Historisch kerkinterieur: een lust of een last?
Waar molens, kastelen en raadhuizen telkens zijn aangepast, is er in een veel kerken sinds de 17e of 18e eeuw nauwelijks iets veranderd, schrijft dr. Justin Kroesen.
De lage omloopsnelheid van de ruimtelijke indeling en het meubilair is het gevolg van het gewicht van de liturgie, een eeuwenoude traditie. Zo stellen sommige kerkinterieurs ons anno 2013 in staat om een wereld van eeuwen geleden binnen te stappen. Deze ruimten en hun meubilair verschaffen niet alleen inzicht in de religieuze geschiedenis, maar ook in de ontwikkeling van kunst en muziek, ideeën over goed en kwaad, alsmede in de maatschappelijke verhoudingen, zoals de macht van de adel en de welvaart van sommige burgers.
Naast deze historische betekenis bezitten veel kerkinterieurs ook een bijzondere charme voor het oog door het fraai gesneden eikenhout aan preekstoel en herenbanken, door de vele soms uitbundige graftekens voor edelen en zeehelden, de sierlijke tekstborden en de bijzondere dieptewerking van schip en koor.
De belangrijkste historische kerkinterieurs zijn te vinden in protestantse kerken. Verreweg de meeste van de circa 800 middeleeuwse kerken die in Nederland bewaard zijn gebleven, behoren nu tot de Protestantse Kerk in Nederland. Rooms-katholieke kerken en kerken van andere gezindten dateren meestal van later datum en/of hebben een veel jonger interieur.
Opvallend genoeg bestaat er juist onder protestanten grote onwetendheid over deze rijkdom. Al te vaak wordt er stilzwijgend vanuit gegaan dat het protestantse kerkinterieur zich zou kenmerken door eenvoud en soberheid, als gevolg van een afwijzing van pracht en praal en een sterke concentratie op het woord; wijd verbreid is de gedachte dat de liefhebber van kunst uitsluitend in Rooms-katholieke kerken aan zijn trekken komt.