De contouren van Jezus in Jozua
Vanuit het boek Jozua lopen veel lijnen naar andere gedeelten in de Bijbel. Voor het goede verstaan van een bijbelboek is het van belang om oog te hebben voor de plek die dat boek in het geheel van de Schrift inneemt, merkt ds. H.J. van der Veen op.
We stuiten hier op een belangrijk punt bij de uitleg van de Bijbel: een tekst lezen wij in het verband van de context en een boek lezen wij in het geheel van de Bijbel. Terwijl wij dat doen, passen wij twee uitlegkundige regels toe: ten eerste vergelijken we Schrift met Schrift. Ten tweede geldt dat de Schrift haar eigen uitlegster is.
Zodra wij deze regel toepassen, ontdekken wij dat een tekst in het Oude Testament een bijzonder licht kan werpen op een tekst in het Nieuwe Testament en andersom. Bovendien verklaren heldere teksten soms duistere teksten.
Citaten
In dit verband is het goed om te letten op de citaten in de Bijbel. In het Nieuwe Testament staan bijvoorbeeld negentig citaten uit het boek Leviticus en bijna honderd citaten uit het boek Deuteronomium. Jesaja en de Psalmen overtreffen dat aantal en behoren tot de meest geciteerde boeken van het Nieuwe Testament. Zo lopen er ook vanuit het boek Jozua veel lijnen naar andere gedeelten in de Bijbel. Geen enkel bijbelboek is derhalve los verkrijgbaar.
Wij verwonderen ons over het feit dat de Bijbel een eenheid vormt. De Heilige Geest heeft op onnavolgbare wijze de 66 bijbelboeken tot één geheel gemaakt.
Tot slot is het goed om te kijken hoe de lijnen van een bijbeltekst of -boek lopen naar de Heere Jezus Christus. Hij is immers het hart van de Schrift. De geschiedenis van Filippus en de kamerheer maken dat duidelijk: ‘En Filippus deed zijn mond open en, uitgaande van dat Schriftwoord, verkondigde hij hem Jezus.’ (Hand.8:35)
Brug
Het is opvallend dat het bijbelboek Jozua met heel veel draden aan andere bijbelboeken verbonden is. Het boek begint met ‘na de dood van Mozes’ (1:1) en het boek Richteren start met ‘na de dood van Jozua’ (Richt.1:1). Het boek Jozua vormt de brug tussen de omzwervingen van het volk Israël in de woestijn (Exodus-Deuteronomium) en de strijd tijdens de eerste jaren nadat de Israëlieten het land Kanaän in bezit hebben genomen (Richteren).
In de Hebreeuwse canon is na de Thora (Genesis-Deuteronomium) de volgorde van bijbelboeken: Jozua, Richteren, Samuël, Koningen. Deze boeken worden ook wel de ‘vroege profeten’ genoemd. De aanduiding in de Hebreeuwse canon is vermoedelijk ontstaan toen men een overkoepelende term zocht voor de latere bijbelboeken (‘profeten’).
Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van donderdag 16 maart 2017.