Waar bent u naar op zoek?

blog

Pastoraat leert Gods woorden beter te verstaan

Gesprekken van Jezus

24-01-2012

Wie de omgang van Jezus met mensen op aarde volgt, ontdekt hoeveel tijd Hij nam voor persoonlijke gesprekken. Wat kunnen we voor het werk in de gemeente - ook als pas bevestigd ambtsdrager - veel leren van hoe de Heiland met mensen omging.

De vrouw van de dominee stond op zaterdag onverwachts op de stoep van een gemeentelid, een alleengaande vrouw. In haar hand een bos bloemen. Met haar man waren al veel pastorale gesprekken gevoerd over die verdrietige kluwen van jaren geleden: incest. Het ontrollen en verwerken van het verleden is dan ingrijpend en intensief, zeker als de dader ook tot de gemeente behoort.

Ik was verrast vanwege die bloemen, een uitermate waardevolle actie. Wie pastoraat doet, komt in de wereld van het gemeentelid en wil daar deel van uitmaken, zoekt de ontmoeting op het niveau van het hart. De dominee en zijn vrouw hadden begrepen dat pastoraat niet samenvalt met gesprekken – het kan ook vorm krijgen in een maaltijd, in concrete hulp, in een kaart of in een klein geschenk, een boeket. Pastoraat wil ten diepste immers bereiken dat het gemeentelid de woorden van God beter zal verstaan.

 

Uniek van karakter

De gesprekken die Jezus tijdens Zijn rondwandeling op aarde gevoerd heeft, zijn uniek van karakter en van inhoud. Als Immanuël, de Zoon van God die gekomen is tot de wereld, is Hij bewogen als geen ander, is Hij gericht op het doel van Zijn komst als geen ander, zijn Zijn woorden ontdekkend en helend als van geen ander.

Desondanks is er veel te leren van Zijn omgang met mensen. Hij zoekt Zacheüs en anderen in hun leefwereld op, zoals de herder die dat ene schaap in zijn vizier heeft. Wie om zich heen kijkt, ontdekt dat voor waardevol pastoraal contact – ten diepste: voor het houden van mensen bij Christus en Zijn gemeente – niet de begaafdheid van de predikant of ouderling beslissend is, maar zijn bewogenheid met mensen. Het kan toch niet dat jongeren over het contact met hun pastor zeggen: ‘Hij vertelt alleen zijn eigen verhaal, is niet geïnteresseerd in wat ons bezighoudt.’

 

Wonderen

Onze houding zelf is al een vorm van verkondiging van de genade, als we eerst een mens voor ons zien en daarna pas letten op zijn of haar levensweg, op beschadigingen, op de enorme chaos die iemands leven geworden kan zijn. Ook hier is ons voorbeeld de Hogepriester, die medelijden met onze zwakheden heeft, omdat Hijzelf ze kende.

Als we kinderen over de omgang van Jezus op aarde vertellen, zullen Zijn wonderen veel aandacht krijgen. Die spreken tot de verbeelding. Als Hij met een enkel woord een harde stormwind tot bedwaren brengt, zeggen de discipelen tegen elkaar: ‘Wie is Deze toch?’ Makkelijk kunnen we vergeten dat die wonderen slechts illustraties zijn van Zijn woorden, die we daarom het meeste aandacht geven moeten.

 

Luisteren en spreken

Het spreken en leren van Jezus heeft een sterk dialogisch karakter. Zijn leerlingen mogen vragen stellen, waarna hij verduidelijkende en verdiepende antwoorden geeft. Ook als Hij verbaasd is over een vraag van een discipel, klinkt er geen verwijt in door: ‘Ben Ik zo’n lange tijd bij u, en kent u Mij niet, Filippus?’

