blog
GKv zetten alle ambten open voor zusters in de gemeente
In juni besloot de synode van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKv) het ambt van diaken, ouderling en predikant open te stellen voor de vrouw, in juli werden deze kerken geschorst als lid van de ooit door hen opgerichte International Conference of Reformed Churches.
In 2011 stelden de vrijgemaakte kerken een onderzoek in naar het wel of niet openstellen van het ambt voor de vrouw. Drie jaar later pleitte een meerderheid van het ingestelde deputaatschap voor toelating van vrouwen tot het ambt, maar besloot de synode bezinning op de ambten voorrang te geven en vanwege de katholiciteit van de kerk zusterkerken te raadplegen. Vanuit de Schrift zou er geargumenteerd moeten worden.
Scheppingsorde
Opnieuw drie jaar later komen de GKv tot de conclusie dat er in de Schrift geen redenen zijn te vinden om vrouwen ‘categorisch te weren van de preekstoel en uit het ambt van predikant. Bepaalde dingen die het Nieuwe Testament zegt over diensten in de kerk kun je moeilijk één op één betrekken op de ambten zoals wij die kennen’. Opvallend is dat in de betoogtrant van de synode afstand genomen wordt van een denklijn die onderscheid in roeping en taak van mannen en vrouwen in de schepping fundeert (de scheppingsorde), een denklijn die juist leidend is in de brochure die de Gereformeerde Bond in 2012 over dit thema verschijnen liet. Veelzeggend is de titel van deze brochure: ‘Mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen’.
Op gelijke wijze
Wie de brochure leest, ziet dat het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond de vrijgemaakte synode niet volgt; integendeel. Zeker, uit het Nieuwe Testament is overduidelijk dat Christus Zijn heil op gelijke wijze aan man en vrouw schenkt, wat ook voor de gaven van de Heilige Geest geldt.
Uitvoerig maakt ds. P.F. Bouter, de eerste auteur, in de brochure duidelijk dat de scheppingsorde na de komst van de Heere Jezus van betekenis bleef. Als in 1 Timotheüs 2 aan vrouwen het gezagsvol spreken en onderwijzen in de eredienst ontzegd wordt, volgt er een verwijzing naar deze scheppingsorde én naar de zondeval.
Bijbelse getuigenis
De cultuur waarin we leven, doet een krachtig appèl op de kerk om elke ongelijkheid tussen man en vrouw weg te nemen. Daarnaast is er volop discussie over de vertaalslag van bijbelse noties naar de tijd waarin wij leven. Wat daarover in ‘Mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen’ staat, vat ik niet samen. Voor dit moment geef ik aan dat het onderscheid in roeping en taak van man en vrouw een rode draad in het bijbelse getuigenis is. Aan die lijn hielden de bijbelschrijvers vast, ondanks dat er in de tijd van het Oude en Nieuwe Testament in omliggende culturen vrouwelijke priesters voorkwamen. Wie in deze lijn voortgaat, staat in de traditie van de kerk der eeuwen én deelt het denken van de meerderheid in de wereldkerk. Ondertussen leert het Nieuwe Testament ons een royale inschakeling van de vrouw in het werk in de gemeente.
***
Deze zomer markeerde een ontwikkeling in de GKv die al lange tijd gaande is. In het laatste deel van de serie Vuur en vlam, die de geschiedenis van de GKv belicht, las ik in 2004 al over ‘de ingrijpende omslag die zich in de vrijgemaakte wereld voltrekt’. Het was in die tijd dat de vorige hoofdredacteur van het Nederlands Dagblad, P.A. Bergwerff, sprak van een ‘kokende pot van meningen, ideeën, wensen en overtuigingen, die in meerdere of mindere mate vervreemd zijn van de gegeven leer – die officieel niet ter discussie staat.’ De voorbije twintig jaar zijn de GKv anders naar het eigen verleden gaan kijken.
Evangelisch-gereformeerd
In zijn in 2013 verschenen studie De doorgaande revolutie beweert de godsdienstsocioloog Gerard Dekker dat de GKv de synodaal-gereformeerden achternagaan, onder meer omdat de Bijbel anders benaderd en gelezen wordt, omdat ethische thema’s als samenwonen en echtscheiding anders beoordeeld worden. De toenmalige rector van de Theologische Universiteit Kampen, prof. M. te Velde, wees er toen echter terecht op dat de GKv geen vooroplopende theologen als Kuitert en Den Heijer kennen, die centrale geloofswaarheden een andere inhoud gaven. In de vrijgemaakt-gereformeerde wereld zag Te Velde eerder de ‘evangelicale variant van de moderniteit’ zichtbaar worden. In dit licht zou het niet verbazen als de aangekondigde vereniging van de GKv met de Nederlands Gereformeerde Kerken leiden zou tot de Evangelisch Gereformeerde Kerken, een naam die al geopperd is.
