Afgelopen zondag was het Pinksteren. Ik preekte over een van de tekenen die de komst van de Heilige Geest begeleidden: een geluid als van een geweldige windvlaag. De Geest werkt als de wind. Ergens in de preek maakte ik de klassieke vergelijking van de kerk met een schip.
Een zeilschip komt in beweging als de wind in de zeilen komt. Dat is niet te organiseren, maar de zeilen kunnen wel gehesen worden. Het beeld van de kerk als zeilschip wordt nog scherper wanneer je het plaatst naast dat van een roeiboot. Zo’n roeiboot heeft allerlei voordelen. Hij is wendbaar en vaart in een rechte lijn van A naar B. Tegelijkertijd zijn roeiers op elkaar gericht en moeten ze zichzelf inspannen om vooruit te komen. Voor hen is de wind vooral lastig.
Onze onderneming
Wanneer ik met dit beeld in gedachten kijk naar de Protestantse Kerk in Nederland, zie ik velen die druk aan het roeien zijn. Er is veel zorg over de terugloop, maar we zetten alles op alles om toch door te gaan. Roeien met de riemen die je hebt. Hetzelfde beeld kan zich opdringen, als je denkt aan gemeenten waar op het oog alles goed gaat. Ook hier moet veel gebeuren. De vacatures in de kerkenraad moeten worden gevuld, roosters moeten worden gemaakt en taken uitgevoerd. Intussen kan in dit alles de organisatie zo veel aandacht opeisen dat de kerk ongemerkt onze onderneming wordt.
"*" geeft vereiste velden aan