Catechismus en gebed
Reiny Neven-Oskam vindt het mooi dat het gebed in de catechismus in het stuk van de dankbaarheid staat. Waarmee kun je je dankbaarheid tegenover God meer uiten dan door Hem elke dag nodig te hebben?'
De wetenschap dat God het gebed hoort en op Zijn wijze ook verhoort, draagt Reiny Neven-Oskam (66) vanaf haar kinderjaren bij zich. ‘Op mijn tiende jaar gingen we verhuizen en kreeg ik een kamertje voor mezelf. Ik sliep alleen, voelde me alleen en bad de Heere om een zusje. Kort daarna, op een zondagmiddag, wandelde ik met mijn vader als vanouds over het kerkhof. Op weg naar huis legde hij zijn hand op mijn schouder en zei: ‘Weet je waarom we altijd langs dat deel van de begraafplaats lopen? Daar, in de hoek van het kerkhof, ligt een zusje van je begraven.’ Ik wist dat niet. Dat zusje was doodgeboren. Thuis ging ik naar mijn kamertje en dankte de Heere dat Hij me een zusje had willen geven, maar dat Hij het beter voor mij vond dat ze snel bij Hem kwam. Ik dankte de Heere dat Hij een levende God is, want Hij had me wel verhoord, maar anders dan ik dacht. Hij hoort en geeft antwoord. Dat was voor mij het begin.
Ik kreeg geen zusje, maar ervoer heel overweldigend de liefde van God. ‘Ik heb je liefgehad met een eeuwige liefde’, die tekst uit het boek Jeremia kwam steeds terug. Als ik uit school kwam, beleed ik mijn zonden van die dag voor Hem, maar het was alsof Hij die zonden wegnam en Zijn liefde ervoor in de plaats stelde.