De ambtsdrager voorop
Paulus schrijft: "Wees navolgers van mij" (1 Kor. 11:1). Hij ziet zichzelf dus in een voorbeeldrol. "Volg mij!" klinkt al snel wat te parmantig. Maar Paulus zegt het niet zomaar. Hij voegt aan de oproep om zijn navolgers te zijn toe: "zoals ik van Christus".
Een ambtsdrager heeft een voorbeeldfunctie juist omdat hij Christus volgt – en alleen voor zover hij dat doet. Zulke ambtsdragers krijgen met de jaren gezag, omdat ze leven vanuit het geloof. Ze worden gevoed door het Woord, houden vast aan de gezonde leer, en volharden daarin (1 Tim. 4:6, 16). Zulke ambtsdragers helpen de gemeente om te blijven bij de leer van de apostelen, de gemeenschap, het gebed, en het avondmaal (Hand. 2:42).
Het Nieuwe Testament benadrukt steeds weer hoe belangrijk de leer is. Ambtsdragers hebben de roeping daarin voor te gaan en de heiligen toe te rusten. Zo bouwen ze de gemeente van Christus op. Een gemeente die zulke ambtsdragers heeft, is rijk gezegend. Gezonde leer leidt tot opbouw in de liefde.
Achternamiddag
Vanuit dit perspectief is het ondenkbaar dat de gemeente de leer zou verwaarlozen. Toch gebeurt dat op veel plaatsen. Het aanbod van ‘bijzondere’ kerkdiensten groeit. Alsof er ook ‘gewone’ kerkdiensten bestaan! Er lijkt een verlangen te zijn naar korte, prikkelende ervaringen. Maar groeien in de leer van Christus vraagt juist om tijd. Het is een langzaam proces van ingroeien. Niemand wordt op een achternamiddag geworteld in Christus. Dat vraagt onderwijs (Kol. 2:7).
Daarom is het goed dat predikanten hele Bijbelboeken doorpreken, liefst vers voor vers. En daarom is het belangrijk om de leerdienst in ere te houden: de uitleg van de heilsfeiten, de Twaalf Artikelen, de tien geboden en het Onze Vader. Ook de belijdenisgeschriften van de kerk helpen ons te verstaan hoe de Heilige Geest werkt.
De gemeente van Christus is immers óók een lerende gemeente. Wij moeten ons de grammatica van het geloof eigen maken. Als de leerdienst in het slop raakt, verliezen we uiteindelijk de taal van het geloof. Dan hebben we misschien nog wel veel woorden, maar weinig inhoud. Dan ontbreekt het zout in ons spreken (Kol. 4:6).
De belijdenisgeschriften helpen ons te verstaan hoe de Heilige Geest werkt
We horen van kerkenraadsleden die de avonddienst niet bezoeken. Daarmee geven ze naar jongeren het signaal af dat de leerdienst niet echt belangrijk is, niet meer dan een optie. Zo’n houding kan wijzen op lauwheid – wanneer men de zondag liever benut voor familiebezoek, theater of een uitstapje naar het strand. Maar het kan ook voortkomen uit onwetendheid: sommige ambtsdragers bedoelen het niet kwaad, maar weten eenvoudigweg niet goed waar ze staan of wat hun voorbeeld betekent.
Of ontbreekt de liefde voor Christus en Zijn gemeente? Er zijn ambtsdragers die ‘s morgens trouw in de eigen gemeente aanwezig zijn, maar ‘s avonds elders kerken “om bij te tanken”. Ze menen dat de belijdenisgeschriften van de kerk de werking van de Heilige Geest eerder belemmeren dan bevorderen. Wat de reden ook is, zulke houdingen zaaien verwarring en veroorzaken verdeeldheid in de kudde van Christus.
"*" geeft vereiste velden aan