column
De eeuw in ons hart
Op de grens van oud en nieuw vermenigvuldigen onze gedachten zich, zoals dat wel eens genoemd wordt.
Wie moesten we achterlaten in het oude jaar en wat moeten we verwachten van het nieuwe jaar? Wat zal 2013 ons brengen? De grens van de tijd markeert een moment van bezinning, van contemplatie wellicht. En dat is goed. In onze kerkelijke gemeente is het gewoonte om op oudjaarsavond alle overleden gemeenteleden te herdenken. Dit ervaar ik altijd als een plechtig en ontroerend moment.
De kracht van een beschaving vertaalt zich voor niet onbelangrijk deel in de manier van omgaan met onze dode medemens. Médemens, inderdaad. En dat betreft niet alleen de mensen die het afgelopen jaar zijn overleden. Maar ook die van de eeuw ervoor en langer geleden. Op onze school hopen we dit jaar bij te dragen aan monument voor Joodse kinderen uit Rotterdam die in de Tweede Wereldoorlog zijn omgebracht. We zullen daar een hele dag aan te besteden, inclusief een les over de Holocaust en een wandeltocht naar de plaats waar het monument in april opgericht zal worden. Een zeer belangrijke en opvoedende taak van onze school. Het is hartverwarmend hoeveel ouders en leerlingen hier positief op reageren en hun best doen om geld bijeen te brengen.
Maar er komen ook andere reacties. Schokkende soms. Er zijn ouders die rustig aangeven dat ze dit allemaal maar onzin vinden en dat hun kinderen daar in ieder geval niet aan mee hoeven te doen. Waarom zouden we voor dode Joodse kinderen en misschien nog erger, voor Rotterdam, iets doen? Die kinderen kennen we toch niet en die stad, daar wonen we toch niet?
Van de columnist die ik twee jaar geleden mocht opvolgen in dit blad, prof.dr. A.Th. van Deursen, is ooit een prachtige verzamelbundel van artikelen verschenen onder de titel De eeuw in ons hart (1991). Hierin maakt Van Deursen duidelijk dat geschiedenis betekent ‘deel hebben aan de ervaring van vorige generaties; weten hoe ze geleefd hebben en waarvoor ze leefden; hun recht doen in hun bedoelingen’. Inderdaad. Iets terugdoen voor Joodse kinderen. Kinderen die door de voorgangers van het huidige reformatorisch onderwijs soms ook geweigerd werden. Het is niet meer dan opdracht.
R. Toes