Is Jezus’ opstanding uniek?
De opstanding van de Heere Jezus uit de doden vormt het hart van het christelijk geloof. Maar Lazarus kwam ook terug uit de dood. Ds. C.H. Hogendoorn over hoe uniek Jezus' opstanding is.
Dat Paulus de Heere Jezus de Eersteling noemt (1 Kor.15:20) roept de vraag op hoe uniek de opstanding van de Heere Jezus is. Er waren er toch meer die – al voor Pasen – uit de dood waren opgestaan? Wie denkt er niet aan Lazarus (Joh.11:44), de jongen uit Naïn (Luk.7:15), of het dochtertje van Jaïrus (Luk.8:55). Aparte vermelding verdient de notitie van de evangelist Mattheüs rondom het sterven van de Heere Jezus. Op het moment dat de Heiland de geest geeft, scheurt het voorhangsel in de tempel in tweeën, beeft de aarde en scheuren de rotsen. Ook ‘werden de graven geopend en veel lichamen van heiligen die ontslapen waren, werden opgewekt’ (Matt.27:52).
In het Oude Testament lezen we eveneens over opwekking uit de dood. De profeet Elia wekt de dode zoon van de weduwe te Zarfath op (1 Kon.17:22). Zijn opvolger, de profeet Elisa doet hetzelfde bij de zoon van de Sunamietische vrouw (2 Kon.4:35). Later wordt een dode, die inderhaast begraven wordt in het graf van Elisa, weer levend bij de aanraking van de beenderen van Elisa (2 Kon.13:21); een wonderlijk gebeuren!
Wat is het precieze verschil tussen deze opwekkingen en de opstanding van de Heere Jezus? Ogenschijnlijk zijn ze gelijk. Maar bij nader inzien is er is een opvallend verschil tussen bijvoorbeeld de opwekking van de jongen uit Naïn en de opstanding van de Heere Jezus. Eerstgenoemde komt terug uit de dood, maar zal toch nog een keer moeten sterven. De Heere Jezus is door de dood heengegaan en heeft de dood nu voorgoed achter zich gelaten.