deel bestaan uit dertigers en veertigers. Dan zou het zomaar kunnen dat we voorbijgaan aan de wijsheid, de mildheid en het relativeringsvermogen van degenen die in hun leven al veel geleerd hebben. Ouderen (moeten) weten wat de waan van de dag overstijgt, wat beproefd gebleken is in wisselende omstandigheden. Het is tot zegen als we hen in de kerkenraden blijven tegenkomen.

 

Aardverschuiving

De twintigste eeuw was de eeuw van de enorme toename van de wereldbevolking, onze eeuw zal zich kenmerken door een grote verschuiving in de leeftijdsopbouw. Minder kinderen en een langer leven – in 2040 verwachten we in ons land met twee miljoen meer 65-plussers te zijn – maken samen dat gesproken wordt van een demografische aardverschuiving.

Het vorige maand verschenen rapport ‘Actief ouder worden in Nederland’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau focust bewust niet alleen op de hogere kosten, maar ook op de uitdaging het door ouderen gevormde kapitaal te benutten. Dat betekent niet alleen langer doorwerken, maar ook een royale inzet van ouderen als vrijwilliger, als mantelzorger.

 

Oppasoma’s

Zeker zo belangrijk als de inzet van ouderen in concreet werk is hun geestelijke betrokkenheid op hun kinderen en kleinkinderen. Oppasoma’s doen veel meer dan oppassen. En met hun levenservaring kunnen opa’s de volgende generatie dienen. Dat doen ze niet door te benadrukken dat er vroeger meer gezag voor ambtsdragers, meer rust in het leven, meer kennis in de gemeente was – dat weten we allemaal. Wel door zich te verdiepen in het denken van jongeren, naast hen te gaan staan in de talloze keuzen die ze moeten maken.

Jongeren willen die uitgestoken hand. Een hbo-student moest stage lopen in een neutrale inrichting voor verstandelijk gehandicapten. Als deze mensen behoefte aan intimiteit hebben, wordt er voor hen een seksverzorger gebeld – een eufemistisch woord voor wat een nieuwe toepassing van een oud beroep in ons land is. De student vroeg zijn grootvader: ‘Opa, wat zou u doen als u stage liep en zo iemand moest bellen?’ In de kring aanwezigen werd er meer om gelachen dan er serieus over nagedacht en op geantwoord werd. En daarom was het zo opvallend dat de jongen na een half uur nog eens vroeg: ‘Opa, zeg nu eens wat u zou doen?’ Jongeren willen leren uit het leven van ouderen.

 

Spijt

Bronnie Ware is een Australische hulpverlener, actief in de terminale thuiszorg. In onze taal verscheen recent haar boek Als ik het leven over mocht doen, waarin ze uitwerkt van welke vijf zaken stervende mensen spijt hebben als ze terugkijken op hun leven:

– ik zou niet aan de verwachtingen van anderen moeten voldoen, maar de moed gehad moeten hebben aan mezelf trouw te blijven;

– ik had de moed moeten hebben mijn gevoelens meer te uiten;

– ik had mezelf wat meer geluk moeten gunnen;

– ik had mijn vrienden niet uit het oog moeten verliezen;

– ik had minder hard moeten werken.

Al zal een christen ongetwijfeld andere accenten leggen, herkennen we veel in dit overzichtje, vooral dat wat waardevol in het leven is niets met geld te maken heeft. Ouderen die het ontdekt hebben, mogen het jongeren doorgeven.

 

Zestig miljard

In onze westerse cultuur heerst geen goed (dat is: bijbels) zicht op de ouderdom. Beleggingsadviseurs zoeken de voorbereiding op de toekomst in het financiële en gezondheidsconsulenten denken dat je met bepaalde voeding en vitaminen gerust kunt gaan slapen. Amerikanen geven momenteel jaarlijks zestig miljard dollar uit aan antiverouderingsproducten, een bedrag dat naar verwachting per jaar met tien procent stijgt.

Het suggereert dat ouderen nog van alles willen, terwijl het zoveel belangrijker is stil te staan bij wat ze kunnen nalaten. Die erfenis is niet financieel van aard, die erfenis moet bepaald worden door hun karakter. Erg is het als jongeren van hun grootouders – of van ouderen in de christelijke gemeente – vooral zeggen dat ze egoïstisch zijn, negatief, jaloers, roddelziek, gefocust op geld. Dan is hun karakter in de voorbije jaren niet gevormd door Christus – en dat is gezien hun leeftijd een aangrijpende werkelijkheid.

 

Vruchten van de Geest

Wie jarenlang het gebed ‘O, Zoon, maak mij Uw beeld gelijk’ op de lippen neemt, zal aan het einde van zijn of haar leven op Jezus zijn gaan lijken. Als je met Psalm 71 zingt dat ‘de Heere HEERE je hoop is, mijn vertrouwen vanaf mijn jeugd’, ben je gevormd door de jarenlange omgang met God. De vurige Petrus heeft geleerd dat God aan nederigen Zijn genade geeft. Hij roept op bezonnen te zijn, nuchter en gastvrij, niet te morren. En Jakobus roept zijn lezers ertoe op de volharding in het geloof volledig te laten doorwerken, ‘opdat u volmaakt bent en geheel oprecht, en in niets tekortschiet’. Tot de vruchten van de Geest behoren vriendelijkheid, zachtmoedigheid, integriteit en zelfbeheersing.

Jongeren zien scherp. Ze ontdekken waar – ook in de moeiten van de ouderdom, in de ervaring van gemis, in het verdriet om de gebrokenheid van het leven – vrede en blijdschap de boventoon voeren. Wat de God van de hoop in het leven van Zijn kinderen vervuld heeft, dat is aantrekkelijk voor de naasten.

 

Gods werk

Een jaar voor actieve ouderen, het is bijna voorbij. Ook onze ouderdom – als we die ontvangen – brengen we door als een gedachte. Psalm 90 heeft het over ‘vliegen naar’ de toekomst. Dat bindt de generaties samen in het gebed om het werk van God te mogen zien in ons leven. Die activiteit is beslissend.

P.J. Vergunst