Gastvrij zijn
Wees gastvrij voor elkaar, zonder morren. 1 Petrus 4:9
Deze week staan we stil bij de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog en het wonder van bevrijding. Petrus wijst ons op een christelijke deugd, die toen levens redde: gastvrijheid.
In het dorp Bergambacht, waar ik woon, staat voor de kerk het Veense bankje. Het is een geschenk voor het dorp vanwege de opvang van gezinnen die aan het begin van de Tweede Wereldoorlog werden verplaatst vanwege de gevechten bij de Grebbelinie. Zonder gemor kregen ze plek aangeboden om het begin van de oorlog door te komen.
Familie Ten Boom
Nog belangrijker is het om ons de verhalen te blijven herinneren van hen die met gevaar voor eigen leven gastvrij zijn geweest. Hoeveel mensen hebben in de Tweede Wereldoorlog niet met grote risico’s voor het eigen gezin Joden opgevangen in hun huizen? Vertellen we hun verhalen nog steeds door?
Een van de bekende verhalen is die over de familie Ten Boom in Haarlem. Zij stelden hun huis open voor onder anderen Joden die probeerden te ontsnappen aan de bezetter. Ze wisten wat de gevolgen konden zijn. Ze zijn ook opgepakt. Vader Ten Boom kreeg vanwege zijn broze ouderdom de mogelijkheid om naar huis te gaan. Moedig gaf hij daarop als antwoord: ‘Als ik vandaag naar huis ga, zal ik morgen mijn deur openen voor iedereen die om hulp vraagt.’
Heel dichtbij
De gastvrijheid waar Petrus over spreekt is niet gemakkelijk. Dat blijkt ook wel uit de toevoeging. Gastvrij zijn dient te gebeuren zonder morren. In de tijd van Petrus kunnen we daarbij denken aan christenen die op reis waren. Het gaat immers over het opvangen van elkaar. Ook Petrus en zijn vrouw bezochten gemeentes en zullen daarbij zijn opgevangen. Net zoals zij in Kapernaüm een open huis hadden voor de Heere Jezus en Zijn discipelen. Dat was ook niet gemakkelijk. Markus vertelt ons dat de mensen massaal langskwamen. Heel de stad stond bij de deur met zieken en bezetenen. Hoe zal dat eruit hebben gezien? En dat allemaal op de drempel van hun huis. Dat vraagt niet alleen een open huis, maar ook een open hart. Gastvrijheid betekent eveneens dat vreemden wel heel dichtbij komen.
Gastvrijheid is een kenmerk van de christelijke ge-meente, vooral omdat de Christus Zelf die niet kende in deze wereld. Hij werd al geboren in een stal, omdat er nergens een plekje was. Hij had niets waarop Hij het hoofd kon neerleggen. Hij kwam om Zelf de Deur te zijn naar het hemelse bruiloftsfeest. Door Zijn leven te geven is Hij de Weg naar de plek waar wij niet horen te zijn. Dat is Hij niet alleen om ons vandaag te nodigen als gasten, maar zelfs als Zijn broeders en zusters. Meer dan gast-vrijheid, geeft Hij de vrijheid van een kind, om zo zonen en dochters te zijn van God de Vader.
Joodse Messias
In deze tijd kunnen we vervolgens alleen maar zeggen: dat deed de Heere Jezus nu in de eerste plaats voor Zijn volk Israël. Hij was niet alleen de God van Israël, maar ook uit Israël geboren. Hij was al vanaf Zijn geboorte de Joodse Messias, Die op de vlucht moest naar Egypte om vervolging te ontkomen. Dit is een deel van Zijn levensgeschiedenis waar de evangelist Mattheüs de nadruk op legt. Hij wil laten zien dat de Messias de geschiedenis van het volk Israël vervult. Zoals Jakob en zijn zonen in Egypte moesten verblijven als vluchtelingen, zo ook de Messias. Deze geschiedenis is typerend voor het Joodse volk de eeuwen door. In Nederland waren er 320.000 mensen ondergedoken, onder wie duizenden Joden. Een kostbare gastvrijheid. Het kostte niet alleen ruimte en veel spanningen vanwege de gevolgen die het kon hebben wanneer je gepakt werd. Het betekende ook dat je je voedsel en kleren met nog meer moest verdelen. Dat waren offers waarbij wij ons vandaag de dag in Nederland weinig meer kunnen voorstellen, maar waarmee vele levens zijn gered.
Een gastvrijheid zonder morren. Zittend op de Veense bank in Bergambacht merk je hoe belangrijk het is om een rustplek te hebben. Dat brengt me in gedachten niet alleen terug naar de Tweede Wereldoorlog, maar ook naar situaties vandaag de dag waarin deze tekst een beroep op ons doet. Oorlogen stoppen, maar het oorlog voeren gaat altijd verder. Nu zijn het de mensen uit Oekraïne, Jemen en Congo die een rustplek zoeken. En ook in deze eeuw is het weer het volk Israël, dat misschien wel een eigen plek heeft, maar de rust nog niet heeft ontvangen.
Wat laten wij dan zien van die gastvrijheid?