De zondebok
Ergens in een achterstandswijk gebeurde het volgende. Twee groepen kinderen van verschillende nationaliteit scholden elkaar uit. Het was duidelijk dat de kinderen deze scheldwoorden niet zelf bedacht konden hebben, schrijft dr. W. Dekker..
Het moesten woorden zijn die ze al vaak thuis gehoord hadden, woorden die alles te maken hadden met underdog gevoelens over en weer. De grote Franse denker René Girard (geb. 1923) zegt dat zulke gevoelens alles te maken hebben met iets wat alle mensen eigen is: zichzelf vergelijken met de ander en dan de ander toedichten wat in het jaloerse eigen hart leeft.
Toen het geschreeuw van de kinderen een hoogtepunt naderde en ze dreigden met elkaar op de vuist te gaan, verscheen ineens een zwerver in het straatbeeld. Hij kwam daar vaker, met zijn sjofele jas aan, zijn oude bakfiets met kranten moeizaam voortbewegend. Alsof ze gewacht hadden op een afgesproken teken, stortten nu kinderen uit beide groepen zich op deze man. Ze scholden niet meer elkaar uit, maar hem, bovendien trapten ze zijn fiets om en gooiden de kranten alle kanten op de lucht in. De arme man zelf kreeg ook nog een rake klap.
Hier gebeurde precies wat de genoemde Girard het zondebokmechanisme noemt. Altijd weer, zegt hij, is het zo toe gegaan en zal het zo toegaan onder de mensen, in het groot en in het klein. Vervolgens stelt hij de vraag of we enige hoop kunnen koesteren dat dit zondebokmechanisme doorbroken kan worden. Het antwoord vindt hij in het opnieuw lezen van de Bijbel. Ooit keerde hij zich af van het katholieke geloof, waarin hij was opgevoed . Na de ontwikkeling van zijn theorie over het zondebokmechanisme bestaat zijn werk echter uit een voortdurende verdediging van het Joods-christelijke geloof. Voor Girard is het duidelijk geworden dat het menselijke geweld niet door een louter menselijke moraal bedwongen kan worden, maar slechts getransformeerd kan worden door oriëntatie op de goddelijke liefde.