column
Een spiegel
Soms wordt je verrast en beschaamd tegelijk. Het overkwam mij toen ik onlangs een uitvaartdienst bijwoonde.
De begrafenisondernemer geeft leiding aan de plechtigheid; een predikant is niet gevraagd. De familieleden spreken enkele woorden ter nagedachtenis aan de overledene. Het geheel wordt muzikaal omlijst. De Bijbel blijft dicht. Het blijven woorden van en over mensen. Gevoel en emotie voeren de boventoon. Er klinken liefdevolle en waarderende woorden over de overledene. Gods Woord heeft echter geen stem. Als gelovige ervaar ik een leegte.
Dan nadert een hoogbejaarde pater het spreekgestoelte. Het duurt even voordat hij er is. Hij loopt moeizaam en in gebogen houding neemt hij plaats achter de microfoon. Zijn handen trillen, zijn stem is onvast. Hij heeft zijn woorden goed voorbereid: drie velletjes papier liggen voor hem. Hij beschrijft in heldere pennenstreken de ontmoetingen die hij had met de overledene. Hij verhaalt van de hulp die hij heeft ontvangen in de jaren dat zij samen optrokken.
De zaal is stil. Iedereen is onder de indruk van deze hoogbejaarde pater. Hij heeft amper genoeg kracht om zijn ‘In memoriam’ uit te spreken. Aan het einde van zijn toespraak vraagt hij met zwakke stem: ‘Mag ik u vragen met mij het ‘Onze Vader’ mee te bidden op de manier zoals u dat gewend bent?’
De pater begint en aarzelend wordt hier en daar ingestemd. Anderen vallen later in en zo klinkt in deze omgeving ongedacht het gebed dat Jezus Zijn discipelen heeft leren bidden.
Ik heb van deze ‘vader’ geleerd. In al zijn kwetsbaarheid hield hij mij een spiegel voor. Vrijmoedig en onbevangen nodigde hij de mensen uit om in te stemmen met de woorden van dit aloude gebed. In al zijn kwetsbaarheid wist hij een brug te slaan naar zijn gehoor. Hij deed een appèl op een herinnering aan een lang vervlogen tijd toen bidden en geloven nog onderdeel uitmaakten van het leven van deze mensen.
Zo verbonden de krachtige woorden van het ‘Onze Vader’ via de mond van deze pater mij met de gelovigen van het eerste uur en met mensen voor wie geloven iets is uit een grijs verleden.
Cokky de Visser