blog
Drs. W. Dekker wil ontkerkelijking geestelijk duiden
God heeft een geding met ons
Drs. Wim Dekker heeft de gave van het prikkelen. De lezer van Marginaal en missionair, zijn jongste publicatie, zet hij aan het denken over evangelisatiewerk (te optimistisch?), missionair enthousiasme (te oppervlakkig?), ontkerkelijking (oordeel Gods), het grote belang van de kerk en van grondige prediking. Maar waarom heeft hij zo weinig aandacht voor ethiek?
Een groot deel van zijn leven is ds. Dekker betrokken op het evangelisatiewerk. Dat geeft hem veel oog voor het ontmoetingspunt van kerk en wereld, geloof en cultuur. In zijn onlangs verschenen boek Marginaal en missionair
wil hij vanuit zijn jarenlange ervaring een diepteboring doen. Een onderzoek naar de (geestelijke) achtergronden van de kerkverlating, naar de waarde van het protestantisme in de moderne cultuur, naar de plaats van de kerk in het evangelisatiewerk.
Vaak wordt de geloofsafval verklaard vanuit allerlei maatschappelijke ontwikkelingen. Maar ds. Dekker acht dat een tekort. Hij wil de ontkerkelijking geestelijk duiden, dat is: voor Gods aangezicht. Is geschiedenis niet de plek waar God regeert en oordeelt? ‘Geschiedenis is het vlammend Schrift van de heilige God’, zei Groen van Prinsterer ooit. Als in een land en een werelddeel, als in Nederland en Europa binnen een eeuw zo’n groot deel van de bevolking los raakt van kerk en geloof, dan moeten we dat verschijnsel duiden als een oordeel van God.
Oppervlakkig optimisme
Ds. C. Blenk, nu hervormd emeritus predikant, verhaalde eens hoe hij in zijn tijd als evangelist een IZB-avond in Zoetermeer hield. Terwijl hij vertelde van de grote ontkerkelijking in de twintigste eeuw, riep ds. G. Boer – als een profetische doorlichting – ineens vanaf de achterste rij: het oordeel begint bij het huis Gods (1 Petr.4:17).
Deze gedachte vinden we ook bij ds. Dekker, maar breder uitgewerkt. Het lijkt me dat de auteur hier een belangrijk punt naar voren brengt. Terecht wijst hij al het oppervlakkige optimisme van de hand rond het evangelisatiewerk: er voltrekt zich een oordeel over ons werelddeel. God heeft een geding met ons. Ds. Dekker trekt mooie en veelzeggende lijnen vanuit de secularisatie naar het lijden van Christus. Hij tekent hoe de beleving van de ontkerkelijking geheiligd kan worden en zo dichter bij Christus kan brengen.
Toch blijft de uitwerking van deze gedachte in het boek wat onbevredigend. We vinden bijvoorbeeld niet wat de oorzaken van dit oordeel zijn. Wat is er in Nederland en haar kerk, wat is er in West-Europa aan de hand dat God dit oordeel zendt? Terwijl dat juist van groot belang is voor de benadering van Nederland en de kerk. Hier had dieper gesneden kunnen worden in het Nederlandse én kerkelijke vlees.
Belang van de kerk
Binnen het evangelisatiewerk hoor je soms: ‘Je moet de mensen niet tot de kerk brengen, maar tot Jezus.’ Ds. Dekker brengt juist omgekeerd het grote belang van de kerk naar voren. Hij haalt de uitspraak ‘Buiten de kerk is geen zaligheid’, van de kerkvader Cyprianus, aan en zet dit woord als bijzonder actueel centraal. Het heil van God is niet zomaar overal te vinden. Het is in het Woord, ambt en sacrament te vinden binnen de kerk.
Het is weldadig hoe ds. Dekker geen wig laat drijven tussen Christus en de kerk, maar juist het immens grote belang van de kerk benadrukt. Het is aan te voelen hoe bepalend dat is voor je staan in evangelisatiewerk: heb je de kerk in het oog of niet?
De auteur voert een verrassend pleidooi voor de kerk der Reformatie als planting Gods. De Protestantse Kerk ziet hij als voortzetting daarvan: ‘Zij is diep verankerd in het volk en op onzichtbare wijze verbonden met Christus, die op mystieke wijze in haar woont en die zo ook te midden van ons volk woont.’ Ook de andere kerken komen aan de orde, net als het positief samenwerken met hen. Hier ligt heel wat stof om over door te spreken. Maar het gewichtige punt blijft hier het belang van de historische kerk van Nederland.
