De Geest bezuinigt niet. Hij maakt vol. In Efeze 5 zet Paulus dronkenschap tegenover de vervulling met de Geest. Net als wijn maakt de liefde van Christus dronken. Wie vervuld is van de Geest, is een beetje zoals een verliefd mens.
Wonderlijke dingen gebeuren daar op het pinksterfeest in Jeruzalem: een stormwind – niet buitenshuis, maar ín het huis waar de discipelen bijeenzijn –, vuurtongen die zich over hen verdelen en het spreken in buitenlandse talen. In deze bijdrage richt ik mij op dit laatste wonder: de grote betekenis ervan en ook het verzet dat het oproept.
In de gereformeerde gemeente in het Zeeuwse dorp waar ik opgroeide, ging maar zelden een predikant voor. Meestal las een van de ouderlingen een preek voor, van ds. Smytegelt bijvoorbeeld, of ook wel van de Schotse ds. McCheyne. De ouderling deed ook de gebeden en soms werd zijn gebed innig en vertrouwelijk. Dan ging hij over op Zeeuws en sprak hij de Heere aan met ‘Je’. Die taal van het hart maakte indruk in de kerk, maar sommigen vonden het oneerbiedig. In ieder geval zullen de niet-Zeeuwse gasten er weinig van verstaan hebben.
De Geest had hen nog niet
Als eenvoudige Galileeërs in vreemde talen de grote werken van God verkondigen, zijn de buitenlandse gasten in Jeruzalem buiten zichzelf van verbazing: hoe is het mogelijk dat we hen horen spreken in de taal waarin we geboren zijn? (Hand.2:8) Mensen uit alle delen van het toenmalige Romeinse rijk, uit de gebieden waar nu Irak, Iran, Turkije, Egypte en Libië liggen, horen over Gods werk in Christus: van Zijn komst, vernedering en dood aan het kruis, Zijn opstanding uit de doden en Zijn verhoging aan de rechterhand van God.
Eerst lezen we: ‘En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest’, en daarna volgt: ‘en begonnen te spreken in andere talen’ (vs.4). Dat is wat de verhoogde Christus met hen doet, nu Hij de belofte van de Vader ontvangen heeft (Hand.2:33). De apostelen hadden de Heilige Geest al gekregen op de avond dat Jezus hen ontmoette achter gesloten deuren (Joh.20:22). Ze hadden de Geest al, maar de Geest had hen nog niet. Dat gebeurt hier. En let er eens op hoe anders het wordt, hoe ze achter hun vergrendelde deuren vandaan komen, hoe ze daar staan en onbevreesd getuigen van Christus. Vrijmoedig staan ze tegenover de eerste hindernis: Jeruzalem en de leiders die hun Meester hebben omgebracht.
In de eigen taal
Het wonder van het spreken in vreemde talen heeft grote betekenis. Als de getuigen van Jezus alleen Hebreeuws of Aramees hadden gesproken, was de ‘weg van Christus’ een van de vele religieuze bewegingen in het Jodendom gebleven. Als ze Grieks hadden gesproken – wat de meeste Joden uit het buitenland wel verstonden – was het christendom beperkt tot de Griekse of Romeinse samenleving. Dan had het niet de ziel van elke natie en van elk volk bereikt. Niets is van ons, als het niet in ons binnenste, in ons hart gebracht wordt. Daar zijn de vreemde talen nu een teken van: het Joodse kader wordt opengebroken. De geheiligde Hebreeuwse taal maakt ruimte voor andere talen. De geheiligde natie zal niet langer alleen Israël omvatten, maar de volken van de aarde worden erbij gevoegd. Ook zij mogen nu horen bij het volk dat God Zich tot Zijn eigendom heeft gemaakt (1 Petr.2:9).
Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van donderdag 25 mei 2023. Neem een jaarabonnement(€ 52,50). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actieen lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!