Calvijn en de wetenschap
Op alle terreinen van de wetenschap weten we veel meer dan Calvijn, die in de zestiende eeuw leefde. Toch heeft het zin aandacht te schenken aan Calvijns visie op de wetenschap, schrijft dr. W. de Greef. Hoe waardeerde hij wetenschappelijke kennis?
In de Institutie brengt Calvijn wetenschap in verband met weten. Hij schrijft: ‘Omdat mensen met hun verstand en begrip kennis verkrijgen van de dingen, wordt er namelijk van hen gezegd dat zij dingen ‘weten’ en daar wordt ook het woord ‘wetenschap’ van afgeleid’ (Inst.III:19,15).
Over wetenschap moeten we niet gering denken. Als we dat doen, verliezen we uit het oog dat God ons verstand gegeven heeft. Het is een natuurlijke gave die we gelukkig niet kwijtgeraakt zijn. Dankzij ons verstand kunnen we dingen leren en op allerlei terreinen kennis verwerven. Dagelijks profiteren we van die kennis of maken we gebruik van de kennis van anderen.
Calvijn brengt alle voortreffelijke gaven die mensen hebben op het terrein van de kunst en de wetenschap in verband met de Geest van God. Als we de gaven van de Geest gering achten, verachten en smaden we tegelijk ook de Geest Zelf (Inst.II:2,15-16).
Wetenschap op zichzelf is goed. De opvatting van bepaalde fanatici die zich fel keren tegen alle vrije kunsten en wetenschap alsof die alleen maar geschikt zijn om van ons hoogmoedige mensen te maken en niet bijzonder nuttig zijn voor ons dagelijks bestaan, wijst Calvijn af. Als mensen verkeerd omgaan met de kennis die ze verwerven, moeten we dat niet aan die kennis verwijten (comm. 1 Kor.8:1).