Antwoord op McGrath
In 2003 bracht de bekende Engelse theoloog Alister McGrath naar voren dat er voor het protestantisme geen toekomst was. Er zouden drie hoofdstromen overblijven: de oosterse orthodoxie, het rooms-katholicisme en de evangelische stroming. Ds. Dekker neemt de handschoen op en probeert de argumenten van McGrath te wegen. In het protestantisme ligt de nadruk op het woord, terwijl we nu in een beeldcultuur leven, met nadruk op ervaring. Ds. Dekker geeft echter een vurig pleidooi om niet van de centrale plaats van het Woord af te wijken, maar juist de prediking de ereplaats terug te geven. Als de Bijbel er vol van is hoe God Zichzelf bemiddelt door het gepredikte woord, zou Hij dat in onze tijd niet meer willen en kunnen doen? Dat mogen we niet denken, integendeel.
Hij acht een herontdekking nodig van wat nu waarachtig preken van Gods Woord is: dat God in gesprek treedt met de hoorders en hen ontmoeten wil. Ds. Dekker geeft op dit punt veel en vormt een adequaat antwoord op McGrath. Goed dat hij dit punt zo trefzeker en grondig behandelt. Jonge intellectuele protestantse christenen kunnen zo weer het protestantisme als heilig en geestelijk ideaal in het vizier krijgen. Daarin mogen we veel van God verwachten.
Veel studeren
De auteur bepleit ook een grondige prediking, die zich niet versmalt tot de persoonlijke relatie van God tot de enkeling. God spreekt tot de mens in de totaliteit van het leven. Ds. Dekker pleit voor een lectio continua, het achter elkaar bepreken van een bijbelboek of een aantal hoofdstukken, waardoor ook minder bekende gedeelten aan bod komen.
Ik zou dit pleidooi van de schrijver willen aanvullen met het wijzen op het belang van studie bij de predikanten: klassieke theologie (kerkvaders, reformatoren) en goede bijbelse theologie. Het kan het geloof in zijn rijkdom, diepte en hoogte meer naar voren laten komen. Het zal de prediking meer breedte, diepte en (geestelijk) gezag geven.
Gemeentestichting
Ds. Dekker gaat ook in op nieuwe vormen die worden toegepast om mensen met het Evangelie te bereiken. Een van deze manieren is gemeentestichting. Naast klassieke gemeenten worden er nieuwe gemeenten gesticht die meer vrij en open zijn. De drempel zou hier voor buitenkerkelijken lager zijn. Ds. Dekker spreekt liever van gemeenschapsvorming dan van gemeentestichting, om zo te benadrukken dat de band met de moedergemeente bewaard moet blijven. Het risico is anders te groot dat de nieuwe gemeenten verzanden in sektarisme of weer verdwijnen. En dan heeft het soms achteraf juist schade toegebracht.
Perspectief van eeuwigheid
De Protestantse Kerk geeft veel aandacht aan missionair zijn. Toch is dat volgens de auteur in zeker opzicht een brug te ver, omdat gemeenleden zelf vaak het gevoel hebben geestelijk onzeker en zwak te zijn. Christenen zelf zijn meer geseculariseerd dan ze denken. Vaak is er niet een denken en leven vanuit de werkelijkheid van God. Nodig is een terugkeer van het perspectief van de eeuwigheid. De vreze Gods, de omgang met God. Intens en diep.
Missionair zijn kan niet vanuit een intern verzwakte en geestelijk onzekere kerk, die het zelf nauwelijks weet. Nodig is de herbronning in God. Ds. Dekker brengt hier opnieuw een punt naar voren dat alle aandacht verdiend. Het onderstreept het belang van de leerdiensten (catechismus!), de wekelijkse catechese en bijbelkring.
Praktijk
Het boek van ds. Dekker biedt veel stof om over na te denken. Het wil de sterke missionaire gedrevenheid die binnen de Protestantse Kerk, maar ook binnen veel Gereformeerde Bondsgemeenten, ontstaan is, bewaren voor oppervlakkigheid en ontsporing. Het ontvouwt de ernst van de ontkerkelijking – een oordeel van God ¬-, schetst de grote waarde van de kerk, de rijkdom van het protestantisme – te midden van rooms-katholicisme, oosters-orthodoxie en evangelische stromingen – en wijst op het belang van goede en grondige prediking.
