In 2008 aanvaardde de Protestantse Kerk ‘Het Israëlisch-Palestijnse conflict in de context van de Arabische wereld van het Midden-Oosten’. Vorige week donderdag stond ‘Uw koninkrijk kome. Als pelgrims onderweg met Joden en Palestijnse christenen’ op de agenda, een nota die met 43 van de 59 stemmen aanvaard werd. Maar, ‘de diepteboring uit de Romeinen-brief wordt in twee zinnen afgedaan.’
Altijd weer als ‘Israël’ op de agenda van de synode van de Protestantse Kerk staat, voel je een bijna uitzonderlijke spanning, een geladenheid en betrokkenheid die ik de afgelopen decennia alleen ervoer als ‘huwelijk, seksualiteit en relaties’ aan de orde waren. Bijzonder is hierbij dat beide in de Bijbel een ‘geheimenis’ genoemd worden. Een geheimenis ontrafel je niet, krijg je niet in de vingers – nooit. En zowel ‘Israël’ als het huwelijk toont ons iets van Wie God is: Hij Die Zijn volk Zich tot eigendom verkoos, Hij Die de relatie tussen man en vrouw spiegelt aan de onvoorwaardelijke liefde van Christus voor Zijn gemeente.
Krijgt een synode, na hoeveel overleg ook, het geheimenis van Israël in een nota vervat? Nee, Gods oneindige trouw aan Zijn volk leggen we nooit goed in woorden vast, of we moeten slechts bijbelgedeelten citeren.
Gods weg met Israël
Ook de nu aanvaarde nota spreekt al snel over vragen die schuren en botsen, over het conflict in het Midden-Oosten, over ‘7 oktober’ waardoor alles op scherp staat. En als de synode gaat verwoorden welke stappen ze wil zetten, lezen we bij de eerste stap – ‘Bidden om vrede voor Jeruzalem’ – snel dat dit geen eenvoudige zaak is, dat het gevoelig ligt en kwetsbaar maakt.
Aan de vooravond van de synode zong de gemeente waartoe ik behoor in haar dankdagdienst uit Psalm 77: ‘Heilig zijn, o God, Uw wegen, niemand spreek’ Uw hoogheid tegen, wie, wie is een God als Gij?’ Ik dacht al zingend aan Gods weg met Israël, waarop het volk in de aanvechting moet leren vertrouwen. Ook Paulus eindigt in Romeinen 11 immers in het eerbiedig volgen van de weg van God met Israël: ‘O, diepte van rijkdom, zowel van wijsheid als van kennis van God, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen.’ Onnaspeurlijk, dit geheimenis. In mijn ouderlijk huis, waar het gebed voor Israël beslist een plaats had, werd mij voor alles geleerd: ‘God laat geen van Zijn beloften ter aarde vallen én zorg dat je erbij bent, dan zul je het zien.’ Zo bleef het geheimenis staan.
Je vingers niet branden
Tot sprakeloosheid mag een geheimenis echter niet leiden. Dan negeren we hoe de HEERE Zich openbaart. Daarom raakt het als een predikant uit de kring van de Gereformeerde Bond – zes jaar theologische studie achter de rug – zegt dat hij in de gemeente niets over ‘dit mijnenveld’ zegt. Ter synode zei ds. G. van Helden (Buitenpost) dat ‘veel collega’s een gesprek over Israël uit de weg gaan, hun vingers niet willen branden’. Een van de redenen was dit eind 2022 waarom de kerk tot een nieuwe nota komen wilde, dezelfde reden als waarom de Gereformeerde Bond vorig jaar het boekje Eigendom van God uitgaf. De andere reden was de gewijzigde situatie in het Midden-Oosten.
Ter inleiding zei scriba dr. R. de Reuver dat de nota aansluit bij de opening van onze kerkorde, waar staat dat de kerk ‘delend in de aan Israël geschonken verwachting, zich uitstrekt naar de komst van het Koninkrijk van God’. ‘De titel van de nota, ‘Uw koninkrijk kome’ is bewust een gebedsvorm. We gaan de weg naar het Koninkrijk samen met andere christenen, ook met Joden.’