Onder degenen die in deze maand voor het eerst bevestigd zijn als ambtsdrager, zullen mensen zijn die tegen het doen van pastorale bezoeken opzien. ‘Kan ik een gesprek voeren met gemeenteleden met verschillende opvattingen, in diverse levenssituaties?’ Spreken komt echter pas aan de orde als we ons geoefend hebben in luisteren, in het stellen van de goede vragen. Nergens in het Evangelie lezen we dat iemand tegen Jezus zegt – ook degenen die Hem kritisch benaderen niet – dat Hij hem of haar niet goed begrepen heeft, dat Hij niet reageert op vragen, signalen, opmerkingen.

 

Zelfverloochening

Het je verdiepen in de ander is een intensieve activiteit, waarin de ambtsdrager af moet leren op zichzelf of op het slagen van zijn bezoekwerk gericht te zijn. Je open stellen voor het leven van de ander en die levensweg samen delen kost wat – ook omdat er in de gemeente en de samenleving niet alleen mensen met een plezierig karakter zijn.

Ik las ergens dat het luisteren naar de ander en het in een vervolgvraag samenvatten van zijn woorden om te zien of je hem goed begrepen hebt, zelfs zelfverloochening betekent. Je zet een streep door je eigen overwegingen, door de reactie die bij je bovenkomt en bent helemaal gericht op de ingang die er bij de ander is voor een woord van God.

 

Weg van navolging

Als we in het pastoraat namens Christus komen en op Hem willen lijken, dan zal de weg van de zelfverloochening ons niet vreemd zijn. Hij is gekomen om te dienen, heeft de gestalte van een dienstknecht aangenomen. In die weg van navolging zijn we als een goede en trouwe slaaf die over weinig gezet is (Matt.25:21).

Waar lezen we erover dat Jezus in Zijn pastorale contacten over eigen ervaringen vertelt? Natuurlijk richt Hij Zich steeds op het doel van Zijn leven op aarde, als Hij ingaat op Zijn dienen, lijden, sterven, op het doen van wonderen en tekenen. In Zijn onderwijs gaat het om Zijn Zelfopenbaring als de Messias van Israël. Maar nergens lezen we dat Jezus in het pastoraat doet wat mensen zo gemakkelijk doen: eigen omstandigheden en belevenissen inbrengen, vertellen dat je dit ook meegemaakt hebt en dat je dat zelf als nog zwaarder ervoer.

 

Woorden van God

Jezus leert vooral met gezag, met goddelijk gezag. Hij kent de zwaarte van het oordeel van God, Hij weet van de reikwijdte van de verzoening. In Nazareth zegt Hij in de synagoge dat ‘de Geest van de Heere op Mij is, omdat Hij Mij gezalfd heeft’. Zo preekt Hij het jaar van het welbehagen van de Heere. Daarom hebben Zijn woorden grote gevolgen, verlaten mensen hun huis om Hem te volgen, daarom heeft er bekering plaats.

Ook hier is de Heiland een voorbeeld voor allen die in Zijn dienst pastoraal naar anderen omzien. Wij leven in de gemeente niet maar wat met elkaar mee, om elkaar te stimuleren. Petrus schrijft (1 Petr.4:11): ‘Als iemand spreekt, dan als iemand die de woorden van God spreekt; als iemand dient, dan als iemand die dient uit kracht die God schenkt.’

Van Jezus leren we hoe dienen en spreken bij elkaar horen, hoe bewogenheid en onderwijs twee kanten van dezelfde medaille zijn. Dat geldt niet alleen heel het volk, maar ook een enkele tollenaar, een enkele wetgeleerde die Hem wil verzoeken. Terwijl Hij innerlijk met ontferming bewogen is, gaat Hij de menigte veel dingen onderwijzen.

 

Investeren

In de dialoog dragen we wezenlijke dingen over, met onze houding en met onze woorden. Kijken naar hoe Jezus Zich opstelt in de ontmoeting met anderen, is niet alleen waardevol voor ambtsdragers, maar is ook zinvol voor ouders, jeugdwerkers, evangelisten, leerkrachten. Investeren in gesprekken, dat eenvoudige middel, vraagt wel een keuze en kan niet zonder discipline.

P.J. Vergunst