Van daaruit geeft ds. Dekker wat meer praktische toepassingen, al wil hij vooral het kader van denken aangeven. Dat laatste is inderdaad van groot belang; praktische dingen komen vaak op hun plek als de grondlijnen goed getrokken worden.
Ethiek
Toch zijn er enkele vragen te stellen. Ik noemde al het verder doordenken van het oordeel van God en de redenen waarom God Zijn oordeel over Nederland en Europa geeft. Dat zou meer de ernst van de dingen bij brengen. Verder noemde ik de noodzaak van grondige studie in de klassieke theologie van de kerk, waardoor predikanten diep en hoog leren denken en prediken.
Ik zou nog een andere vraag naar voren willen brengen. In zijn boek geeft ds. Dekker weinig aandacht aan ethiek. Hij wijdt er slechts enkele regels aan, waarin hij zegt dat ethische kwesties op een lager plan moeten staan. Als hij bijvoorbeeld spreekt over het eigene van de kerk, dan stelt hij dat de zondagsheiliging vooropstaat, om de opstanding van Christus te vieren. Vervolgens is er de onderlinge gemeenschap. En pas in de derde plaats de ethiek. Volgens ds. Dekker vallen rond de formulering van ethische standpunten niet de laatste grote beslissingen, waarbij hij als voorbeeld de homofilie noemt.
Het is opmerkelijk dat hij het punt van de ethische zaken zo beknopt behandelt. In de praktijk botst de wereld juist rondom ethische zaken op de kerk. Dat was al zo in de Vroege Kerk. Vandaag merk je het algauw in het evangelisatiewerk.
Ook de wet
Het lijkt me niet de goede weg om ethische zaken op de achtergrond te laten. God is immers niet alleen de Vader van de Heere Jezus, maar ook de Gever van de wet. Hij is niet alleen Degene die heil laat verkondigen, maar ook het geweten geeft en met Zijn wil tot de mens komt. En Christus is niet alleen de Drager van de zonden, maar ook heilig en het volkomen beeld van God, de belichaming van Gods wil en wet.
Wet en geweten brengen Gods heiligheid tot een mens en daarmee ook ernst over een mens. Maar de wet met het geweten komen we in deze studie niet echt tegen, wat zeker in het gedeelte over het oordeel van God opvallend is. Dat is jammer.
Wet, evangelie en geweten zijn zo nauw aan elkaar verbonden, dat ze rondom evangelisatiewerk en in het benaderen van de moderne mens niet te scheiden zijn. De kerk heeft over man en vrouw, seksualiteit en huwelijk een overtuigd en heilig woord te spreken, onlosmakelijk verbonden aan het Evangelie. Dat kan met fierheid, zoals de Vroege Kerk haar heilige en rijke moraal in het getuigenis tot de heidenen naar voren bracht.
De christelijke levenswijze staat wel geregeld haaks op de geest van de tijd, maar om die reden moet zij niet verzwegen worden. Juist de rijkdom, de wijsheid, het goede van Gods ordeningen moeten getoond worden.
Verschillende meningen
Feit is dat binnen de Protestantse Kerk over ethische zaken soms heel verschillende meningen zijn, maar dat mag geen reden zijn om ethiek meer op de achtergrond te zetten. Vaagheid in ethiek is alleen maar tot schade voor het Evangelie. Eerder moet de authentieke christelijke levenswijze en moraal herontdekt worden, om die in nauwe verbondenheid met het Evangelie uit te dragen.
Zal het in een ethisch ontwortelde en lege tijd niet juist als een zuivere beek zijn wanneer de kerk helder en klaar de heilige christelijke levenswandel uitdraagt? We dragen niet alleen een Christus uit die aan het kruis de zonden wegdraagt, maar die ook volkomen, heilig en zuiver is. En die aan Zijn beeld gelijkvormig maakt.
P.F. Bouter
Dr. P.F. Bouter is hervormd predikant te Bodegraven en lid van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond.
N.a.v. Wim Dekker, Marginaal en missionair. Kleine theologie voor een krimpende kerk; uitg. Boekencentrum, Zoetermeer; 205 blz.; € 19,90.