Internationaal recht
Ds. M. van Heijningen (Alblasserdam) diende een tegenvoorstel in, waarin hij vroeg om de nota te splitsen: één nota over Israël, één over de relatie met Palestijnse christenen. Hij kreeg als antwoord dat dit historisch en theologisch onmogelijk is, omdat de thema’s zeer verweven zijn. Het gevolg is wel dat de nota niet sterk inzet op Gods verkiezing van Israël – die een gave is én een opgave om tot heil van de volkeren te leven – maar dat de eerste bladzijde al meldt: ‘De kerk wordt van uiteenlopende kanten met grote urgentie opgeroepen te kiezen. Daarbij worden (bijbels-)theologische, volkenrechtelijke en humanitaire argumenten gebruikt.’ Het is zoals ds. K. Hak (Groot-Ammers) zei: ‘De diepteboring uit de Romeinen-brief wordt in twee zinnen afgedaan.’
Een van de thema’s die dr. E. Klootwijk, wetenschappelijk beleidsmedewerker Kerk en Israël en Joods-christelijke relaties, daarom met de synode besprak, was de verhouding tussen Bijbel en internationaal recht. ‘De kerk neemt haar uitgangspunt in de Bijbel, dat is de bron. Tegelijk verwijzen we naar het internationaal recht, want op het gebied van de mensenrechten hebben we niets beters.’ Dit lijkt me een naïeve opstelling, als duidelijk is dat een zeer onevenwichtig aantal resoluties van de Verenigde Naties (VN) zich tegen de democratie Israël keert – alsof de wereld geen Syrië, Afghanistan of Noord-Korea kent…
Deze positie maakt dus dat in de nota Palestijnse christenen geciteerd worden die spreken over ‘pijn omdat de diepere oorzaken van het Israëlisch-Palestijnse conflict niet onder ogen wordt gezien: de al vele tientallen jaren durende bezetting en vernedering van Palestijnen’. Ds. A.N. van der Wind (Kerkwijk): ‘Dit kan de kerk niet uitspreken.’ En inderdaad, je gelooft niet dat deze woorden er staan, terwijl het handvest van Hamas – ‘de Joodse staat moet verdwijnen, heel het gebied van de rivier Jordaan tot de Middellandse Zee moet worden ‘bevrijd’ – nergens genoemd wordt.
Zeven stappen
De Protestantse Kerk wil met de nu aanvaarde nota het ‘uithouden in de spanning’ tussen de fundamenteel belijdende roeping onopgeefbaar verbonden te zijn met het Joodse volk en tegelijk te leven bij de oecumenische roeping naar Palestijnse christenen en de diaconale roeping om op te komen voor gerechtigheid. ‘Uithouden in die spanning is een krachtige keuze: vóór Joden en Palestijnse christenen, vóór verbondenheid en recht op leven.’
De zeven stappen die ze daartoe zet, zijn: bidden om vrede voor Jeruzalem; opkomen voor Joden en de Joodse gemeenschap; opkomen voor Palestijnen; leren omgaan met polarisatie; opkomen voor recht en gerechtigheid; betere samenwerking met en communicatie over onze partners; publiek spreken rond mensenrechtenschending en antisemitisme.
Belofte en vervulling
Ik leef bij een andere spanning, die in de eredienst altijd aanwezig is: de spanning tussen Gods beloften en de vervulling ervan, in Zijn weg met Israël, in het leven van de kerk, van elke christen. Israël is dan Gods wijzer op de wereldklok. Het is de spanning die in de Psalmen tastbaar is: ‘Hoelang, HEERE? Zult u mij voor altijd vergeten?’ Het is de spanning vanwege het opstaan van de volkeren (meervoud) tegen Gods Gezalfde. Het is de spanning tussen aanvechting en geloofsvertrouwen: ‘Uw weg was door de zee’ én ‘U leidde Uw volk als een kudde.’
In dat geheimenis onderwijzen we de gemeente, opdat we onze hoop op God stellen, Zijn daden nooit vergeten.
Geïnteresseerd in meer lezenswaardige artikelen? Neem een jaarabonnement (€ 52,50). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!