In de psalmen
In een aantal psalmen wordt profetisch gesproken over de hemelvaart van Jezus Christus. We denken daarbij aan de Psalmen 24, 47 en 68. We bespreken kort de genoemde psalmen en vragen ons af wat deze ons leren over Hemelvaart en wat dit betekent voor de kerk op aarde vandaag?
Psalm 24
Hoewel het niet eenvoudig is om de historische setting van Psalm 24 te duiden, wordt vaak gedacht aan de geschiedenis uit 2 Samuël 6. Vanuit het huis van Obed-Edom wordt de ark in triomf naar Jeruzalem gebracht om daar uiteindelijk haar plaats te krijgen in de tabernakel.
Het eerste deel zingt over de heerschappij van God over de hele aarde, vervolgens over de ontmoeting tussen God en hen die rein van hart en handen zijn. Het laatste deel zingt over de komende Koning en roept de stad en haar bevolking op om deze geduchte Koning te ontvangen. Met name het laatste deel is door velen gezien als een profetische lijn naar de intocht van Jezus in Jeruzalem, voordat Hij Zijn weg naar het kruis ging. Psalm 24 is daarmee wel beschouwd als een profetie van Jezus’ hellevaart in plaats van Zijn hemelvaart.
Toch heeft de kerk deze psalm vanouds opgevat als een hemelvaartslied. Immers, het komen van de ark wijst naar de ontmoeting tussen God en Zijn volk. God troont tussen de cherubim, en het verzoendeksel spreekt voor zichzelf. Daar wilde God via Mozes het volk ontmoeten. De ark wordt daarmee een voorafschaduwing van Jezus Christus, Die de volkomen verzoening zal brengen wanneer Hij komt. De plaats van de ark in het heilige der heiligen is de plaats van de hemel, waar ieder mag naderen die door het bloed van Christus gereinigd is (vs.4).
Psalm 47
Bij Psalm 47 kunnen we denken aan eenzelfde historische achtergrond als die van Psalm 24. Uit diepe vernedering komt de ark omhoog tot grote glorie op de berg Sion, waarin de heerlijkheid van God en Zijn regering vanuit Jeruzalem over de hele aarde gezien worden. Ook hier is weer sprake van het feit dat God regeert over heel de aarde (vs.8).
Daarnaast kan bij deze psalm verwezen worden naar de vreugde die ontstond wanneer de wolk van de heerlijkheid (sjechina) vanaf de ark opsteeg tijdens de lange woestijnreis van Israël (Ex.40:35-38). Meer dan vijftig keer is daarvan sprake. In dat opstijgen van de wolk sprak het koningschap van de Heere over Israël, alsmede Zijn leiding en bewaring ten aanzien van Zijn volk.
Deze gegevens hebben ertoe geleid dat ook Psalm 47 van oude tijden af al gezongen is als een hemelvaartslied. Wanneer Christus opgenomen wordt in heerlijkheid, betekent dit dat deze Koning heerschappij voert over de volkeren van deze aarde.
Psalm 68
Bij Psalm 68 is het nog lastiger om één concrete gebeurtenis aan te wijzen die de achtergrond zou kunnen vormen voor haar ontstaan. We zien hier dat de lange geschiedenis van Gods leiding met Zijn volk wordt bezongen. Het is een lofzang op de bevrijdende daden van God ten aanzien van de vele vijanden in de woestijn (vs.8) alsook in de periode toen zij woonachtig waren in Kanaän.
De kern van deze psalm is te vinden in de verzen 16 tot 19, waar gezongen wordt over de machtige berg Basan. Deze veeltoppige berg (gebergte) torent hoog boven Jeruzalem uit en staat symbool voor de grote machten waar Gods volk mee te doen heeft. Maar Israëls Gods heeft Zich verbonden aan Sion om daar eeuwig te wonen (vs.17). Dit is de kracht van Israël: De Heere is bij hen.
