De laatste jaren van prof. Hugo Visscher
Bevrijdingsdag was tegelijk bijltjesdag, namelijk voor de zogeheten landverraders. Ook prof. Hugo Visscher werd daartoe gerekend. Dr. Niels van Driel over het menselijk drama dat volgde na een leven als theoloog-politicus met pro-Duitse gevoelens.
Visschers levensverhaal is in grote lijnen bekend. Als getalenteerd predikant krijgt hij in 1903 een benoeming tot hoogleraar in Utrecht. Hij ontwikkelt zich tot een van de voormannen van de gereformeerde richting in de Hervormde Kerk. Een leidersfiguur is hij echter niet. Daarvoor is hij te eigenzinnig. Zijn levensweg is bezaaid met conflicten en breuken. Door zijn vlijmscherpe polemiek heeft hij veel vijanden; eens vertelt hij zelfs van een dreigement hem te vermoorden.
Dat is slechts één kant van Visschers verhaal. Hij heeft ook vele vrienden, die zijn karakter kunnen relativeren en zijn hartstocht voor waarheid en rechtvaardigheid waarderen. Met het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond onderhoudt hij zacht gezegd een knipperlichtrelatie, in de hervormd-gereformeerde mannenbond en jongelingsbond overwegen sympathie en bewondering. Als hij daar zijn gezicht laat zien, vallen hem vaak applaus en het ‘Dat ’s Heeren zegen op u daal’ ten deel. Zijn gehoor luistert ademloos en raakt begeesterd door zijn bezielende en gespierde geloofstaal.
De taal is een instrument dat Visscher meesterlijk beheerst, ook dan wanneer hij zichzelf niet beheerst. En hij laat zich nogal eens gaan, want op den duur is hij een verbitterde oude man. Veel van wat hij heeft nagestreefd, is niet bereikt: de kerkelijke eenheid is ver te zoeken, Colijn heeft zijn coalitiepolitiek met de rooms-katholieken vrijwel de hele jaren dertig voortgezet en onder de bevolking is er sprake van morele en godsdienstige achteruitgang. Zijn eigen politieke loopbaan is mislukt en persoonlijk raakt hij steeds meer geïsoleerd.
Lees het volledige artikel in De Waarheidsvriend van 1 mei 2015.