Dezelfde dr. Te Velde pleitte er in 2007, in het boek Vrijgemaakte vreemdelingen, al voor om de gereformeerde overtuiging te verbreden door studie te maken van grote denkers uit de geschiedenis van de christelijke kerk, zoals Luther, Calvijn, Owen, Edwards en Bavinck. Die blik in de kerkgeschiedenis is zeker waardevol voor een kerkgenootschap dat ondiepe wortels in het jaar 1944 heeft, toen de GKv zich losmaakten van de synodaal Gereformeerde Kerken.
Onderwijs
Vanouds kent de Gereformeerde Bond een beperkt aantal relaties met de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt. Anders dan met de Christelijke Gereformeerde Kerken is er geen vorm van oecumenisch samenleven, zijn er geen officiële contacten. Tegelijk is waar dat de huidige generatie hervormde ouders – afhankelijk van de plaatselijke situatie – soms gereformeerd-vrijgemaakt onderwijs verkiest boven een reformatorische school, waardoor onderlinge kruisbestuiving tussen hervormden en gereformeerd-vrijgemaakten toeneemt.
Sowieso ademen die gemeenteleden in hetzelfde culturele klimaat als een jonge generaties GKv’ers die beklemtonen dat vrouwen in onze cultuur een heel andere positie hebben dan in bijbelse tijden. Het maakt dat toerusting van jonge mensen in de Schrift, in het belijden en ook de geschiedenis van de kerk van grote waarde blijven.
Calvijn
Is het aangekondigde samengaan van de Nederlands Gereformeerde Kerken met de GKv een tussenstap op weg naar aansluiting bij de Protestantse Kerk? Dat zou zomaar kunnen – al weten deze kerken niet van de oude vrijzinnigheid die hervormden meemaakten of van de moderne vrijzinnigheid die gereformeerden na Kuitert ontmoetten.
In het Nederlands Dagblad riep de neerlandicus Hans Werkman met een beroep op Calvijn zijn mede-vrijgemaakten op de GKv niet te verlaten. Met een knipoog naar de geschiedenis – waar is de tijd dat vrijgemaakt-gereformeerden de positie van de Gereformeerde Bond hekelden omdat hij zich niet losmaakte van een kerk waarin de dwaling getolereerd werd? – ontdekken we de argumenten die hervormd-gereformeerden gebruiken om belijdend en getuigend in de kerk op hun post te blijven. Werkman haalt Calvijn naar voren, waar deze in de Institutie zegt dat ‘als in een kerk het Woord en de sacramenten zuiver bediend worden, die een ware kerk is, ook als ze overigens vol fouten is’.
***
Gebed om eenheid
De christenheid leeft niet op een eiland, maar ondergaat tal van invloeden. Het leven van Gods kerk in Nederland mag ons daarom boven alles brengen tot gebed voor haar, opdat ze Gods waarheid belijdt, opdat er eenheid gevonden wordt in belijden en geloven, eenheid in geloof en in liefde. En waar die eenheid teloorgegaan is, bidden we om een nieuwe gehoorzaamheid. We bidden om vrijmoedigheid om het woord van Christus te spreken, om als door de ogen van Christus te kijken naar de kerk, naar de wereld, naar de schepping.
Nu de GKv een besluit namen dat grote gevolgen heeft voor haar identiteit en toekomst, nu sommige predikanten oproepen zich los te maken van het gezag van de kerkenraad, leert het ons opnieuw te pleiten op de trouw van Gods verbond en te geloven in de kracht van het Woord van God. Zo was de houding van de apostelen als de gemeente niet in de weg van het Woord ging. Waar het Woord is, wordt de kerk gevonden. God wil daar wonen en omgaan met zondaars. De GKv heeft ons er opnieuw bij bepaald.
Tot slot, ter overdenking, een woord van onze oud-voorzitter ds. W.L. Tukker: ‘Geloofsgehoorzaamheid is niet de zonden van de kerk, maar de kerk in haar zonden liefhebben.’
P.J. Vergunst