Vervolgens klinkt het lied van overwinning: ‘U bent opgevaren naar omhoog…’ (vs.19). Deze tekst doet denken aan het omhoogkomen van de koning naar Sion, terwijl krijgsgevangenen meegevoerd worden. En de buit van de vijanden wordt onder de mensen uitgedeeld. Dit tekent uit dat de God van Israël in Zijn macht en heerschappij zorgt voor Zijn volk. Ze komen niets te kort.
Ook deze psalm is profetisch te beschouwen als een hemelvaartslied. Immers, wanneer de Koning Christus omhooggaat naar de hemel, zal Hij van daaruit regeren en voor Zijn volk op aarde zorgen.
In de hemel
Vanuit genoemde psalmen licht een aantal zaken op die voor de kerk vandaag een grote troost zijn. In deze psalmen lezen we dat alles zich afspeelt in de context van de strijd die gevoerd moet worden. Zoals Israël last had van vijanden, zo blijven de vijanden zich roeren tot aan het einde van de tijden. Christus is echter opgevaren naar de hemel. Open-baring 4 en 5 maken duidelijk dat Hij daar van Zijn Vader op de troon de boekrol heeft ontvangen. Deze boekrol staat voor de heerschappij van hemel en aarde. Christus verbreekt de zegels; Hij zal de toekomst van wereld en kerk ontvouwen en leiden tot het grote doel dat God Zich heeft gesteld: De nieuwe hemel en aarde waarop gerechtigheid zal wonen. Psalm 24 maakt duidelijk dat Hij de God van heel de aarde is. Psalm 47 geeft daarbij aan dat Hij Zijn kerk leidt en bewaart dwars door alle gevaren heen tot op die grote dag van Zijn komst. De gemeente van Christus lijkt zo klein (Sion) wanneer zij let op de grote machten van deze wereld (Basan). Wat stelt de kerk nog voor in onze tijd?
Hemelvaart leert ons: De vijanden zullen overwonnen worden, het grote Babylon zal vallen (Openb.18) en het lied van overwinning zal gezongen worden (Openb.19). Juist vanuit het laatste bijbelboek krijgen genoemde psalmen extra glans en bieden ze onzegbaar rijke troost voor gelovigen van alle tijden op aarde.
Vanuit de hemel
Met betrekking tot het leiden en bewaren van Christus’ kerk hier op aarde werpt Psalm 68 daar nog een bijzonder licht op, doordat de apostel Paulus vers 19 citeert in zijn brief aan de gemeente van Efeze (Ef.4:8). Zoals de koning in Israël na een overwinning de gevangenen meebracht en de buit verdeelde, zo geeft Christus vanuit de hemel Zijn gaven aan Zijn kinderen hier op aarde om te kunnen leven en overwinnen in de strijd die gevoerd moet worden. Immers, de satan is uit de hemel geworpen en maakt zich sterk om de gelovigen te vervolgen (Openb.12:12).
Welke gaven zijn daarbij te noemen? Bestudering van Efeze 4 is hierbij belangrijk. Paulus schrijft daar over de gaven van apostelen, profeten, evangelisten, herders en leraars. Deze gaven zijn gegeven om elkaar te onderwijzen, opdat de gemeente als lichaam van Christus opgebouwd wordt in kennis en liefde. Hemelvaart bepaalt ons dus bij het grote belang van gemeente-zijn.
En Hij geeft de gave van de Heilige Geest, immers: ‘Het is nuttig voor u dat Ik wegga, want als Ik niet wegga, zal de Trooster niet naar u toekomen; maar als Ik heenga, zal Ik Hem naar u toezenden.’ (Joh.16:7) Christus regeert de wereld en leidt Zijn kerk dwars door alle tegenstand heen tot op die dag waarop de volheid van Gods heerlijkheid opengaat: ‘Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn en God Zelf zal bij hen en hun God zijn.’ (Openb.21:3)